Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

1 Timotheüs 5 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

1 Timotheüs 5

 De weduwen
1 Πρεσβυτέρῳ μὴ ἐπιπλήξῃς, ἀλλὰ παρακάλει ὡς πατέρα· νεωτέρους, ὡς ἀδελφούς· 1 BESTRAF aeen ouden man niet hardelijk, maar vermaan hem als een vader, de jonge als broeders; a Lev. 19:32. verwijsteksten
2 πρεσβυτέρας, ὡς μητέρας· νεωτέρας, ὡς ἀδελφάς, ἐν πάσῃ ἁγνείᾳ. 2 De oude vrouwen als moeders, de jonge als zusters, in alle reinheid.
3 χήρας τίμα τὰς ὄντως χήρας. 3 Eer de weduwen die waarlijk weduwen zijn.
4 εἰ δέ τις χήρα τέκνα ἢ ἔκγονα ἔχει, μανθανέτωσαν πρῶτον τὸν ἴδιον οἶκον εὐσεβεῖν, καὶ ἀμοιβὰς ἀποδιδόναι τοῖς προγόνοις· τοῦτο γάρ ἐστι καλὸν καὶ ἀπόδεκτον ἐνώπιον τοῦ Θεοῦ. 4 Maar zo enige weduwe kinderen heeft of kindskinderen, dat die leren eerst aan hun eigen huis godzaligheid te oefenen, ben den voorouders wedervergelding te doen; want dat is goed en aangenaam voor God. b Gen. 45:10, 11. Matth. 15:4. Mark. 7:10. Ef. 6:1, 2. verwijsteksten
5 ἡ δὲ ὄντως χήρα καὶ μεμονωμένη ἤλπικεν ἐπὶ τὸν Θεόν, καὶ προσμένει ταῖς δεήσεσι καὶ ταῖς προσευχαῖς νυκτὸς καὶ ἡμέρας. 5 cDie nu waarlijk weduwe is en alleen gelaten, ddie hoopt op God en blijft in smekingen en gebeden nacht en dag. c 1 Kor. 7:32. d Luk. 2:36. verwijsteksten
6 ἡ δὲ σπαταλῶσα, ζῶσα τέθνηκε. 6 Maar die haar wellust volgt, die is levend gestorven.
7 καὶ ταῦτα παράγγελλε, ἵνα ἀνεπίληπτοι ὦσιν. 7 En beveel dit, opdat zij onberispelijk zijn.
8 εἰ δέ τις τῶν ἰδίων καὶ μάλιστα τῶν οἰκείων οὐ προνοεῖ, τὴν πίστιν ἤρνηται, καὶ ἔστιν ἀπίστου χείρων. 8 eDoch zo iemand de zijnen en voornamelijk zijn huisgenoten niet verzorgt, die heeft het geloof verloochend, en is erger dan een ongelovige. e Gal. 6:10. verwijsteksten
9 χήρα καταλεγέσθω μὴ ἔλαττον ἐτῶν ἑξήκοντα, γεγονυῖα ἑνὸς ἀνδρὸς γυνή, 9 Dat een weduwe gekozen worde niet minder dan van zestig jaren, welke ééns mans vrouw geweest is,
10 ἐν ἔργοις καλοῖς μαρτυρουμένη, εἰ ἐτεκνοτρόφησεν, εἰ ἐξενοδόχησεν, εἰ ἁγίων πόδας ἔνιψεν, εἰ θλιβομένοις ἐπήρκεσεν, εἰ παντὶ ἔργῳ ἀγαθῷ ἐπηκολούθησε. 10 Getuigenis hebbende van goede werken: zo zij kinderen opgevoed heeft, fzo zij gaarne heeft geherbergd, gzo zij der heiligen voeten heeft gewassen, zo zij den verdrukten genoegzame hulp gedaan heeft, zo zij alle goed werk nagetracht heeft. f 1 Petr. 4:9. g Gen. 18:4; 19:2. Luk. 7:38, 44. verwijsteksten
11 νεωτέρας δὲ χήρας παραιτοῦ· ὅταν γὰρ καταστρηνιάσωσι τοῦ Χριστοῦ, γαμεῖν θέλουσιν, 11 Maar neem de jonge weduwen niet aan; want als zij weelderig geworden zijn tegen Christus, zo willen zij huwen,
12 ἔχουσαι κρίμα, ὅτι τὴν πρώτην πίστιν ἠθέτησαν. 12 Hebbende haar oordeel, omdat zij haar eerste geloof hebben tenietgedaan.
13 ἅμα δὲ καὶ ἀργαὶ μανθάνουσι, περιερχόμεναι τὰς οἰκίας, οὐ μόνον δὲ ἀργαί, ἀλλὰ καὶ φλύαροι καὶ περίεργοι, λαλοῦσαι τὰ μὴ δέοντα. 13 En meteen ook leren zij ledig omgaan bij de huizen, en zijn niet alleen ledig, maar ook hklapachtig, en ijdele dingen doende, sprekende hetgeen niet betaamt. h Tit. 2:3. verwijsteksten
14 βούλομαι οὖν νεωτέρας γαμεῖν, τεκνογονεῖν, οἰκοδεσποτεῖν, μηδεμίαν ἀφορμὴν διδόναι τῷ ἀντικειμένῳ λοιδορίας χάριν. 14 Ik wil dan dat de jonge weduwen ihuwen, kinderen telen, het huis regeren, geen oorzaak van lastering aan de wederpartij geven. i 1 Kor. 7:9. verwijsteksten
15 ἤδη γάρ τινες ἐξετράπησαν ὀπίσω τοῦ Σατανᾶ. 15 Want enigen hebben zich alrede afgewend achter den satan.
16 εἴ τις πιστὸς ἢ πιστὴ ἔχει χήρας, ἐπαρκείτω αὐταῖς, καὶ μὴ βαρείσθω ἡ ἐκκλησία, ἵνα ταῖς ὄντως χήραις ἐπαρκέσῃ. 16 Zo enig gelovig man of gelovige vrouw weduwen heeft, dat die haar genoegzame hulp doe, en dat de gemeente niet bezwaard worde, opdat zij degenen die waarlijk weduwen zijn, genoegzame hulp doen moge.
  
