Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

Openbaring 22 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

Openbaring 22

1 καὶ ἔδειξέ μοι καθαρὸν ποταμὸν ὕδατος ζωῆς, λαμπρὸν ὡς κρύσταλλον, ἐκπορευόμενον ἐκ τοῦ θρόνου τοῦ Θεοῦ καὶ τοῦ ἀρνίου. 1 EN hij toonde mij aeen zuivere rivier van het water des levens, klaar als kristal, voortkomende uit den troon Gods en des Lams. a Ez. 47:1. Zach. 14:8. verwijsteksten
2 ἐν μέσῳ τῆς πλατείας αὐτῆς, καὶ τοῦ ποταμοῦ ἐντεῦθεν καὶ ἐντεῦθεν, ξύλον ζωῆς, ποιοῦν καρποὺς δώδεκα, κατὰ μῆνα ἕνα ἕκαστον ἀποδιδοῦν τὸν καρπὸν αὐτοῦ· καὶ τὰ φύλλα τοῦ ξύλου εἰς θεραπείαν τῶν ἐθνῶν. 2 In het midden van haar straat en op de ene en de andere zijde der rivier was bde Boom des levens, voortbrengende twaalf vruchten, van maand tot maand gevende Zijn vrucht; en de bladeren des Booms waren tot genezing der heidenen. b Openb. 2:7. verwijsteksten
3 καὶ πᾶν κατανάθεμα οὐκ ἔσται ἔτι· καὶ ὁ θρόνος τοῦ Θεοῦ καὶ τοῦ ἀρνίου ἐν αὐτῇ ἔσται· καὶ οἱ δοῦλοι αὐτοῦ λατρεύσουσιν αὐτῷ, 3 En geen vervloeking zal er meer tegen iemand zijn; en de troon Gods en des Lams zal daarin zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen,
4 καὶ ὄψονται τὸ πρόσωπον αὐτοῦ· καὶ τὸ ὄνομα αὐτοῦ ἐπὶ τῶν μετώπων αὐτῶν. 4 En zullen Zijn aangezicht zien, en cZijn Naam zal op hun voorhoofden zijn. c Openb. 3:12. verwijsteksten
5 καὶ νὺξ οὐκ ἔσται ἐκεῖ, καὶ χρείαν οὐκ ἔχουσι λύχνου καὶ φωτὸς ἡλίου, ὅτι Κύριος ὁ Θεὸς φωτίζει αὐτούς· καὶ βασιλεύσουσιν εἰς τοὺς αἰῶνας τῶν αἰώνων. 5 dEn aldaar zal geen nacht zijn, en zij zullen geen kaars noch licht der zon van node hebben, want de Heere God verlicht hen; en zij zullen als koningen heersen in alle eeuwigheid. d Jes. 60:19. Zach. 14:7. Openb. 21:23. verwijsteksten
  
Laatste woorden van den engel
6 Καὶ εἶπέ μοι, Οὗτοι οἱ λόγοι πιστοὶ καὶ ἀληθινοί· καὶ Κύριος ὁ Θεὸς τῶν ἁγίων προφητῶν ἀπέστειλε τὸν ἄγγελον αὐτοῦ δεῖξαι τοῖς δούλοις αὐτοῦ ἃ δεῖ γενέσθαι ἐν τάχει. 6 En hij zeide tot mij: eDeze woorden zijn getrouw en waarachtig; en de Heere, de God der heilige profeten, heeft Zijn engel gezonden, fom Zijn dienstknechten te tonen hetgeen haast moet geschieden. e Openb. 19:9; 21:5. f Openb. 1:1. verwijsteksten
7 ἰδού, ἔρχομαι ταχύ. μακάριος ὁ τηρῶν τοὺς λόγους τῆς προφητείας τοῦ βιβλίου τούτου. 7 Zie, Ik kom haastelijk; gzalig is hij die de woorden der profetie dezes boeks bewaart. g Openb. 1:3. verwijsteksten
8 Καὶ ἐγὼ Ἰωάννης ὁ βλέπων ταῦτα καὶ ἀκούων. καὶ ὅτε ἤκουσα καὶ ἔβλεψα, *ἔπεσα προσκυνῆσαι ἔμπροσθεν τῶν ποδῶν τοῦ ἀγγέλου τοῦ δεικνύοντός μοι ταῦτα.
* ἔπεσα St, B-edd, Sc, M-pt | ἔπεσον B-edd, Elz, M-pt
8 En ik, Johannes, ben degene die deze dingen gezien en gehoord heb. En toen ik ze gehoord en gezien had, viel ik neder om aan te bidden voor de voeten des engels die mij deze dingen toonde.
9 καὶ λέγει μοι, Ὅρα μή· σύνδουλός σου γάρ εἰμι, καὶ τῶν ἀδελφῶν σου τῶν προφητῶν, καὶ τῶν τηρούντων τοὺς λόγους τοῦ βιβλίου τούτου· τῷ Θεῷ προσκύνησον. 9 En hij zeide tot mij: hZie dat gij het niet doet; want ik ben uw mededienstknecht, en uwer broederen, der profeten, en dergenen die de woorden dezes boeks bewaren; aanbid God. h Hand. 10:26; 14:14. Openb. 19:10. verwijsteksten
10 Καὶ λέγει μοι, Μὴ σφραγίσῃς τοὺς λόγους τῆς προφητείας τοῦ βιβλίου τούτου· ὅτι ὁ καιρὸς ἐγγύς ἐστιν. 10 En hij zeide tot mij: iVerzegel de woorden der profetie dezes boeks niet; want kde tijd is nabij. i Dan. 8:26; 12:4. k Openb. 1:3. verwijsteksten
11 ὁ ἀδικῶν ἀδικησάτω ἔτι· καὶ ὁ ῥυπῶν ῥυπωσάτω ἔτι· καὶ ὁ δίκαιος δικαιωθήτω ἔτι· καὶ ὁ ἅγιος ἁγιασθήτω ἔτι. 11 Die onrecht doet, dat hij nog onrecht doe; en die vuil is, dat hij nog vuil worde; en die rechtvaardig is, dat hij nog gerechtvaardigd worde; en die heilig is, dat hij nog geheiligd worde.
  
