Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

Kolossenzen 4 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

Kolossenzen 4

1 οἱ κύριοι, τὸ δίκαιον καὶ τὴν ἰσότητα τοῖς δούλοις παρέχεσθε, εἰδότες ὅτι καὶ ὑμεῖς ἔχετε Κύριον ἐν οὐρανοῖς. 1 GIJa heren, doet uw dienstknechten recht en gelijk, wetende dat ook gij een Heere hebt in de hemelen. a Ef. 6:9. verwijsteksten
  
Opwekking tot gebed en wijsheid
2 Τῇ προσευχῇ προσκαρτερεῖτε, γρηγοροῦντες ἐν αὐτῇ ἐν εὐχαριστίᾳ· 2 bHoudt sterk aan in het gebed, en waakt in hetzelve met dankzegging; b Luk. 18:1. Rom. 12:12. Ef. 6:18. 1 Thess. 5:17. verwijsteksten
3 προσευχόμενοι ἅμα καὶ περὶ ἡμῶν, ἵνα ὁ Θεὸς ἀνοίξῃ ἡμῖν θύραν τοῦ λόγου, λαλῆσαι τὸ μυστήριον τοῦ Χριστοῦ, δι’ ὃ καὶ δέδεμαι· 3 Biddende meteen ook voor ons, dat God ons de deur des Woords opene, com te spreken de verborgenheid van Christus, om welke ik ook gebonden ben, c Ef. 6:19. 2 Thess. 3:1. verwijsteksten
4 ἵνα φανερώσω αὐτό, ὡς δεῖ με λαλῆσαι. 4 Opdat ik dezelve moge openbaren, gelijk ik moet spreken.
5 ἐν σοφίᾳ περιπατεῖτε πρὸς τοὺς ἔξω, τὸν καιρὸν ἐξαγοραζόμενοι. 5 dWandelt met wijsheid bij degenen die buiten zijn, eden bekwamen tijd uitkopende. d Ef. 5:15. e Ef. 5:16. verwijsteksten
6 ὁ λόγος ὑμῶν πάντοτε ἐν χάριτι, ἅλατι ἠρτυμένος, εἰδέναι πῶς δεῖ ὑμᾶς ἑνὶ ἑκάστῳ ἀποκρίνεσθαι. 6 fUw woord zij allen tijd in aangenaamheid, met zout besprengd, opdat gij moogt weten hoe gij een iegelijk moet antwoorden. f Mark. 9:50. verwijsteksten
  
