Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

1 Korinthe 16 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

1 Korinthe 16

 Plannen van Paulus
1 Περὶ δὲ τῆς λογίας τῆς εἰς τοὺς ἁγίους, ὥσπερ διέταξα ταῖς ἐκκλησίαις τῆς Γαλατίας, οὕτω καὶ ὑμεῖς ποιήσατε. 1 AANGAANDE nu de verzameling die voor de heiligen geschiedt, gelijk als ik den gemeenten in Galátië verordineerd heb, doet ook gij alzo.
2 κατὰ μίαν σαββάτων ἕκαστος ὑμῶν παρ’ ἑαυτῷ τιθέτω, θησαυρίζων ὅ τι ἂν εὐοδῶται, ἵνα μή, ὅταν ἔλθω, τότε λογίαι γίνωνται. 2 aOp elken eersten dag der week legge een iegelijk van u iets bij zichzelven weg, vergaderende een schat, naar dat hij welvaren verkregen heeft; opdat de verzamelingen alsdan niet eerst geschieden wanneer ik gekomen zal zijn. a Hand. 11:29. 2 Kor. 8:4; 9:1. verwijsteksten
3 ὅταν δὲ παραγένωμαι, οὓς ἐὰν δοκιμάσητε δι’ ἐπιστολῶν, τούτους πέμψω ἀπενεγκεῖν τὴν χάριν ὑμῶν εἰς Ἱερουσαλήμ· 3 En wanneer ik daar zal gekomen zijn, die gij zult bekwaam achten door brieven, dezelve zal ik zenden om uw gave naar Jeruzalem over te dragen.
4 ἐὰν δὲ ᾖ ἄξιον τοῦ κἀμὲ πορεύεσθαι, σὺν ἐμοὶ πορεύσονται. 4 En indien het de moeite waardig mocht zijn dat ik ook zelf reizen zou, zo zullen zij met mij reizen.
5 ἐλεύσομαι δὲ πρὸς ὑμᾶς, ὅταν Μακεδονίαν διέλθω (Μακεδονίαν γὰρ διέρχομαι)· 5 Doch bik zal tot u komen wanneer ik Macedónië zal doorgegaan zijn (want ik zal door Macedónië gaan); b 2 Kor. 1:15. verwijsteksten
6 πρὸς ὑμᾶς δὲ τυχὸν παραμενῶ, ἢ καὶ παραχειμάσω, ἵνα ὑμεῖς με προπέμψητε οὗ ἐὰν πορεύωμαι. 6 En ik zal mogelijk bij u blijven of ook overwinteren, opdat gij mij moogt geleiden waar ik zal heen reizen.
7 οὐ θέλω γὰρ ὑμᾶς ἄρτι ἐν παρόδῳ ἰδεῖν· ἐλπίζω δὲ χρόνον τινὰ ἐπιμεῖναι πρὸς ὑμᾶς, ἐὰν ὁ Κύριος ἐπιτρέπῃ. 7 Want ik wil u nu niet zien in het voorbijgaan, maar ik hoop enigen tijd bij u te blijven, indien het de Heere zal toelaten.
8 ἐπιμενῶ δὲ ἐν Ἐφέσῳ ἕως τῆς Πεντηκοστῆς· 8 Maar ik zal te Éfeze blijven tot den pinksterdag.
9 θύρα γάρ μοι ἀνέῳγε μεγάλη καὶ ἐνεργής, καὶ ἀντικείμενοι πολλοί. 9 Want mij is een grote en krachtige deur geopend, en er zijn vele tegenstanders.
  