Christus bevestigt Zijn Woord
12 καὶ ἰδού, ἔρχομαι ταχύ, καὶ ὁ μισθός μου μετ’ ἐμοῦ, ἀποδοῦναι ἑκάστῳ ὡς τὸ ἔργον αὐτοῦ ἔσται. 12 En zie, Ik kom haastelijk; en Mijn loon is met Mij, lom een iegelijk te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn. l Ps. 62:13. Jer. 17:10; 32:19. Matth. 16:27. Rom. 2:6; 14:12. 1 Kor. 3:8. 2 Kor. 5:10. Gal. 6:5. Openb. 2:23. verwijsteksten
13 ἐγώ εἰμι τὸ Α καὶ τὸ Ω, ἀρχὴ καὶ τέλος, ὁ πρῶτος καὶ ὁ ἔσχατος. 13 mIk ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, nde Eerste en de Laatste. m Openb. 1:8; 21:6. n Jes. 41:4; 44:6; 48:12. Openb. 1:8; 21:6. verwijsteksten
14 μακάριοι οἱ ποιοῦντες τὰς ἐντολὰς αὐτοῦ, ἵνα ἔσται ἡ ἐξουσία αὐτῶν ἐπὶ τὸ ξύλον τῆς ζωῆς, καὶ τοῖς πυλῶσιν εἰσέλθωσιν εἰς τὴν πόλιν. 14 Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den Boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad.
15 ἔξω δὲ οἱ κύνες καὶ οἱ φαρμακοὶ καὶ οἱ πόρνοι καὶ οἱ φονεῖς καὶ οἱ εἰδωλολάτραι, καὶ πᾶς ὁ φιλῶν καὶ ποιῶν ψεῦδος. 15 oMaar buiten zullen zijn de honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een iegelijk die de leugen liefheeft en doet. o 1 Kor. 6:10. Ef. 5:5. Kol. 3:6. verwijsteksten
16 Ἐγὼ Ἰησοῦς ἔπεμψα τὸν ἄγγελόν μου μαρτυρῆσαι ὑμῖν ταῦτα ἐπὶ ταῖς ἐκκλησίαις. ἐγώ εἰμι ἡ ῥίζα καὶ τὸ γένος τοῦ Δαβίδ, ὁ ἀστὴρ ὁ λαμπρὸς καὶ ὀρθρινός. 16 pIk, Jezus, heb Mijn engel gezonden, om ulieden deze dingen te getuigen in de gemeenten. qIk ben de Wortel en het Geslacht Davids, rde blinkende Morgenster. p Openb. 1:1. q Jes. 11:10. Rom. 15:12. Openb. 5:5. r 2 Petr. 1:19. verwijsteksten
17 Καὶ τὸ Πνεῦμα καὶ ἡ νύμφη λέγουσιν, Ἐλθέ. καὶ ὁ ἀκούων εἰπάτω, Ἐλθέ. καὶ ὁ διψῶν ἐλθέτω· καὶ ὁ θέλων λαμβανέτω τὸ ὕδωρ ζωῆς δωρεάν. 17 En de Geest en de bruid zeggen: Kom. En die het hoort, zegge: Kom. sEn die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet. s Jes. 55:1. Joh. 7:37. verwijsteksten
18 Συμμαρτυροῦμαι γὰρ παντὶ ἀκούοντι τοὺς λόγους τῆς προφητείας τοῦ βιβλίου τούτου, Ἐάν τις ἐπιτιθῇ πρὸς ταῦτα, ἐπιθήσει ὁ Θεὸς ἐπ’ αὐτὸν τὰς πληγὰς τὰς γεγραμμένας ἐν βιβλίῳ τούτῳ· 18 Want Ik betuig aan een iegelijk die de woorden der profetie dezes boeks hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal over hem toedoen de plagen die in dit boek geschreven zijn;
19 καὶ ἐάν τις ἀφαιρῇ ἀπὸ τῶν λόγων βίβλου τῆς προφητείας ταύτης, ἀφαιρήσει ὁ Θεὸς τὸ μέρος αὐτοῦ ἀπὸ βίβλου τῆς ζωῆς, καὶ ἐκ τῆς πόλεως τῆς ἁγίας, καὶ τῶν γεγραμμένων ἐν βιβλίῳ τούτῳ. 19 tEn indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit vhet boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven is. t Deut. 4:2; 12:32. Spr. 30:6. v Openb. 13:8; 17:8. verwijsteksten
20 Λέγει ὁ μαρτυρῶν ταῦτα, Ναί, ἔρχομαι ταχύ. ἀμήν. *Ναί, ἔρχου, Κύριε Ἰησοῦ.
* ναί, ἔρχου St, B-edd, Elz, Sc, M-pt | καὶ ἔρχου B-edd | ἔρχου M-pt
20 Die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom haastelijk. Amen. Ja, kom, Heere Jezus.
21 Ἡ χάρις τοῦ Κυρίου ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστοῦ μετὰ πάντων ὑμῶν. ἀμήν. 21 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.

Einde Openbaring 22