Statenvertaling.nl

codex alexandrinus

Romeinen 16 – Griekse tekst en Statenvertaling

Op deze pagina wordt de Griekse tekst van het Nieuwe Testament en de Statenvertaling parallel weergegeven. De Griekse tekst is de reconstructie van de door de vertalers gevolgde tekst. Deze tekst is gebaseerd op de Textus Receptus edities van de 16e en begin 17e eeuw. De verschillen tussen de belangrijkste edities van de Textus Receptus zijn in noten vermeld (zie bijvoorbeeld Matth. 1:11, 23 en 2:11).
(Afkortingen in de noten: St=Stephanus 1550, 1551, B=Beza 1565 t/m 1604, Elz=Elzevir 1624, 1633, Sc=Scrivener 1881, M=Meerderheidstekst, edd=edities, kt=kanttekening.)

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Weergave: Grieks en Statenvertaling zonder kanttekeningen
Grieks en Statenvertaling met kanttekeningen

Romeinen 16

 Aanbeveling van Fébe. Groeten
1 Συνίστημι δὲ ὑμῖν Φοίβην τὴν ἀδελφὴν ἡμῶν, οὖσαν διάκονον τῆς ἐκκλησίας τῆς ἐν Κεγχρεαῖς· 1 EN ik beveel u Fébe, onze zuster, die een dienares is der gemeente die te Kenchreeën is;
2 ἵνα αὐτὴν προσδέξησθε ἐν Κυρίῳ ἀξίως τῶν ἁγίων, καὶ παραστῆτε αὐτῇ ἐν ᾧ ἂν ὑμῶν χρῄζῃ πράγματι· καὶ γὰρ αὕτη προστάτις πολλῶν ἐγενήθη, καὶ αὐτοῦ ἐμοῦ. 2 Opdat gij haar ontvangt in den Heere, gelijk het den heiligen betaamt, en haar bijstaat in wat zaak zij u zou mogen vandoen hebben; want zij is een voorstandster geweest van velen, ook van mijzelven.
3 Ἀσπάσασθε Πρίσκιλλαν καὶ Ἀκύλαν τοὺς συνεργούς μου ἐν Χριστῷ Ἰησοῦ, 3 aGroet Priscilla en Áquila, mijn medewerkers in Christus Jezus, a Hand. 18:2, 26. verwijsteksten
4 οἵτινες ὑπὲρ τῆς ψυχῆς μου τὸν ἑαυτῶν τράχηλον ὑπέθηκαν, οἷς οὐκ ἐγὼ μόνος εὐχαριστῶ, ἀλλὰ καὶ πᾶσαι αἱ ἐκκλησίαι τῶν ἐθνῶν· 4 Die voor mijn leven hun hals gesteld hebben; denwelken niet alleen ik dank, maar ook al de gemeenten der heidenen.
5 καὶ τὴν κατ’ οἶκον αὐτῶν ἐκκλησίαν. ἀσπάσασθε Ἐπαίνετον τὸν ἀγαπητόν μου, ὅς ἐστιν ἀπαρχὴ τῆς Ἀχαΐας εἰς Χριστόν. 5 Groet ook de gemeente in hun huis. Groet Epénetus, mijn beminde, die de eersteling is van Acháje in Christus.
6 ἀσπάσασθε Μαριάμ, ἥτις πολλὰ ἐκοπίασεν εἰς ἡμᾶς. 6 Groet Maria, die veel voor ons gearbeid heeft.
7 ἀσπάσασθε Ἀνδρόνικον καὶ Ἰουνίαν τοὺς συγγενεῖς μου καὶ συναιχμαλώτους μου, οἵτινές εἰσιν ἐπίσημοι ἐν τοῖς ἀποστόλοις, οἳ καὶ πρὸ ἐμοῦ γεγόνασιν ἐν Χριστῷ. 7 Groet Andrónikus en Júnias, mijn magen en mijn medegevangenen, welke vermaard zijn onder de apostelen; die ook vóór mij in Christus geweest zijn.
8 ἀσπάσασθε Ἀμπλίαν τὸν ἀγαπητόν μου ἐν Κυρίῳ. 8 Groet Amplias, mijn beminde in den Heere.
9 ἀσπάσασθε Οὐρβανὸν τὸν συνεργὸν ἡμῶν ἐν Χριστῷ, καὶ Στάχυν τὸν ἀγαπητόν μου. 9 Groet Urbánus, onzen medearbeider in Christus, en Stachys, mijn beminde.
10 ἀσπάσασθε Ἀπελλῆν τὸν δόκιμον ἐν Χριστῷ. ἀσπάσασθε τοὺς ἐκ τῶν Ἀριστοβούλου. 10 Groet Apelles, die beproefd is in Christus. Groet hen die van het huisgezin van Aristobúlus zijn.
11 ἀσπάσασθε Ἡροδίωνα τὸν συγγενῆ μου. ἀσπάσασθε τοὺς ἐκ τῶν Ναρκίσσου, τοὺς ὄντας ἐν Κυρίῳ. 11 Groet Heródion, die van mijn maagschap is. Groet hen die van het huisgezin van Narcissus zijn, degenen namelijk die in den Heere zijn.
12 ἀσπάσασθε Τρύφαιναν καὶ Τρυφῶσαν τὰς κοπιώσας ἐν Κυρίῳ. ἀσπάσασθε Περσίδα τὴν ἀγαπητήν, ἥτις πολλὰ ἐκοπίασεν ἐν Κυρίῳ. 12 Groet Tryféna en Tryfósa, vrouwen die in den Heere arbeiden. Groet Persis, de beminde zuster, die veel gearbeid heeft in den Heere.
13 ἀσπάσασθε Ῥοῦφον τὸν ἐκλεκτὸν ἐν Κυρίῳ, καὶ τὴν μητέρα αὐτοῦ καὶ ἐμοῦ. 13 Groet Rufus, den uitverkorene in den Heere, en zijn moeder en de mijne.
14 ἀσπάσασθε Ἀσύγκριτον, Φλέγοντα, Ἑρμᾶν, Πατρόβαν, Ἑρμῆν, καὶ τοὺς σὺν αὐτοῖς ἀδελφούς. 14 Groet Asýnkritus, Flégon, Hermas, Pátrobas, Hermes, en de broeders die met hen zijn.
15 ἀσπάσασθε Φιλόλογον καὶ Ἰουλίαν, Νηρέα καὶ τὴν ἀδελφὴν αὐτοῦ, καὶ Ὀλυμπᾶν, καὶ τοὺς σὺν αὐτοῖς πάντας ἁγίους. 15 Groet Filólogus en Júlia, Néreus en zijn zuster, en Olympas, en al de heiligen die met henlieden zijn.
16 ἀσπάσασθε ἀλλήλους ἐν φιλήματι ἁγίῳ. ἀσπάζονται ὑμᾶς αἱ ἐκκλησίαι τοῦ Χριστοῦ. 16 bGroet elkander met een heiligen kus. De gemeenten van Christus groeten ulieden. b 1 Kor. 16:20. 2 Kor. 13:12. 1 Thess. 5:26. 1 Petr. 5:14. verwijsteksten
  
