Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

Efeze 2 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

Efeze 2

 Uit genade zalig
1 Καὶ ὑμᾶς ὄντας νεκροὺς τοῖς παραπτώμασι καὶ ταῖς ἁμαρτίαις, 1 ENa u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden, a Rom. 5:6. Kol. 2:13. verwijsteksten
2 ἐν αἷς ποτὲ περιεπατήσατε κατὰ τὸν αἰῶνα τοῦ κόσμου τούτου, κατὰ τὸν ἄρχοντα τῆς ἐξουσίας τοῦ ἀέρος, τοῦ πνεύματος τοῦ νῦν ἐνεργοῦντος ἐν τοῖς υἱοῖς τῆς ἀπειθείας· 2 bIn welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar den coverste van de macht der lucht, van den geest die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid; b 1 Kor. 6:11. Kol. 3:7. Tit. 3:3. c Joh. 12:31; 14:30; 16:11. Ef. 6:12. verwijsteksten
3 ἐν οἷς καὶ ἡμεῖς πάντες ἀνεστράφημέν ποτε ἐν ταῖς ἐπιθυμίαις τῆς σαρκὸς ἡμῶν, ποιοῦντες τὰ θελήματα τῆς σαρκὸς καὶ τῶν διανοιῶν, καὶ ἦμεν τέκνα φύσει ὀργῆς, ὡς καὶ οἱ λοιποί· 3 Onder dewelke ook wij allen eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden onzes vleses, doende den wil des vleses en der gedachten; en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen.
4 ὁ δὲ Θεός, πλούσιος ὢν ἐν ἐλέει, διὰ τὴν πολλὴν ἀγάπην αὐτοῦ ἣν ἠγάπησεν ἡμᾶς, 4 Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde waarmede Hij ons liefgehad heeft,
5 καὶ ὄντας ἡμᾶς νεκροὺς τοῖς παραπτώμασι συνεζωοποίησε τῷ Χριστῷ (χάριτί ἐστε σεσωσμένοι), 5 Ook toen wij dood waren door de misdaden, dheeft ons levend gemaakt met Christus (euit genade zijt gij zalig geworden), d Rom. 6:8; 8:11. Kol. 3:1, 3. e Hand. 15:11. Tit. 3:5. verwijsteksten
6 καὶ συνήγειρε, καὶ συνεκάθισεν ἐν τοῖς ἐπουρανίοις ἐν Χριστῷ Ἰησοῦ· 6 En heeft ons medeopgewekt, en heeft ons medegezet in den hemel in Christus Jezus;
7 ἵνα ἐνδείξηται ἐν τοῖς αἰῶσι τοῖς ἐπερχομένοις τὸν ὑπερβάλλοντα πλοῦτον τῆς χάριτος αὐτοῦ ἐν χρηστότητι ἐφ’ ἡμᾶς ἐν Χριστῷ Ἰησοῦ· 7 Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.
8 τῇ γὰρ χάριτί ἐστε σεσωσμένοι διὰ τῆς πίστεως, καὶ τοῦτο οὐκ ἐξ ὑμῶν· Θεοῦ τὸ δῶρον· 8 Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, fhet is Gods gave; f Matth. 16:17. Ef. 1:19. verwijsteksten
9 οὐκ ἐξ ἔργων, ἵνα μή τις καυχήσηται. 9 Niet uit de werken, gopdat niemand roeme. g Rom. 3:27. 1 Kor. 1:29. verwijsteksten
10 αὐτοῦ γάρ ἐσμεν ποίημα, κτισθέντες ἐν Χριστῷ Ἰησοῦ ἐπὶ ἔργοις ἀγαθοῖς, οἷς προητοίμασεν ὁ Θεός, ἵνα ἐν αὐτοῖς περιπατήσωμεν. 10 Want wij zijn Zijn maaksel, hgeschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen. h 2 Kor. 5:17. Ef. 1:4; 4:24. Tit. 2:14. verwijsteksten
  
