Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

Jakobus 5 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

Jakobus 5

 Wee over de onbarmhartige rijken
1 Ἄγε νῦν οἱ πλούσιοι, κλαύσατε ὀλολύζοντες ἐπὶ ταῖς ταλαιπωρίαις ὑμῶν ταῖς ἐπερχομέναις. 1 WELAANa nu, gij rijken, weent en huilt over uw ellendigheden, die over u komen. a Spr. 11:28. Amos 6:1. Luk. 6:24. 1 Tim. 6:9. verwijsteksten
2 ὁ πλοῦτος ὑμῶν σέσηπε, καὶ τὰ ἱμάτια ὑμῶν σητόβρωτα γέγονεν· 2 Uw rijkdom is verrot, en uw klederen zijn van de motten gegeten geworden;
3 ὁ χρυσὸς ὑμῶν καὶ ὁ ἄργυρος κατίωται, καὶ ὁ ἰὸς αὐτῶν εἰς μαρτύριον ὑμῖν ἔσται, καὶ φάγεται τὰς σάρκας ὑμῶν ὡς πῦρ. ἐθησαυρίσατε ἐν ἐσχάταις ἡμέραις. 3 Uw goud en uw zilver is verroest, en hun roest zal u zijn tot een getuigenis, en zal uw vlees als een vuur verteren; bgij hebt schatten vergaderd in de laatste dagen. b Matth. 6:19. Rom. 2:5. verwijsteksten
4 ἰδού, ὁ μισθὸς τῶν ἐργατῶν τῶν ἀμησάντων τὰς χώρας ὑμῶν, ὁ ἀπεστερημένος ἀφ’ ὑμῶν, κράζει· καὶ αἱ βοαὶ τῶν θερισάντων εἰς τὰ ὦτα Κυρίου Σαβαὼθ εἰσεληλύθασιν. 4 Zie, chet loon der werklieden die uw landen gemaaid hebben, hetwelk van u verkort is, roept; en het geschrei dergenen die geoogst hebben, is gekomen tot in de oren des Heeren Zebaoth. c Lev. 19:13. Deut. 24:14. verwijsteksten
5 ἐτρυφήσατε ἐπὶ τῆς γῆς καὶ ἐσπαταλήσατε· ἐθρέψατε τὰς καρδίας ὑμῶν ὡς ἐν ἡμέρᾳ σφαγῆς. 5 dGij hebt lekkerlijk geleefd op de aarde en wellusten gevolgd; gij hebt uw harten gevoed als in een dag der slachting. d Job 21:13. Luk. 16:19, 25. verwijsteksten
6 κατεδικάσατε, ἐφονεύσατε τὸν δίκαιον· οὐκ ἀντιτάσσεται ὑμῖν. 6 Gij hebt veroordeeld, gij hebt gedood den rechtvaardige, en hij wederstaat u niet.
  
Opwekking tot geduld
7 Μακροθυμήσατε οὖν, ἀδελφοί, ἕως τῆς παρουσίας τοῦ Κυρίου. ἰδού, ὁ γεωργὸς ἐκδέχεται τὸν τίμιον καρπὸν τῆς γῆς, μακροθυμῶν ἐπ’ αὐτῷ, ἕως ἂν λάβῃ ὑετὸν πρώϊμον καὶ ὄψιμον. 7 Zo zijt dan lankmoedig, broeders, tot de toekomst des Heeren. Zie, de landman verwacht de kostelijke vrucht des lands, lankmoedig zijnde over dezelve, totdat het den vroegen en spaden regen zal hebben ontvangen.
8 μακροθυμήσατε καὶ ὑμεῖς, στηρίξατε τὰς καρδίας ὑμῶν, ὅτι ἡ παρουσία τοῦ Κυρίου ἤγγικε. 8 Weest gij ook lankmoedig, versterkt uw harten; want de toekomst des Heeren genaakt.
9 μὴ στενάζετε κατ’ ἀλλήλων, ἀδελφοί, ἵνα μὴ κατακριθῆτε· ἰδού, *κριτὴς πρὸ τῶν θυρῶν ἕστηκεν.
* κριτὴς St, B-edd, Elz | ὁ κριτὴς B-edd, Sc, M
9 Zucht niet tegen elkander, broeders, opdat gij niet veroordeeld wordt. Zie, de Rechter staat voor de deur.
10 ὑπόδειγμα λάβετε τῆς κακοπαθείας, ἀδελφοί μου, καὶ τῆς μακροθυμίας, τοὺς προφήτας οἳ ἐλάλησαν τῷ ὀνόματι Κυρίου. 10 Mijne broeders, neemt tot een voorbeeld des lijdens en der lankmoedigheid de profeten, die in den Naam des Heeren gesproken hebben.
11 ἰδού, μακαρίζομεν τοὺς ὑπομένοντας· τὴν ὑπομονὴν Ἰὼβ ἠκούσατε, καὶ τὸ τέλος Κυρίου εἴδετε, ὅτι πολύσπλαγχνός ἐστιν ὁ Κύριος καὶ οἰκτίρμων. 11 Zie, ewij houden hen gelukzalig die verdragen. Gij hebt fde verdraagzaamheid van Job gehoord, en gij hebt het einde des Heeren gezien, gdat de Heere zeer barmhartig is en een Ontfermer. e Matth. 5:11. f Job 1:21, 22. g Num. 14:18. Ps. 103:8. verwijsteksten
12 Πρὸ πάντων δέ, ἀδελφοί μου, μὴ ὀμνύετε, μήτε τὸν οὐρανόν, μήτε τὴν γῆν, μήτε ἄλλον τινὰ ὅρκον· ἤτω δὲ ὑμῶν τὸ ναί, ναί, καὶ τὸ οὔ, οὔ· ἵνα μὴ *ὑπὸ κρίσιν πέσητε.
* ὑπὸ κρίσιν B, Elz, Sc | εἰς ὑπόκρισιν St, M (SV-kt)
12 Doch vóór alle dingen, mijne broeders, hzweert niet, noch bij den hemel, noch bij de aarde, noch enigen anderen eed; maar uw ja zij ja, en het neen neen, opdat gij in geen oordeel valt. h Matth. 5:34. 2 Kor. 1:17, 18. verwijsteksten
  