Waarschuwing tegen valse leraars
17 Παρακαλῶ δὲ ὑμᾶς, ἀδελφοί, σκοπεῖν τοὺς τὰς διχοστασίας καὶ τὰ σκάνδαλα, παρὰ τὴν διδαχὴν ἣν ὑμεῖς ἐμάθετε, ποιοῦντας· καὶ ἐκκλίνατε ἀπ’ αὐτῶν. 17 cEn ik bid u, broeders, neemt acht op degenen die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer die gij van ons geleerd hebt, den wijkt af van dezelve. c Kol. 2:8. Tit. 3:10. 2 Joh. vs. 10. d Matth. 18:17. 2 Thess. 3:6. 2 Tim. 3:5. verwijsteksten
18 οἱ γὰρ τοιοῦτοι τῷ Κυρίῳ ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστῷ οὐ δουλεύουσιν, ἀλλὰ τῇ ἑαυτῶν κοιλίᾳ· καὶ διὰ τῆς χρηστολογίας καὶ εὐλογίας ἐξαπατῶσι τὰς καρδίας τῶν ἀκάκων. 18 Want dezulken dienen onzen Heere Jezus Christus niet, emaar hun buik, en verleiden door schoonspreken en prijzen fde harten der eenvoudigen. e Filipp. 3:19. f Ez. 13:18. verwijsteksten
19 ἡ γὰρ ὑμῶν ὑπακοὴ εἰς πάντας ἀφίκετο. χαίρω οὖν τὸ ἐφ’ ὑμῖν· θέλω δὲ ὑμᾶς σοφοὺς μὲν εἶναι εἰς τὸ ἀγαθόν, ἀκεραίους δὲ εἰς τὸ κακόν. 19 Want uw gehoorzaamheid is tot kennis van allen gekomen. Ik verblijd mij dan uwenthalve; gen ik wil dat gij wijs zijt in het goede, doch onnozel in het kwade. g Matth. 10:16. 1 Kor. 14:20. verwijsteksten
20 ὁ δὲ Θεὸς τῆς εἰρήνης συντρίψει τὸν Σατανᾶν ὑπὸ τοὺς πόδας ὑμῶν ἐν τάχει. Ἡ χάρις τοῦ Κυρίου ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστοῦ μεθ’ *ὑμῶν. ἀμήν.
* ὑμῶν. ἀμήν St-1551, B, Elz, Sc | ὑμῶν St-1550, M
20 En de God des vredes zal den satan haast onder uw voeten verpletteren. De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen.
  
