Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)
1 Διὸ μηκέτι στέγοντες, εὐδοκήσαμεν καταλειφθῆναι ἐν Ἀθήναις μόνοι, | | 1 DAAROM, deze begeerte niet langer kunnende verdragen, hebben wij gaarne willen te Athene alleen gelaten worden, |
2 καὶ ἐπέμψαμεν Τιμόθεον τὸν ἀδελφὸν ἡμῶν καὶ διάκονον τοῦ Θεοῦ καὶ συνεργὸν ἡμῶν ἐν τῷ εὐαγγελίῳ τοῦ Χριστοῦ, εἰς τὸ στηρίξαι ὑμᾶς καὶ παρακαλέσαι ὑμᾶς περὶ τῆς πίστεως ὑμῶν, | | 2 En hebben gezonden aTimótheüs, onzen broeder, en Gods dienaar, en onzen medearbeider in het Evangelie van Christus, om u te versterken en u te vermanen van uw geloof, a Hand. 16:1. Rom. 16:21. Filipp. 2:19. a Hand. 16:1 EN hij kwam te Derbe en Lystre. En zie, aldaar was een zeker discipel met name Timótheüs, zoon van een gelovige Joodse vrouw, maar van een Grieksen vader; Rom. 16:21 U groeten Timótheüs, mijn medearbeider, en Lucius en Jason en Sosípater, mijn bloedverwanten. Filipp. 2:19 En ik hoop in den Heere Jezus, Timótheüs haast tot u te zenden, opdat ik ook welgemoed moge zijn, als ik uw zaken zal verstaan hebben. |
3 τῷ μηδένα σαίνεσθαι ἐν ταῖς θλίψεσι ταύταις· αὐτοὶ γὰρ οἴδατε ὅτι εἰς τοῦτο κείμεθα. | | 3 bOpdat niemand bewogen worde in deze verdrukkingen; want gij weet zelven cdat wij hiertoe gesteld zijn. b Ef. 3:13. Filipp. 1:14. c Hand. 14:22. 2 Tim. 3:12. b Ef. 3:13 Daarom bid ik dat gij niet vertraagt in mijn verdrukkingen voor u, hetwelk is uw heerlijkheid. Filipp. 1:14 En dat het meerderdeel der broederen in den Heere, door mijn banden vertrouwen gekregen hebbende, overvloediger het Woord onbevreesd durven spreken. c Hand. 14:22 Versterkende de zielen der discipelen, en vermanende dat zij zouden blijven in het geloof, en dat wij door vele verdrukkingen moeten ingaan in het Koninkrijk Gods. 2 Tim. 3:12 En ook allen die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden. |
4 καὶ γὰρ ὅτε πρὸς ὑμᾶς ἦμεν, προελέγομεν ὑμῖν ὅτι μέλλομεν θλίβεσθαι, καθὼς καὶ ἐγένετο καὶ οἴδατε. | | 4 Want ook toen wij bij u waren, voorzeiden wij u, dat wij zouden verdrukt worden, gelijk ook geschied is, en gij weet het. |
5 διὰ τοῦτο κἀγώ, μηκέτι στέγων, ἔπεμψα εἰς τὸ γνῶναι τὴν πίστιν ὑμῶν, μή πως ἐπείρασεν ὑμᾶς ὁ πειράζων, καὶ εἰς κενὸν γένηται ὁ κόπος ἡμῶν. | | 5 Daarom ook, deze begeerte niet langer kunnende verdragen, heb ik hem gezonden om uw geloof te verstaan, of niet misschien de verzoeker u zou verzocht hebben en onze arbeid ijdel zou wezen. |
6 ἄρτι δὲ ἐλθόντος Τιμοθέου πρὸς ἡμᾶς ἀφ’ ὑμῶν, καὶ εὐαγγελισαμένου ἡμῖν τὴν πίστιν καὶ τὴν ἀγάπην ὑμῶν, καὶ ὅτι ἔχετε μνείαν ἡμῶν ἀγαθὴν πάντοτε, ἐπιποθοῦντες ἡμᾶς ἰδεῖν, καθάπερ καὶ ἡμεῖς ὑμᾶς· | | 6 Maar als Timótheüs nu van ulieden tot ons gekomen was, en ons de goede boodschap gebracht had van uw geloof en liefde, en dat gij altijd goede gedachtenis van ons hebt, zeer begerig zijnde om ons te zien, gelijk wij ook om ulieden, |