Jood en heiden één in Christus
11 Διὸ μνημονεύετε, ὅτι ὑμεῖς ποτὲ τὰ ἔθνη ἐν σαρκί, οἱ λεγόμενοι ἀκροβυστία ὑπὸ τῆς λεγομένης περιτομῆς ἐν σαρκὶ χειροποιήτου, 11 Daarom, gedenkt dat gij, die eertijds heidenen waart in het vlees, en die voorhuid genaamd werdt van degenen die genaamd zijn besnijdenis in het vlees, die met handen geschiedt;
12 ὅτι ἦτε ἐν τῷ καιρῷ ἐκείνῳ χωρὶς Χριστοῦ, ἀπηλλοτριωμένοι τῆς πολιτείας τοῦ Ἰσραήλ, καὶ ξένοι τῶν διαθηκῶν τῆς ἐπαγγελίας, ἐλπίδα μὴ ἔχοντες, καὶ ἄθεοι ἐν τῷ κόσμῳ. 12 Dat gij in dien tijd waart zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israëls, en vreemdelingen ivan de verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld. i Rom. 9:4. verwijsteksten
13 νυνὶ δὲ ἐν Χριστῷ Ἰησοῦ ὑμεῖς οἱ ποτὲ ὄντες μακρὰν ἐγγὺς ἐγενήθητε ἐν τῷ αἵματι τοῦ Χριστοῦ. 13 Maar nu in Christus Jezus, zijt gij, die eertijds verre waart, nabij geworden door het bloed van Christus.
14 αὐτὸς γάρ ἐστιν ἡ εἰρήνη ἡμῶν, ὁ ποιήσας τὰ ἀμφότερα ἕν, καὶ τὸ μεσότοιχον τοῦ φραγμοῦ λύσας, 14 kWant Hij is onze Vrede, Die deze beiden één gemaakt heeft, en den middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende, k Jes. 9:5. Micha 5:4. Joh. 16:33. Hand. 10:36. Rom. 5:1. Kol. 1:20. verwijsteksten
15 τὴν ἔχθραν ἐν τῇ σαρκὶ αὐτοῦ, τὸν νόμον τῶν ἐντολῶν ἐν δόγμασι, καταργήσας· ἵνα τοὺς δύο κτίσῃ ἐν ἑαυτῷ εἰς ἕνα καινὸν ἄνθρωπον, ποιῶν εἰρήνην, 15 Heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees tenietgemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen bestaande; opdat Hij die twee in Zichzelven tot één nieuwen mens zou scheppen, vrede makende,
16 καὶ ἀποκαταλλάξῃ τοὺς ἀμφοτέρους ἐν ἑνὶ σώματι τῷ Θεῷ διὰ τοῦ σταυροῦ, ἀποκτείνας τὴν ἔχθραν ἐν αὐτῷ· 16 En opdat Hij die beiden met God in één lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap aan hetzelve gedood hebbende.
17 καὶ ἐλθὼν εὐηγγελίσατο εἰρήνην ὑμῖν τοῖς μακρὰν καὶ τοῖς ἐγγύς· 17 lEn komende, heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd u die verre waart en dien die nabij waren. l Jes. 57:19. Ef. 3:12. verwijsteksten
18 ὅτι δι’ αὐτοῦ ἔχομεν τὴν προσαγωγὴν οἱ ἀμφότεροι ἐν ἑνὶ Πνεύματι πρὸς τὸν Πατέρα. 18 mWant door Hem hebben wij beiden den toegang door één Geest tot den Vader. m Joh. 10:9; 14:6. Rom. 5:2. Ef. 3:12. Hebr. 10:19. verwijsteksten
19 ἄρα οὖν οὐκέτι ἐστὲ ξένοι καὶ πάροικοι, ἀλλὰ συμπολῖται τῶν ἁγίων καὶ οἰκεῖοι τοῦ Θεοῦ, 19 Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen en nhuisgenoten Gods, n Gal. 6:10. verwijsteksten
20 ἐποικοδομηθέντες ἐπὶ τῷ θεμελίῳ τῶν ἀποστόλων καὶ προφητῶν, ὄντος ἀκρογωνιαίου αὐτοῦ Ἰησοῦ Χριστοῦ, 20 oGebouwd pop het fundament der apostelen en profeten, qwaarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen; o 1 Kor. 3:9, 10. p Jes. 28:16. Matth. 16:18. 1 Kor. 3:10. Openb. 21:14. q 1 Petr. 2:4. verwijsteksten
21 ἐν ᾧ πᾶσα ἡ οἰκοδομὴ συναρμολογουμένη αὔξει εἰς ναὸν ἅγιον ἐν Κυρίῳ, 21 rOp Welken het gehele gebouw, bekwamelijk samengevoegd zijnde, opwast stot een heiligen tempel in den Heere; r Ef. 4:16. s 1 Kor. 6:19. 2 Kor. 6:16. verwijsteksten
22 ἐν ᾧ καὶ ὑμεῖς συνοικοδομεῖσθε εἰς κατοικητήριον τοῦ Θεοῦ ἐν Πνεύματι. 22 Op Welken ook gij medegebouwd wordt tot een woonstede Gods in den Geest.

Einde Efeze 2