Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

Hebreeën 9 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

Hebreeën 9

 De onvolmaaktheid van de offers van het oude verbond
1 Εἶχε μὲν οὖν καὶ ἡ *πρώτη δικαιώματα λατρείας, τό τε ἅγιον κοσμικόν.
* πρώτη B-edd, Sc, M-pt | πρώτη σκηνὴ St, B-edd, Elz, M-pt (SV-kt)
1 ZO had dan wel ook het eerste verbond rechten van den godsdienst, en het wereldlijk heiligdom.
2 σκηνὴ γὰρ κατεσκευάσθη ἡ πρώτη, ἐν ᾗ ἥ τε λυχνία καὶ ἡ τράπεζα καὶ ἡ πρόθεσις τῶν ἄρτων, ἥτις λέγεται *ἅγια.
* ἅγια B, Elz, Sc, M | ἁγία St
2 aWant de tabernakel was toebereid, namelijk de eerste, in welken was de kandelaar en de tafel en bde toonbroden, welke genaamd wordt het heilige; a Ex. 26:1; 36:1. b Lev. 24:5. verwijsteksten
3 μετὰ δὲ τὸ δεύτερον καταπέτασμα σκηνὴ ἡ λεγομένη ἅγια ἁγίων, 3 Maar achter het tweede voorhangsel was de tabernakel, genaamd het heilige der heiligen,
4 χρυσοῦν ἔχουσα θυμιατήριον, καὶ τὴν κιβωτὸν τῆς διαθήκης περικεκαλυμμένην πάντοθεν χρυσίῳ, ἐν ᾗ στάμνος χρυσῆ ἔχουσα τὸ μάννα, καὶ ἡ ῥάβδος Ἀαρὼν ἡ βλαστήσασα, καὶ αἱ πλάκες τῆς διαθήκης· 4 Hebbende een gouden wierookvat, en cde ark des verbonds, alom met goud overdekt, in welke was dde gouden kruik, waar het manna in was, en ede staf van Aäron, die gebloeid had, en fde tafelen des verbonds. c Ex. 25:10. d Ex. 16:33. e Num. 17:10. f Ex. 34:29. 1 Kon. 8:9. 2 Kron. 5:10. verwijsteksten
5 ὑπεράνω δὲ αὐτῆς Χερουβὶμ δόξης κατασκιάζοντα τὸ ἱλαστήριον· περὶ ὧν οὐκ ἔστι νῦν λέγειν κατὰ μέρος. 5 gEn boven over deze ark waren de cherubijnen der heerlijkheid, die het verzoendeksel beschaduwden; van welke dingen wij nu van stuk tot stuk niet zullen zeggen. g Ex. 25:22. verwijsteksten
6 τούτων δὲ οὕτω κατεσκευασμένων, εἰς μὲν τὴν πρώτην σκηνὴν διὰ παντὸς εἰσίασιν οἱ ἱερεῖς, τὰς λατρείας ἐπιτελοῦντες· 6 Deze dingen nu aldus toebereid zijnde, hzo gingen wel de priesters in den eersten tabernakel te allen tijde, om de godsdiensten te volbrengen; h Num. 28:3. verwijsteksten
7 εἰς δὲ τὴν δευτέραν ἅπαξ τοῦ ἐνιαυτοῦ μόνος ὁ ἀρχιερεύς, οὐ χωρὶς αἵματος, ὃ προσφέρει ὑπὲρ ἑαυτοῦ καὶ τῶν τοῦ λαοῦ ἀγνοημάτων· 7 iMaar in den tweeden tabernakel ging alleen de hogepriester eenmaal des jaars, niet zonder bloed, hetwelk hij offerde voor zichzelven en voor des volks misdaden; i vers 25. Ex. 30:10. Lev. 16:2, 34. verwijsteksten
8 τοῦτο δηλοῦντος τοῦ Πνεύματος τοῦ Ἁγίου, μήπω πεφανερῶσθαι τὴν τῶν ἁγίων ὁδόν, ἔτι τῆς πρώτης σκηνῆς ἐχούσης στάσιν· 8 Waarmede de Heilige Geest dit beduidde, kdat de weg des heiligdoms nog niet openbaar gemaakt was, zolang de eerste tabernakel nog stand had; k Joh. 14:6. verwijsteksten
9 ἥτις παραβολὴ εἰς τὸν καιρὸν τὸν ἐνεστηκότα, καθ’ ὃν δῶρά τε καὶ θυσίαι προσφέρονται, μὴ δυνάμεναι κατὰ συνείδησιν τελειῶσαι τὸν λατρεύοντα, 9 Welke was een afbeelding voor dien tegenwoordigen tijd, in welken gaven en slachtoffers geofferd werden, die dengene die den dienst pleegde, niet konden heiligen naar de consciëntie;
10 μόνον ἐπὶ βρώμασι καὶ πόμασι καὶ διαφόροις βαπτισμοῖς καὶ δικαιώμασι σαρκός, μέχρι καιροῦ διορθώσεως ἐπικείμενα. 10 Bestaande alleen lin spijzen en dranken men verscheidene wassingen en rechtvaardigmakingen des vleses, tot op den tijd der verbetering opgelegd. l Lev. 11:2. m Num. 19:7, enz. verwijsteksten
  
