Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

Hebreeën 1 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

Παύλου τοῦ ἀποστόλου ἡ πρὸς Ἑβραίους ἐπιστολή

De zendbrief van den apostel Paulus aan de Hebreeën

Hebreeën 1

 Christus de Zoon van God
1 Πολυμερῶς καὶ πολυτρόπως πάλαι ὁ Θεὸς λαλήσας τοῖς πατράσιν ἐν τοῖς προφήταις, ἐπ’ ἐσχάτων τῶν ἡμερῶν τούτων ἐλάλησεν ἡμῖν ἐν Υἱῷ, 1 GOD voortijds veelmaals en op velerlei wijze tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon;
2 ὃν ἔθηκε κληρονόμον πάντων, δι’ οὗ καὶ τοὺς αἰῶνας ἐποίησεν, 2 Welken Hij gesteld heeft atot een Erfgenaam van alles, bdoor Welken Hij ook de wereld gemaakt heeft; a Matth. 21:38. b Gen. 1:3. Ps. 33:6. Joh. 1:3. Ef. 3:9. Kol. 1:16. verwijsteksten
3 ὃς ὢν ἀπαύγασμα τῆς δόξης καὶ χαρακτὴρ τῆς ὑποστάσεως αὐτοῦ, φέρων τε τὰ πάντα τῷ ῥήματι τῆς δυνάμεως αὐτοῦ, δι’ ἑαυτοῦ καθαρισμὸν ποιησάμενος τῶν ἁμαρτιῶν ἡμῶν, ἐκάθισεν ἐν δεξιᾷ τῆς μεγαλωσύνης ἐν ὑψηλοῖς, 3 cDewelke, alzo Hij is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner Zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven teweeggebracht heeft, is gezeten aan de rechterhand der Majesteit in de hoogste hemelen, c 2 Kor. 4:4. Filipp. 2:6. Kol. 1:15. verwijsteksten
4 τοσούτῳ κρείττων γενόμενος τῶν ἀγγέλων, ὅσῳ διαφορώτερον παρ’ αὐτοὺς κεκληρονόμηκεν ὄνομα. 4 Zoveel treffelijker geworden dan de engelen, als Hij duitnemender Naam boven hen geërfd heeft. d Filipp. 2:9. verwijsteksten
5 τίνι γὰρ εἶπέ ποτε τῶν ἀγγέλων, Υἱός μου εἶ σύ, ἐγὼ σήμερον γεγέννηκά σε; καὶ πάλιν, Ἐγὼ ἔσομαι αὐτῷ εἰς Πατέρα, καὶ αὐτὸς ἔσται μοι εἰς Υἱόν; 5 Want tot wien van de engelen heeft Hij ooit gezegd: eGij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd? En wederom: fIk zal Hem tot een Vader zijn, en Hij zal Mij tot een Zoon zijn? e Ps. 2:7. Hand. 13:33. Hebr. 5:5. f 2 Sam. 7:14. 1 Kron. 22:10. verwijsteksten
6 ὅταν δὲ πάλιν εἰσαγάγῃ τὸν πρωτότοκον εἰς τὴν οἰκουμένην λέγει, Καὶ προσκυνησάτωσαν αὐτῷ πάντες ἄγγελοι Θεοῦ. 6 En als Hij wederom den Eerstgeborene inbrengt in de wereld, zegt Hij: gEn dat alle engelen Gods Hem aanbidden. g Ps. 97:7. verwijsteksten
7 καὶ πρὸς μὲν τοὺς ἀγγέλους λέγει, Ὁ ποιῶν τοὺς ἀγγέλους αὐτοῦ πνεύματα, καὶ τοὺς λειτουργοὺς αὐτοῦ πυρὸς φλόγα· 7 En tot de engelen zegt Hij wel: hDie Zijn engelen maakt geesten, en Zijn dienaars een vlam des vuurs. h Ps. 104:4. verwijsteksten
8 πρὸς δὲ τὸν Υἱόν, Ὁ θρόνος σου, ὁ Θεός, εἰς τὸν αἰῶνα τοῦ αἰῶνος· ῥάβδος εὐθύτητος ἡ ῥάβδος τῆς βασιλείας σου. 8 Maar tot den Zoon zegt Hij: iUw troon, o God, is in alle eeuwigheid; de scepter Uws Koninkrijks is een rechte scepter; i Ps. 45:7. verwijsteksten
9 ἠγάπησας δικαιοσύνην, καὶ ἐμίσησας ἀνομίαν· διὰ τοῦτο ἔχρισέ σε ὁ Θεός, ὁ Θεός σου, ἔλαιον ἀγαλλιάσεως παρὰ τοὺς μετόχους σου. 9 Gij hebt rechtvaardigheid liefgehad en ongerechtigheid gehaat; daarom heeft U, o God, Uw God gezalfd met olie der vreugde boven Uw medegenoten.
10 καί, Σὺ κατ’ ἀρχάς, Κύριε, τὴν γῆν ἐθεμελίωσας, καὶ ἔργα τῶν χειρῶν σού εἰσιν οἱ οὐρανοί· 10 En: kGij, Heere, hebt in den beginne de aarde gegrond, en de hemelen zijn werken Uwer handen; k Ps. 102:26. verwijsteksten
11 αὐτοὶ ἀπολοῦνται, σὺ δὲ διαμένεις· καὶ πάντες ὡς ἱμάτιον παλαιωθήσονται, 11 lDezelve zullen vergaan, maar Gij blijft altijd; en zij zullen alle als een kleed verouden; l Jes. 51:6. 2 Petr. 3:7, 10. verwijsteksten
12 καὶ ὡσεὶ περιβόλαιον ἑλίξεις αὐτοὺς καὶ ἀλλαγήσονται· σὺ δὲ ὁ αὐτὸς εἶ, καὶ τὰ ἔτη σου οὐκ ἐκλείψουσι. 12 En als een dekkleed zult Gij ze ineenrollen, en zij zullen veranderd worden; maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet ophouden.
13 πρὸς τίνα δὲ τῶν ἀγγέλων εἴρηκέ ποτε, Κάθου ἐκ δεξιῶν μου, ἕως ἂν θῶ τοὺς ἐχθρούς σου ὑποπόδιον τῶν ποδῶν σου; 13 En tot welken der engelen heeft Hij ooit gezegd: mZit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten? m Ps. 110:1. Hand. 2:34. 1 Kor. 15:25. Ef. 1:20. Hebr. 10:12. verwijsteksten
14 οὐχὶ πάντες εἰσὶ λειτουργικὰ πνεύματα, εἰς διακονίαν ἀποστελλόμενα διὰ τοὺς μέλλοντας κληρονομεῖν σωτηρίαν; 14 Zijn zij niet allen gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden om dergenen wil die de zaligheid beërven zullen?

Einde Hebreeën 1