De kracht van het gebed
13 Κακοπαθεῖ τις ἐν ὑμῖν; προσευχέσθω. εὐθυμεῖ τις; ψαλλέτω. 13 Is iemand onder u in lijden? Dat hij bidde. Is iemand goedsmoeds? iDat hij psalmzinge. i Ef. 5:19. Kol. 3:16. verwijsteksten
14 ἀσθενεῖ τις ἐν ὑμῖν; προσκαλεσάσθω τοὺς πρεσβυτέρους τῆς ἐκκλησίας, καὶ προσευξάσθωσαν ἐπ’ αὐτόν, ἀλείψαντες αὐτὸν ἐλαίῳ ἐν τῷ ὀνόματι τοῦ Κυρίου· 14 Is iemand krank onder u? Dat hij tot zich roepe de ouderlingen der gemeente, en dat zij over hem bidden, khem zalvende met olie in den Naam des Heeren; k Mark. 6:13. verwijsteksten
15 καὶ ἡ εὐχὴ τῆς πίστεως σώσει τὸν κάμνοντα, καὶ ἐγερεῖ αὐτὸν ὁ Κύριος· κἂν ἁμαρτίας ᾖ πεποιηκώς, ἀφεθήσεται αὐτῷ. 15 En het gebed des geloofs zal den zieke behouden, en de Heere zal hem oprichten, en zo hij zonden gedaan zal hebben, het zal hem vergeven worden.
16 ἐξομολογεῖσθε ἀλλήλοις τὰ παραπτώματα, καὶ εὔχεσθε ὑπὲρ ἀλλήλων, ὅπως ἰαθῆτε. πολὺ ἰσχύει δέησις δικαίου ἐνεργουμένη. 16 Belijdt elkander de misdaden, en bidt voor elkander, opdat gij gezond wordt. Een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag veel.
17 Ἠλίας ἄνθρωπος ἦν ὁμοιοπαθὴς ἡμῖν, καὶ προσευχῇ προσηύξατο τοῦ μὴ βρέξαι· καὶ οὐκ ἔβρεξεν ἐπὶ τῆς γῆς ἐνιαυτοὺς τρεῖς καὶ μῆνας ἕξ. 17 lElía was een mens van gelijke bewegingen als wij; en hij bad een gebed, dat het niet zou regenen; en het regende niet op de aarde in drie jaren en zes maanden. l 1 Kon. 17:1. Luk. 4:25. verwijsteksten
18 καὶ πάλιν προσηύξατο, καὶ ὁ οὐρανὸς ὑετὸν ἔδωκε, καὶ ἡ γῆ ἐβλάστησε τὸν καρπὸν αὐτῆς. 18 mEn hij bad wederom, en de hemel gaf regen, en de aarde bracht haar vrucht voort. m 1 Kon. 18:45. verwijsteksten
19 Ἀδελφοί, ἐάν τις ἐν ὑμῖν πλανηθῇ ἀπὸ τῆς ἀληθείας, καὶ ἐπιστρέψῃ τις αὐτόν, 19 Broeders, nindien iemand onder u van de waarheid is afgedwaald, en hem iemand bekeert, n Matth. 18:15. verwijsteksten
20 γινωσκέτω ὅτι ὁ ἐπιστρέψας ἁμαρτωλὸν ἐκ πλάνης ὁδοῦ αὐτοῦ σώσει ψυχὴν ἐκ θανάτου, καὶ καλύψει πλῆθος ἁμαρτιῶν. 20 Die wete dat degene die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert, een ziel van den dood zal behouden oen menigte der zonden zal bedekken. o Spr. 10:12. 1 Petr. 4:8. verwijsteksten

Einde Jakobus 5