Groeten en zegenbede
7 Τὰ κατ’ ἐμὲ πάντα γνωρίσει ὑμῖν Τυχικός, ὁ ἀγαπητὸς ἀδελφὸς καὶ πιστὸς διάκονος καὶ σύνδουλος ἐν Κυρίῳ· 7 Al mijn zaken zal u bekendmaken gTýchikus, de geliefde broeder en getrouwe dienaar en mededienstknecht in den Heere, g Hand. 20:4. Ef. 6:21. 2 Tim. 4:12. verwijsteksten
8 ὃν ἔπεμψα πρὸς ὑμᾶς εἰς αὐτὸ τοῦτο, ἵνα γνῷ τὰ περὶ ὑμῶν καὶ παρακαλέσῃ τὰς καρδίας ὑμῶν· 8 Denwelken ik tot hetzelve einde tot u gezonden heb, opdat hij uw zaken wete en uw harten vertrooste;
9 σὺν Ὀνησίμῳ τῷ πιστῷ καὶ ἀγαπητῷ ἀδελφῷ, ὅς ἐστιν ἐξ ὑμῶν. πάντα ὑμῖν γνωριοῦσι τὰ ὧδε. 9 Met hOnésimus, den getrouwen en geliefden broeder, dewelke uit de uwen is. Zij zullen u alles bekendmaken wat hier is. h Filem. vs. 10. verwijsteksten
10 Ἀσπάζεται ὑμᾶς Ἀρίσταρχος ὁ συναιχμάλωτός μου, καὶ Μάρκος ὁ ἀνεψιὸς Βαρνάβᾳ, περὶ οὗ ἐλάβετε ἐντολάς· ἐὰν ἔλθῃ πρὸς ὑμᾶς, δέξασθε αὐτόν· 10 U groet iAristárchus, mijn medegevangene, en kMarkus, de neef van Bárnabas, aangaande welken gij bevelen ontvangen hebt; zo hij tot u komt, ontvangt hem; i Hand. 27:2. k Hand. 15:37. 2 Tim. 4:11. verwijsteksten
11 καὶ Ἰησοῦς ὁ λεγόμενος Ἰοῦστος, οἱ ὄντες ἐκ περιτομῆς· οὗτοι μόνοι συνεργοὶ εἰς τὴν βασιλείαν τοῦ Θεοῦ, οἵτινες ἐγενήθησάν μοι παρηγορία. 11 En Jezus, gezegd Justus, welke uit de besnijdenis zijn; dezen alleen zijn mijn medearbeiders in het Koninkrijk Gods, die mij een vertroosting geweest zijn.
12 ἀσπάζεται ὑμᾶς Ἐπαφρᾶς ὁ ἐξ ὑμῶν, δοῦλος Χριστοῦ, πάντοτε ἀγωνιζόμενος ὑπὲρ ὑμῶν ἐν ταῖς προσευχαῖς, ἵνα στῆτε τέλειοι καὶ πεπληρωμένοι ἐν παντὶ θελήματι τοῦ Θεοῦ. 12 U groet lÉpafras, die uit de uwen is, een dienstknecht van Christus, allen tijd strijdende voor u in de gebeden, opdat gij staan moogt volmaakt en volkomen in al den wil Gods. l Kol. 1:7. Filem. vs. 23. verwijsteksten
13 μαρτυρῶ γὰρ αὐτῷ ὅτι ἔχει ζῆλον πολὺν ὑπὲρ ὑμῶν καὶ τῶν ἐν Λαοδικείᾳ καὶ τῶν ἐν Ἱεραπόλει. 13 Want ik geef hem getuigenis, dat hij groten ijver heeft over u en degenen die in Laodicéa zijn en degenen die in Hiërápolis zijn.
14 ἀσπάζεται ὑμᾶς Λουκᾶς ὁ ἰατρὸς ὁ ἀγαπητός, καὶ Δημᾶς. 14 U groet mLukas, de medicijnmeester, de geliefde, en nDémas. m 2 Tim. 4:11. n 2 Tim. 4:10. verwijsteksten
15 ἀσπάσασθε τοὺς ἐν Λαοδικείᾳ ἀδελφούς, καὶ Νυμφᾶν, καὶ τὴν κατ’ οἶκον αὐτοῦ ἐκκλησίαν. 15 Groet de broederen die in Laodicéa zijn, en Nymfas, en de gemeente die in zijn huis is.
16 καὶ ὅταν ἀναγνωσθῇ παρ’ ὑμῖν ἡ ἐπιστολή, ποιήσατε ἵνα καὶ ἐν τῇ Λαοδικέων ἐκκλησίᾳ ἀναγνωσθῇ, καὶ τὴν ἐκ Λαοδικείας ἵνα καὶ ὑμεῖς ἀναγνῶτε. 16 En wanneer deze zendbrief van u zal gelezen zijn, maakt dat hij ook in de gemeente der Laodicenzen gelezen wordt, en dat ook gij dien leest die uit Laodicéa geschreven is.
17 καὶ εἴπατε Ἀρχίππῳ, Βλέπε τὴν διακονίαν ἣν παρέλαβες ἐν Κυρίῳ, ἵνα αὐτὴν πληροῖς. 17 En zegt tot Archippus: Zie op de bediening die gij aangenomen hebt in den Heere, dat gij die vervult.
18 Ὁ ἀσπασμὸς τῇ ἐμῇ χειρὶ Παύλου. μνημονεύετέ μου τῶν δεσμῶν. ἡ χάρις μεθ’ ὑμῶν. ἀμήν. 18 oDe groetenis met mijn hand, van Paulus. pGedenkt mijn banden. De genade zij met u. Amen. o 2 Thess. 3:17. p Hebr. 13:3. verwijsteksten

Einde Kolossenzen 4