Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

Efeze 1 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

Παύλου τοῦ ἀποστόλου ἡ πρὸς Ἐφεσίους ἐπιστολή

De zendbrief van den apostel Paulus aan die van Efeze

Efeze 1

 Opschrift en zegengroet
1 Παῦλος, ἀπόστολος Ἰησοῦ Χριστοῦ διὰ θελήματος Θεοῦ, τοῖς ἁγίοις τοῖς οὖσιν ἐν Ἐφέσῳ καὶ πιστοῖς ἐν Χριστῷ Ἰησοῦ· 1 PAULUS, een apostel van JEZUS CHRISTUS door den wil Gods, aden heiligen die te Éfeze zijn, en gelovigen in Christus Jezus: a Rom. 1:7. 1 Kor. 1:2. 2 Kor. 1:1. verwijsteksten
2 χάρις ὑμῖν καὶ εἰρήνη ἀπὸ Θεοῦ Πατρὸς ἡμῶν καὶ Κυρίου Ἰησοῦ Χριστοῦ. 2 bGenade zij u en vrede van God onzen Vader en den Heere Jezus Christus. b Gal. 1:3. 1 Petr. 1:2. verwijsteksten
  
Geestelijke zegeningen uit vrije genade naar Gods welbehagen
3 Εὐλογητὸς ὁ Θεὸς καὶ Πατὴρ τοῦ Κυρίου ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστοῦ, ὁ εὐλογήσας ἡμᾶς ἐν πάσῃ εὐλογίᾳ πνευματικῇ ἐν τοῖς ἐπουρανίοις *ἐν Χριστῷ·
* ἐν Χριστῷ B-edd, Elz, Sc, M | Χριστῷ St, B-edd
3 Gezegend zij cde God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in den hemel in Christus. c 2 Kor. 1:3. 1 Petr. 1:3. verwijsteksten
4 καθὼς ἐξελέξατο ἡμᾶς ἐν αὐτῷ πρὸ καταβολῆς κόσμου, εἶναι ἡμᾶς ἁγίους καὶ ἀμώμους κατενώπιον αὐτοῦ ἐν ἀγάπῃ, 4 dGelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld, eopdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde; d Joh. 15:16. 2 Tim. 1:9. e Luk. 1:75. Ef. 5:27. Kol. 1:22. 2 Tim. 1:9. Tit. 2:12. verwijsteksten
5 προορίσας ἡμᾶς εἰς υἱοθεσίαν διὰ Ἰησοῦ Χριστοῦ εἰς αὐτόν, κατὰ τὴν εὐδοκίαν τοῦ θελήματος αὐτοῦ, 5 Die ons tevoren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus in Zichzelven, naar het welbehagen van Zijn wil;
6 εἰς ἔπαινον δόξης τῆς χάριτος αὐτοῦ, ἐν ᾗ ἐχαρίτωσεν ἡμᾶς ἐν τῷ ἠγαπημένῳ· 6 Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft fin den Geliefde; f Matth. 3:17. verwijsteksten
7 ἐν ᾧ ἔχομεν τὴν ἀπολύτρωσιν διὰ τοῦ αἵματος αὐτοῦ, τὴν ἄφεσιν τῶν παραπτωμάτων, κατὰ τὸν πλοῦτον τῆς χάριτος αὐτοῦ, 7 gIn Welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar den rijkdom Zijner genade, g Hand. 20:28. Kol. 1:14. Hebr. 9:12. 1 Petr. 1:18. verwijsteksten
8 ἧς ἐπερίσσευσεν εἰς ἡμᾶς ἐν πάσῃ σοφίᾳ καὶ φρονήσει, 8 Met welke Hij overvloedig is geweest over ons in alle wijsheid en voorzichtigheid;
9 γνωρίσας ἡμῖν τὸ μυστήριον τοῦ θελήματος αὐτοῦ, κατὰ τὴν εὐδοκίαν αὐτοῦ, ἣν προέθετο ἐν αὐτῷ 9 Ons bekendgemaakt hebbende hde verborgenheid van Zijn wil, naar Zijn welbehagen, hetwelk Hij voorgenomen had in Zichzelven; h Rom. 16:25. Ef. 3:9. Kol. 1:26. 2 Tim. 1:9. Tit. 1:2. 1 Petr. 1:20. verwijsteksten
10 εἰς οἰκονομίαν τοῦ πληρώματος τῶν καιρῶν, ἀνακεφαλαιώσασθαι τὰ πάντα ἐν τῷ Χριστῷ, τά τε ἐν τοῖς οὐρανοῖς καὶ τὰ ἐπὶ τῆς γῆς· 10 Om in de bedeling van ide volheid der tijden wederom alles tot één te vergaderen in Christus, beide wat in den hemel is en wat op de aarde is; i Gen. 49:10. Dan. 9:24. Gal. 4:4. verwijsteksten
11 ἐν αὐτῷ, ἐν ᾧ καὶ ἐκληρώθημεν, προορισθέντες κατὰ πρόθεσιν τοῦ τὰ πάντα ἐνεργοῦντος κατὰ τὴν βουλὴν τοῦ θελήματος αὐτοῦ, 11 In Hem, in Welken wij ook keen erfdeel geworden zijn, wij, die tevoren verordineerd waren naar het voornemen Desgenen Die alle dingen werkt naar den raad van Zijn wil; k Rom. 8:17. verwijsteksten
12 εἰς τὸ εἶναι ἡμᾶς εἰς ἔπαινον τῆς δόξης αὐτοῦ, τοὺς προηλπικότας ἐν τῷ Χριστῷ· 12 Opdat wij zouden zijn tot prijs Zijner heerlijkheid, wij die eerst in Christus gehoopt hebben.
13 ἐν ᾧ καὶ ὑμεῖς, ἀκούσαντες τὸν λόγον τῆς ἀληθείας, τὸ εὐαγγέλιον τῆς σωτηρίας ὑμῶν, ἐν ᾧ καὶ πιστεύσαντες ἐσφραγίσθητε τῷ Πνεύματι τῆς ἐπαγγελίας τῷ Ἁγίῳ, 13 In Welken ook gij zijt, nadat gij het Woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid, gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, lzijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte, l Rom. 8:15. 2 Kor. 1:22; 5:5. Ef. 4:30. verwijsteksten
14 ὅς ἐστιν ἀρραβὼν τῆς κληρονομίας ἡμῶν, εἰς ἀπολύτρωσιν τῆς περιποιήσεως, εἰς ἔπαινον τῆς δόξης αὐτοῦ. 14 Die het onderpand is van onze erfenis, tot mde verkregen verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid. m Ex. 19:5. Deut. 7:6; 14:2; 26:18. Rom. 8:23. 1 Petr. 2:9. verwijsteksten
  