De tucht over ouderlingen
17 Οἱ καλῶς προεστῶτες πρεσβύτεροι διπλῆς τιμῆς ἀξιούσθωσαν, μάλιστα οἱ κοπιῶντες ἐν λόγῳ καὶ διδασκαλίᾳ. 17 kDat de ouderlingen die wel regeren, dubbele eer waardig geacht worden, voornamelijk die arbeiden in het Woord en de leer. k Rom. 15:27. 1 Kor. 9:11. Gal. 6:6. Filipp. 2:29. 1 Thess. 5:12. Hebr. 13:17. verwijsteksten
18 λέγει γὰρ ἡ γραφή, Βοῦν ἀλοῶντα οὐ φιμώσεις. καί, Ἄξιος ὁ ἐργάτης τοῦ μισθοῦ αὐτοῦ. 18 Want de Schrift zegt: lEen dorsenden os zult gij niet muilbanden; en: mDe arbeider is zijn loon waardig. l Deut. 25:4. 1 Kor. 9:9. m Lev. 19:13. Deut. 24:14. Matth. 10:10. Luk. 10:7. verwijsteksten
19 κατὰ πρεσβυτέρου κατηγορίαν μὴ παραδέχου, ἐκτὸς εἰ μὴ ἐπὶ δύο ἢ τριῶν μαρτύρων. 19 Neem tegen een ouderling geen beschuldiging aan, anders ndan onder twee of drie getuigen. n Deut. 19:15. verwijsteksten
20 τοὺς ἁμαρτάνοντας ἐνώπιον πάντων ἔλεγχε, ἵνα καὶ οἱ λοιποὶ φόβον ἔχωσι. 20 Bestraf die zondigen, in tegenwoordigheid van allen, opdat ook de anderen vrees mogen hebben.
21 διαμαρτύρομαι ἐνώπιον τοῦ Θεοῦ καὶ Κυρίου Ἰησοῦ Χριστοῦ καὶ τῶν ἐκλεκτῶν ἀγγέλων, ἵνα ταῦτα φυλάξῃς χωρὶς προκρίματος, μηδὲν ποιῶν κατὰ πρόσκλισιν. 21 oIk betuig voor God en den Heere Jezus Christus en de uitverkoren engelen, dat gij deze dingen onderhoudt pzonder vooroordeel, niets doende naar toegenegenheid. o Rom. 1:9; 9:1. 2 Kor. 1:23; 11:31. Gal. 1:20. Filipp. 1:8. 1 Thess. 2:5; 5:27. 1 Tim. 6:13. p Deut. 17:4; 19:18. verwijsteksten
22 χεῖρας ταχέως μηδενὶ ἐπιτίθει, μηδὲ κοινώνει ἁμαρτίαις ἀλλοτρίαις· σεαυτὸν ἁγνὸν τήρει. 22 qLeg niemand haastelijk de handen op, en heb geen gemeenschap aan anderer zonden. Bewaar uzelven rein. q Hand. 6:6; 8:17; 13:3; 19:6. 1 Tim. 4:14. 2 Tim. 1:6. verwijsteksten
23 μηκέτι ὑδροπότει, ἀλλ’ οἴνῳ ὀλίγῳ χρῶ, διὰ τὸν στόμαχόν σου καὶ τὰς πυκνάς σου ἀσθενείας. 23 Drink niet langer water alleen, maar gebruik een weinig wijn, rom uw maag en uw menigvuldige zwakheden. r Ps. 104:15. verwijsteksten
24 τινῶν ἀνθρώπων αἱ ἁμαρτίαι πρόδηλοί εἰσι, προάγουσαι εἰς κρίσιν· τισὶ δὲ καὶ ἐπακολουθοῦσιν. 24 Van sommige mensen zijn de zonden tevoren sopenbaar, en gaan voor tot hun veroordeling, en in sommigen ook volgen zij na. s Gal. 5:19. verwijsteksten
25 ὡσαύτως καὶ τὰ καλὰ ἔργα πρόδηλά ἐστι· καὶ τὰ ἄλλως ἔχοντα κρυβῆναι οὐ δύναται. 25 Desgelijks ook de goede werken zijn tevoren openbaar, en waar het anders mede gelegen is, kunnen niet verborgen worden.

Einde 1 Timotheüs 5