Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 124 – Statenvertaling editie 1637

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling raadplegen in de editie van 1637 en/of 1657. De edities 1637, 1657 en de GBS-editie kunnen naar keuze parallel worden weergegeven. (Bij parallelweergave worden bij een vers eerst de kanttekeningen met verwijsteksten getoond, daarna de verklarende kanttekeningen.)

Edities SV:    

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenZonder kanttekeningen

Psalm 124

De Prophete roemt de groote weldaet Godes sijner Gemeynte bewesen, haer verlossende uyt het merckelick perijkel harer machtiger vyanden.
 
1 1 EEn Liedt Hammaaloth, van David: ’Ten ware de HEERE, die by ons geweest is 2 , segge nu Israël:
1 Siet Psal. 120.1.
2 Verst. het gedaen, of, verhoedet, of belet hadde. alsoo in het volgende vers.
 
2 ’Ten ware de HEERE, die by ons geweest is, als de menschen tegen ons opstonden:
3 Doe souden sy ons levendich verslonden hebben, als haren toorn tegen ons ontstack.
4 Doe souden ons 3 de wateren overloopen hebben: een stroom soude 4 over onse ziele 5 gegaen hebben.
3 Siet d’aenteeck. 2.Sam. 22. op vers 17.
4 D. over onse persoonen.
5 T.w. tot beneminge onses levens.
 
5 Doe souden 6 de stoute wateren over onse ziele gegaen zijn.
6 D. groote, machtige, onstuymige, als Iob 38.11.
 
6 De HEERE zy gelooft, die ons in hare tanden niet en heeft overgegeven tot eenen roof.
7 a Onse ziele is ontkomen als een vogel, uyt den strick der vogel-vangers, 7 de strick is gebroken, ende wy zijn ontkomen.
a Prov. 6.5.
7 D. Godt heeft hare listige aenslagen, door dewelcke sy ons meenden te vangen, te schande gemaeckt.
 
8 b Onse hulpe 8 is 9 in den Name des HEEREN, die hemel ende aerde gemaeckt heeft.
b Psal. 121.2.
8 Of, zy.
9 D. in, of op den Heere.

Einde Psalm 124