Aanbevelingen en groeten
10 Ἐὰν δὲ ἔλθῃ Τιμόθεος, βλέπετε ἵνα ἀφόβως γένηται πρὸς ὑμᾶς· τὸ γὰρ ἔργον Κυρίου ἐργάζεται ὡς καὶ ἐγώ. 10 Zo nu Timótheüs komt, ziet dat hij buiten vrees bij u zij; want hij werkt het werk des Heeren gelijk als ik.
11 μή τις οὖν αὐτὸν ἐξουθενήσῃ· προπέμψατε δὲ αὐτὸν ἐν εἰρήνῃ, ἵνα ἔλθῃ πρός με· ἐκδέχομαι γὰρ αὐτὸν μετὰ τῶν ἀδελφῶν. 11 Dat hem dan niemand verachte; maar geleidt hem in vrede, opdat hij tot mij kome; want ik verwacht hem met de broederen.
12 περὶ δὲ Ἀπολλὼ τοῦ ἀδελφοῦ, πολλὰ παρεκάλεσα αὐτὸν ἵνα ἔλθῃ πρὸς ὑμᾶς μετὰ τῶν ἀδελφῶν· καὶ πάντως οὐκ ἦν θέλημα ἵνα νῦν ἔλθῃ, ἐλεύσεται δὲ ὅταν εὐκαιρήσῃ. 12 En wat aangaat Apollos, den broeder, ik heb hem zeer gebeden dat hij met de broederen tot u komen zou; maar het was ganselijk zijn wil niet dat hij nu zou komen; doch hij zal komen wanneer het hem welgelegen zal zijn.
13 Γρηγορεῖτε, στήκετε ἐν τῇ πίστει, ἀνδρίζεσθε, κραταιοῦσθε. 13 Waakt, staat in het geloof, houdt u mannelijk, zijt sterk.
14 πάντα ὑμῶν ἐν ἀγάπῃ γινέσθω. 14 Dat al uw dingen in de liefde geschieden.
15 Παρακαλῶ δὲ ὑμᾶς, ἀδελφοί, οἴδατε τὴν οἰκίαν Στεφανᾶ, ὅτι ἐστὶν ἀπαρχὴ τῆς Ἀχαΐας, καὶ εἰς διακονίαν τοῖς ἁγίοις ἔταξαν ἑαυτούς· 15 En ik bid u, broeders, gij kent het huis van Stéfanas, dat het is de eersteling van Acháje en dat zij zichzelven den heiligen ten dienste hebben geschikt;
16 ἵνα καὶ ὑμεῖς ὑποτάσσησθε τοῖς τοιούτοις, καὶ παντὶ τῷ συνεργοῦντι καὶ κοπιῶντι. 16 Dat gij ook u aan de zodanigen onderwerpt, en aan een iegelijk die medewerkt en arbeidt.
17 χαίρω δὲ ἐπὶ τῇ παρουσίᾳ Στεφανᾶ καὶ Φουρτουνάτου καὶ Ἀχαϊκοῦ, ὅτι τὸ ὑμῶν ὑστέρημα οὗτοι ἀνεπλήρωσαν. 17 En ik verblijd mij over de aankomst van Stéfanas en Fortunátus en Acháïkus, want dezen hebben vervuld hetgeen mij aan u ontbrak;
18 ἀνέπαυσαν γὰρ τὸ ἐμὸν πνεῦμα καὶ τὸ ὑμῶν· ἐπιγινώσκετε οὖν τοὺς τοιούτους. 18 Want zij hebben mijn geest verkwikt en ook den uwen. Erkent dan de zodanigen.
19 Ἀσπάζονται ὑμᾶς αἱ ἐκκλησίαι τῆς Ἀσίας· ἀσπάζονται ὑμᾶς ἐν Κυρίῳ πολλὰ Ἀκύλας καὶ Πρίσκιλλα, σὺν τῇ κατ’ οἶκον αὐτῶν ἐκκλησίᾳ. 19 U groeten de gemeenten van Azië. U groeten zeer in den Heere Áquila en Priscilla, met de gemeente die te hunnen huize is.
20 ἀσπάζονται ὑμᾶς οἱ ἀδελφοὶ πάντες. ἀσπάσασθε ἀλλήλους ἐν φιλήματι ἁγίῳ. 20 U groeten al de broeders. cGroet elkander met een heiligen kus. c Rom. 16:16. 2 Kor. 13:12. 1 Thess. 5:26. 1 Petr. 5:14. verwijsteksten
21 Ὁ ἀσπασμὸς τῇ ἐμῇ χειρὶ Παύλου. 21 De groetenis met mijn hand, van Paulus.
22 εἴ τις οὐ φιλεῖ τὸν Κύριον Ἰησοῦν Χριστόν, ἤτω ἀνάθεμα. Μαρὰν ἀθά. 22 Indien iemand den Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking: Maranatha.
23 ἡ χάρις τοῦ Κυρίου Ἰησοῦ Χριστοῦ μεθ’ ὑμῶν. 23 De genade van den Heere Jezus Christus zij met u.
24 ἡ ἀγάπη μου μετὰ πάντων ὑμῶν ἐν Χριστῷ Ἰησοῦ. ἀμήν. 24 Mijn liefde zij met u allen in Christus Jezus. Amen.

Einde 1 Korinthe 16