Christus het Hoofd der gemeente
15 Διὰ τοῦτο κἀγώ, ἀκούσας τὴν καθ’ ὑμᾶς πίστιν ἐν τῷ Κυρίῳ Ἰησοῦ καὶ τὴν ἀγάπην τὴν εἰς πάντας τοὺς ἁγίους, 15 nDaarom ook ik, gehoord hebbende het geloof in den Heere Jezus, dat onder u is, en de liefde tot al de heiligen, n Filipp. 1:3. Kol. 1:3. 1 Thess. 1:2. 2 Thess. 1:3. verwijsteksten
16 οὐ παύομαι εὐχαριστῶν ὑπὲρ ὑμῶν, μνείαν ὑμῶν ποιούμενος ἐπὶ τῶν προσευχῶν μου· 16 Houd niet op voor u te danken, gedenkende uwer in mijn gebeden;
17 ἵνα ὁ Θεὸς τοῦ Κυρίου ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστοῦ, ὁ Πατὴρ τῆς δόξης, δῴη ὑμῖν Πνεῦμα σοφίας καὶ ἀποκαλύψεως, ἐν ἐπιγνώσει αὐτοῦ· 17 Opdat de God van onzen Heere Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve den Geest der wijsheid en der openbaring in Zijn kennis;
18 πεφωτισμένους τοὺς ὀφθαλμοὺς τῆς διανοίας ὑμῶν, εἰς τὸ εἰδέναι ὑμᾶς τίς ἐστιν ἡ ἐλπὶς τῆς κλήσεως αὐτοῦ, καὶ τίς ὁ πλοῦτος τῆς δόξης τῆς κληρονομίας αὐτοῦ ἐν τοῖς ἁγίοις, 18 Namelijk verlichte ogen uws verstands, opdat gij moogt weten welke is de hoop van Zijn roeping, en welke de rijkdom is der heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen;
19 καὶ τί τὸ ὑπερβάλλον μέγεθος τῆς δυνάμεως αὐτοῦ εἰς ἡμᾶς τοὺς πιστεύοντας, κατὰ τὴν ἐνέργειαν τοῦ κράτους τῆς ἰσχύος αὐτοῦ 19 En welke de uitnemende grootheid Zijner kracht is aan ons, die geloven, onaar de werking der sterkte Zijner macht, o Kol. 2:12. verwijsteksten
20 ἣν ἐνήργησεν ἐν τῷ Χριστῷ, ἐγείρας αὐτὸν ἐκ νεκρῶν, καὶ ἐκάθισεν ἐν δεξιᾷ αὐτοῦ ἐν τοῖς ἐπουρανίοις, 20 Die Hij gewrocht heeft in Christus, als Hij Hem uit de doden heeft opgewekt, pen heeft Hem gezet tot Zijn rechterhand in den hemel, p Ps. 110:1. Hand. 2:34. 1 Kor. 15:25. Kol. 3:1. Hebr. 1:3; 10:12. 1 Petr. 3:22. verwijsteksten
21 ὑπεράνω πάσης ἀρχῆς καὶ ἐξουσίας καὶ δυνάμεως καὶ κυριότητος, καὶ παντὸς ὀνόματος ὀνομαζομένου οὐ μόνον ἐν τῷ αἰῶνι τούτῳ, ἀλλὰ καὶ ἐν τῷ μέλλοντι· 21 Ver boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij, en allen naam die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende;
22 καὶ πάντα ὑπέταξεν ὑπὸ τοὺς πόδας αὐτοῦ, καὶ αὐτὸν ἔδωκε κεφαλὴν ὑπὲρ πάντα τῇ ἐκκλησίᾳ, 22 qEn heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen, en heeft Hem der gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen; q Ps. 8:7. Matth. 28:18. 1 Kor. 15:27. Hebr. 2:8. verwijsteksten
23 ἥτις ἐστὶ τὸ σῶμα αὐτοῦ, τὸ πλήρωμα τοῦ πάντα ἐν πᾶσι πληρουμένου. 23 rWelke Zijn lichaam is, en de vervulling Desgenen Die alles in allen vervult. r Rom. 12:5. 1 Kor. 12:27. Ef. 4:16; 5:23. verwijsteksten

Einde Efeze 1