De volmaaktheid van Christus’ offer
11 Χριστὸς δὲ παραγενόμενος ἀρχιερεὺς τῶν μελλόντων ἀγαθῶν, διὰ τῆς μείζονος καὶ τελειοτέρας σκηνῆς, οὐ χειροποιήτου, τοῦτ’ ἔστιν, οὐ ταύτης τῆς κτίσεως, 11 Maar Christus, nde Hogepriester der toekomende goederen, gekomen zijnde, is door den meerderen en volmaakteren tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is niet van dit maaksel, n Hebr. 3:1; 4:14; 6:20; 8:1. verwijsteksten
12 οὐδὲ δι’ αἵματος τράγων καὶ μόσχων, διὰ δὲ τοῦ ἰδίου αἵματος εἰσῆλθεν ἐφάπαξ εἰς τὰ ἅγια, αἰωνίαν λύτρωσιν *εὑράμενος.
* εὑράμενος St, B, Sc, M | εὑρόμενος Elz
12 Noch door het bloed der bokken en kalveren, omaar door Zijn eigen bloed, eenmaal ingegaan in het heiligdom, een eeuwige verlossing teweeggebracht hebbende. o Hand. 20:28. Ef. 1:7. Kol. 1:14. Hebr. 10:10. 1 Petr. 1:19. Openb. 1:5; 5:9. verwijsteksten
13 εἰ γὰρ τὸ αἷμα ταύρων καὶ τράγων, καὶ σποδὸς δαμάλεως ῥαντίζουσα τοὺς κεκοινωμένους, ἁγιάζει πρὸς τὴν τῆς σαρκὸς καθαρότητα, 13 pWant indien het bloed der stieren en bokken en de as der jonge koe, besprengende de onreinen, hen heiligt tot de reinheid des vleses, p Lev. 16:14. Num. 19:4. Hebr. 10:4. verwijsteksten
14 πόσῳ μᾶλλον τὸ αἷμα τοῦ Χριστοῦ, ὃς διὰ Πνεύματος αἰωνίου ἑαυτὸν προσήνεγκεν ἄμωμον τῷ Θεῷ, καθαριεῖ τὴν συνείδησιν ὑμῶν ἀπὸ νεκρῶν ἔργων, εἰς τὸ λατρεύειν Θεῷ ζῶντι; 14 Hoeveel te meer zal qhet bloed van Christus, rDie door den eeuwigen Geest Zichzelven Gode onstraffelijk opgeofferd heeft, uw consciëntie reinigen van dode werken, som den levenden God te dienen! q 1 Joh. 1:7. Openb. 1:5. r Gal. 1:4. Ef. 5:2. Tit. 2:14. s Luk. 1:74. Rom. 6:13. Gal. 2:20. 1 Petr. 4:2. verwijsteksten
15 καὶ διὰ τοῦτο διαθήκης καινῆς μεσίτης ἐστίν, ὅπως, θανάτου γενομένου εἰς ἀπολύτρωσιν τῶν ἐπὶ τῇ πρώτῃ διαθήκῃ παραβάσεων, τὴν ἐπαγγελίαν λάβωσιν οἱ κεκλημένοι τῆς αἰωνίου κληρονομίας. 15 En daarom is Hij de Middelaar des Nieuwen Testaments, topdat, de dood daartussen gekomen zijnde tot verzoening der overtredingen die onder het eerste Testament waren, degenen die geroepen zijn, de beloftenis der eeuwige erve ontvangen zouden. t Rom. 5:6. 1 Petr. 3:18. verwijsteksten
16 ὅπου γὰρ διαθήκη, θάνατον ἀνάγκη φέρεσθαι τοῦ διαθεμένου. 16 Want waar een testament is, daar is het noodzaak dat de dood des testamentmakers tussenkome;
17 διαθήκη γὰρ ἐπὶ νεκροῖς βεβαία, ἐπεὶ μή ποτε ἰσχύει ὅτε ζῇ ὁ διαθέμενος. 17 vWant een testament is vast in de doden, dewijl het nog geen kracht heeft wanneer de testamentmaker leeft; v Gal. 3:15. verwijsteksten
18 ὅθεν οὐδ’ ἡ πρώτη χωρὶς αἵματος ἐγκεκαίνισται. 18 Waarom ook het eerste niet zonder bloed is ingewijd.