7 διὰ τοῦτο παρεκλήθημεν, ἀδελφοί, ἐφ’ ὑμῖν ἐπὶ πάσῃ τῇ θλίψει καὶ ἀνάγκῃ ἡμῶν διὰ τῆς ὑμῶν πίστεως· | | 7 Zo zijn wij daarom, broeders, over u in al onze verdrukking en nood vertroost geworden door uw geloof; |
8 ὅτι νῦν ζῶμεν, ἐὰν ὑμεῖς στήκητε ἐν Κυρίῳ. | | 8 Want nu leven wij, indien gij vast staat in den Heere. |
9 τίνα γὰρ εὐχαριστίαν δυνάμεθα τῷ Θεῷ ἀνταποδοῦναι περὶ ὑμῶν, ἐπὶ πάσῃ τῇ χαρᾷ ᾗ χαίρομεν δι’ ὑμᾶς ἔμπροσθεν τοῦ Θεοῦ ἡμῶν, | | 9 Want wat dankzegging kunnen wij Gode tot vergelding wedergeven voor u, vanwege al de blijdschap waarmede wij ons om uwentwil verblijden voor onzen God? |
10 νυκτὸς καὶ ἡμέρας ὑπὲρ ἐκ περισσοῦ δεόμενοι εἰς τὸ ἰδεῖν ὑμῶν τὸ πρόσωπον, καὶ καταρτίσαι τὰ ὑστερήματα τῆς πίστεως ὑμῶν; | | 10 dNacht en dag zeer overvloediglijk biddende om uw aangezicht te mogen zien, en te volmaken hetgeen aan uw geloof ontbreekt. d Rom. 1:10, 11; 15:23. 2 Tim. 1:4. d Rom. 1:10 Allen tijd in mijn gebeden biddende, of mogelijk mij nog te eniger tijd goede gelegenheid gegeven werd door den wil Gods om tot ulieden te komen. Rom. 1:11 Want ik verlang om u te zien, opdat ik u enige geestelijke gave mocht mededelen, teneinde gij versterkt zoudt worden; Rom. 15:23 Maar nu geen plaats meer hebbende in deze gewesten, en van over vele jaren groot verlangen hebbende om tot u te komen, 2 Tim. 1:4 Zeer begerig zijnde om u te zien, als ik gedenk aan uw tranen, opdat ik moge met blijdschap vervuld worden; |
11 Αὐτὸς δὲ ὁ Θεὸς καὶ Πατὴρ ἡμῶν, καὶ ὁ Κύριος ἡμῶν Ἰησοῦς Χριστός, κατευθύναι τὴν ὁδὸν ἡμῶν πρὸς ὑμᾶς· | | 11 Doch onze God en Vader Zelf, en onze Heere Jezus Christus, richte onzen weg tot u. |
12 ὑμᾶς δὲ ὁ Κύριος πλεονάσαι καὶ περισσεύσαι τῇ ἀγάπῃ εἰς ἀλλήλους καὶ εἰς πάντας, καθάπερ καὶ ἡμεῖς εἰς ὑμᾶς, | | 12 En de Heere vermeerdere u en make u overvloedig in de liefde jegens elkander en jegens allen, gelijk wij ook zijn jegens u; |
13 εἰς τὸ στηρίξαι ὑμῶν τὰς καρδίας ἀμέμπτους ἐν ἁγιωσύνῃ, ἔμπροσθεν τοῦ Θεοῦ καὶ Πατρὸς ἡμῶν, ἐν τῇ παρουσίᾳ τοῦ Κυρίου ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστοῦ μετὰ πάντων τῶν ἁγίων αὐτοῦ. | | 13 eOpdat Hij uw harten versterke, om onberispelijk te zijn in heiligmaking voor onzen God en Vader, in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus met al Zijn heiligen. e 1 Kor. 1:8. 1 Thess. 5:23. 2 Thess. 2:17. e 1 Kor. 1:8 Welke God u ook zal bevestigen tot het einde toe, om
onstraffelijk te zijn
in den dag van onzen Heere Jezus Christus. 1 Thess. 5:23 En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest en ziel en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus. 2 Thess. 2:17 Vertrooste uw harten, en versterke u in alle goed woord en werk. |