Groeten van Paulus’ medearbeiders
21 Ἀσπάζονται ὑμᾶς Τιμόθεος ὁ συνεργός μου, καὶ Λούκιος καὶ Ἰάσων καὶ Σωσίπατρος οἱ συγγενεῖς μου. 21 U groeten hTimótheüs, mijn medearbeider, en iLucius en kJason en lSosípater, mijn bloedverwanten. h Hand. 16:1. Filipp. 2:19. Kol. 1:1. 1 Thess. 3:2. 1 Tim. 1:2. i Hand. 13:1. k Hand. 17:5. l Hand. 20:4. verwijsteksten
22 ἀσπάζομαι ὑμᾶς ἐγὼ Τέρτιος, ὁ γράψας τὴν ἐπιστολήν, ἐν Κυρίῳ. 22 Ik, Tertius, die den brief geschreven heb, groet u in den Heere.
23 ἀσπάζεται ὑμᾶς Γάϊος ὁ ξένος μου καὶ τῆς ἐκκλησίας ὅλης. ἀσπάζεται ὑμᾶς Ἔραστος ὁ οἰκονόμος τῆς πόλεως, καὶ Κούαρτος ὁ ἀδελφός. 23 U groet Gajus, de huiswaard van mij en van de gehele gemeente. U groet mErástus, de rentmeester der stad, en de broeder Quartus. m Hand. 19:22. 2 Tim. 4:20. verwijsteksten
24 Ἡ χάρις τοῦ Κυρίου ἡμῶν Ἰησοῦ Χριστοῦ μετὰ πάντων ὑμῶν. ἀμήν. 24 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
  
Lofprijzing
25 Τῷ δὲ δυναμένῳ ὑμᾶς στηρίξαι κατὰ τὸ εὐαγγέλιόν μου καὶ τὸ κήρυγμα Ἰησοῦ Χριστοῦ, κατὰ ἀποκάλυψιν μυστηρίου χρόνοις αἰωνίοις σεσιγημένου, 25 nHem nu Die machtig is u te bevestigen, naar mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, onaar de openbaring der verborgenheid, die van de tijden der eeuwen verzwegen is geweest, n Ef. 3:20. o Ef. 1:9; 3:9. Kol. 1:26. 2 Tim. 1:10. Tit. 1:2. 1 Petr. 1:20. verwijsteksten
26 φανερωθέντος δὲ νῦν, διά τε γραφῶν προφητικῶν, κατ’ ἐπιταγὴν τοῦ αἰωνίου Θεοῦ, εἰς ὑπακοὴν πίστεως εἰς πάντα τὰ ἔθνη γνωρισθέντος, 26 Maar nu geopenbaard is, en door de profetische Schriften, naar het bevel des eeuwigen Gods, tot gehoorzaamheid des geloofs onder al de heidenen bekend is gemaakt;
27 μόνῳ σοφῷ Θεῷ, διὰ Ἰησοῦ Χριστοῦ, *ἡ δόξα εἰς τοὺς αἰῶνας. ἀμήν.
* ἡ δόξα B-edd, Sc | ᾧ ἡ δόξα St, B-edd, Elz, M (SV-kt)
27 Denzelven alleen wijzen God zij door Jezus Christus de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

Einde Romeinen 16