19 λαληθείσης γὰρ πάσης ἐντολῆς κατὰ νόμον ὑπὸ Μωϋσέως παντὶ τῷ λαῷ, λαβὼν τὸ αἷμα τῶν μόσχων καὶ τράγων, μετὰ ὕδατος καὶ ἐρίου κοκκίνου καὶ ὑσσώπου, αὐτό τε τὸ βιβλίον καὶ πάντα τὸν λαὸν ἐρράντισε, 19 Want als al de geboden naar de wet van Mozes tot al het volk uitgesproken waren, nam hij het bloed der kalveren en bokken, met water en purperen wol en hysop, en besprengde beide het boek zelf en al het volk,
20 λέγων, Τοῦτο τὸ αἷμα τῆς διαθήκης ἧς ἐνετείλατο πρὸς ὑμᾶς ὁ Θεός. 20 Zeggende: xDit is het bloed des testaments, hetwelk God aan ulieden heeft geboden. x Ex. 24:8. Matth. 26:28. verwijsteksten
21 καὶ τὴν σκηνὴν δὲ καὶ πάντα τὰ σκεύη τῆς λειτουργίας τῷ αἵματι ὁμοίως ἐρράντισε. 21 En hij besprengde desgelijks ook den tabernakel en al de vaten van den dienst met het bloed.
22 καὶ σχεδὸν ἐν αἵματι πάντα καθαρίζεται κατὰ τὸν νόμον, καὶ χωρὶς αἱματεκχυσίας οὐ γίνεται ἄφεσις. 22 En alle dingen worden bijna door bloed gereinigd naar de wet, en zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving.
23 Ἀνάγκη οὖν τὰ μὲν ὑποδείγματα τῶν ἐν τοῖς οὐρανοῖς, τούτοις καθαρίζεσθαι, αὐτὰ δὲ τὰ ἐπουράνια κρείττοσι θυσίαις παρὰ ταύτας. 23 Zo was het dan noodzaak dat wel de voorbeeldingen der dingen die in de hemelen zijn, door deze dingen gereinigd werden, maar de hemelse dingen zelve door betere offeranden dan deze.
24 οὐ γὰρ εἰς χειροποίητα ἅγια εἰσῆλθεν ὁ Χριστός, ἀντίτυπα τῶν ἀληθινῶν, ἀλλ’ εἰς αὐτὸν τὸν οὐρανόν, νῦν ἐμφανισθῆναι τῷ προσώπῳ τοῦ Θεοῦ ὑπὲρ ἡμῶν· 24 Want Christus is niet ingegaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is, hetwelk is een tegenbeeld van het ware, maar in den hemel zelven, om nu te verschijnen voor het aangezicht Gods voor ons;
25 οὐδ’ ἵνα πολλάκις προσφέρῃ ἑαυτόν, ὥσπερ ὁ ἀρχιερεὺς εἰσέρχεται εἰς τὰ ἅγια κατ’ ἐνιαυτὸν ἐν αἵματι ἀλλοτρίῳ 25 Noch ook opdat Hij Zichzelven dikmaals zou opofferen, ygelijk de hogepriester alle jaar in het heiligdom ingaat met vreemd bloed y vers 7. Ex. 30:10. Lev. 16:2, 34. verwijsteksten
26 (ἐπεὶ ἔδει αὐτὸν πολλάκις παθεῖν ἀπὸ καταβολῆς κόσμου)· νῦν δὲ ἅπαξ ἐπὶ συντελείᾳ τῶν αἰώνων εἰς ἀθέτησιν ἁμαρτίας διὰ τῆς θυσίας αὐτοῦ πεφανέρωται. 26 (Anders had Hij dikmaals moeten lijden van de grondlegging der wereld af); maar nu is Hij eenmaal in de voleinding der eeuwen geopenbaard, om de zonde teniet te doen door Zijns Zelfs offerande.
27 καὶ καθ’ ὅσον ἀπόκειται τοῖς ἀνθρώποις ἅπαξ ἀποθανεῖν, μετὰ δὲ τοῦτο κρίσις· 27 En gelijk het den mensen gezet is éénmaal te sterven, en daarna het oordeel,
28 *οὕτω καὶ ὁ Χριστός, ἅπαξ προσενεχθεὶς εἰς τὸ πολλῶν ἀνενεγκεῖν ἁμαρτίας, ἐκ δευτέρου χωρὶς ἁμαρτίας ὀφθήσεται τοῖς αὐτὸν ἀπεκδεχομένοις, εἰς σωτηρίαν.
* οὕτω καὶ B-edd, M | οὕτως St, B-edd, Elz, Sc
28 zAlzo ook Christus, éénmaal geofferd zijnde om veler zonden weg te nemen, zal ten anderen male zonder zonde gezien worden van degenen die Hem verwachten tot zaligheid. z Rom. 5:6, 8. 1 Petr. 3:18. verwijsteksten

Einde Hebreeën 9