Statenvertaling.nl

sample header image

Jozua 23 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Jozua 23

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

1 EN het geschiedde na vele dagen, nadat de HEERE Israël rust gegeven had van al zijn vijanden rondom heen, en Jozua oud geworden en welbedaagd was,
2 Zo riep Jozua gans Israël, hun oudsten en hun hoofden en hun richters en hun ambtlieden, en hij zeide tot hen: Ik ben oud geworden en welbedaagd.
3 En gijlieden hebt gezien alles wat de HEERE uw God gedaan heeft aan al deze volken voor uw aangezicht; want de HEERE uw God Zelf is het Die voor u gestreden heeft.
4 Ziet, ik heb u deze overige volken door het lot doen toevallen, ten erfdeel voor uw stammen, van de Jordaan af, met al de volken die ik uitgeroeid heb, en tot de Grote Zee tegen den ondergang der zon.
5 En de HEERE uw God Zelf zal hen uitstoten voor ulieder aangezicht en Hij zal hen van voor ulieder aangezicht verdrijven; en gij zult hun land erfelijk bezitten, gelijk als de HEERE uw God tot u gesproken heeft.
6 Zo weest zeer sterk om te bewaren en om te doen alles wat geschreven is in het wetboek van Mozes; opdat gij daarvan niet afwijkt ter rechter- noch ter linkerhand;
7 Dat gij niet ingaat tot deze volken: deze die overgebleven zijn bij ulieden; gedenkt ook niet aan den naam hunner goden, en doet er niet bij zweren, en dient ze niet, en buigt u voor die niet;
8 Maar den HEERE uw God zult gij aanhangen, gelijk als gij tot op dezen dag gedaan hebt.
9 Want de HEERE heeft van uw aangezicht verdreven grote en machtige volken; en u aangaande, niemand heeft voor uw aangezicht bestaan tot op dezen dag toe.
10 Een enig man onder u zal er duizend jagen; want het is de HEERE uw God Zelf Die voor u strijdt, gelijk als Hij tot u gesproken heeft.
11 Daarom, bewaart uw zielen naarstiglijk, dat gij den HEERE uw God liefhebt.
12 Want zo gij enigszins afkeert en het overige van deze volken aanhangt, van deze die bij u overgebleven zijn, en u met hen verzwagert en gij tot hen zult ingaan en zij tot u,
13 Weet voorzeker, dat de HEERE uw God niet voortvaren zal deze volken van voor uw aangezicht te verdrijven; maar zij zullen ulieden zijn tot een strik en tot een net en tot een gesel aan uw zijden en tot doornen in uw ogen, totdat gij omkomt van dit goede land, hetwelk u de HEERE uw God gegeven heeft.
14 En zie, ik ga heden in den weg der ganse aarde; en gij weet in uw ganse hart en in uw ganse ziel, dat er niet één enig woord gevallen is van al die goede woorden welke de HEERE uw God over u gesproken heeft; zij zijn u alle overkomen; er is van dezelve niet één enig woord gevallen.
15 En het zal geschieden, gelijk als al die goede dingen over u gekomen zijn, die de HEERE uw God tot u gesproken heeft, alzo zal de HEERE over u komen laten al die kwade dingen, totdat Hij u verdelge van dit goede land, hetwelk u de HEERE uw God gegeven heeft.
16 Wanneer gij het verbond des HEEREN uws Gods overtreedt, dat Hij u geboden heeft, en gij heengaat en dient andere goden en u voor dezelve nederbuigt, zo zal de toorn des HEEREN over u ontsteken en gij zult haastelijk omkomen van het goede land hetwelk Hij u gegeven heeft.

Einde Jozua 23