Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
De zonden van de tong |
1 ZIJTa niet vele meesters, mijne broeders, wetende bdat wij te meerder oordeel zullen ontvangen. a Matth. 23:8. b Matth. 7:1. Luk. 6:37. |
a Matth. 23:8 Doch gij zult niet rabbi genaamd worden; want Eén is uw Meester, namelijk Christus; en gij zijt allen broeders; b Matth. 7:1 OORDEELT niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. Luk. 6:37 En oordeelt niet, en gij zult niet geoordeeld worden; verdoemt niet, en gij zult niet verdoemd worden; laat los, en gij zult losgelaten worden. |
2 Want wij struikelen allen in vele. cIndien iemand in woorden niet struikelt, die is een volmaakt man, machtig om ook het gehele lichaam in den toom te houden. c Ps. 34:14. Jak. 1:26. |
c Ps. 34:14 Nun. Bewaar uw tong van het kwade, en uw lippen van bedrog te spreken. Jak. 1:26 Indien iemand onder u dunkt dat hij godsdienstig is, en zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart verleidt, dezes godsdienst is ijdel. |
3 Zie, wij leggen den paarden tomen in de monden, opdat zij ons zouden gehoorzamen, en wij leiden daarmede
hun gehele lichaam om. |
4 Zie, ook de schepen, hoewel zij zo groot zijn en van harde winden gedreven, zij worden omgewend van een zeer klein roer, waarheen ook de begeerte des stuurders wil. |
5 dAlzo is ook de tong een klein lid, en roemt nochtans grote dingen. Zie, een klein vuur, hoe groten hoop hout het aansteekt. d Spr. 12:18; 15:2. |
d Spr. 12:18 Daar is een die woorden als steken van een zwaard onbedachtelijk uitspreekt; maar de tong der wijzen is medicijn. Spr. 15:2 De tong der wijzen maakt de wetenschap goed, maar de mond der zotten stort overvloediglijk dwaasheid uit. |
6 De tong is ook een vuur, een wereld der ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze leden gesteld, welke het gehele lichaam besmet, en ontsteekt het rad onzer geboorte, en wordt ontstoken van de hel. |
7 Want alle natuur, beide der wilde dieren en der vogelen, beide der kruipende en der zeedieren, wordt getemd en is getemd geweest van de menselijke natuur; |
8 Maar de tong kan geen mens temmen; zij is een onbedwingelijk kwaad, vol van dodelijk venijn. |
9 Door haar loven wij God en den Vader, en door haar vervloeken wij de mensen, edie naar de gelijkenis Gods gemaakt zijn. e Gen. 1:27. |
e Gen. 1:27 En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld Gods schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen. |
10 Uit denzelfden mond komt voort zegening en vervloeking. Dit moet, mijne broeders, alzo niet geschieden. |
11 Welt ook een fontein uit één zelfde ader het zoet en het bitter? |
12 Kan ook, mijne broeders, een vijgenboom olijven voortbrengen, of een wijnstok vijgen? Alzo kan geen fontein zout en zoet water voortbrengen. |
De wijsheid van boven |
13 Wie is wijs en verstandig onder u? fDie bewijze uit zijn goeden wandel zijn werken in zachtmoedige wijsheid. f Ef. 5:8. |
f Ef. 5:8 Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts |
14 gMaar indien gij bitteren nijd en twistgierigheid hebt in uw hart, zo roemt en liegt niet tegen de waarheid. g Rom. 13:13. |
g Rom. 13:13 Laat ons, als in den dag, eerlijk wandelen, niet in brasserijen en dronkenschappen, niet in slaapkamers en ontuchtigheden, niet in twist en nijdigheid; |
15 hDeze is de wijsheid niet die van boven afkomt, maar is aards, natuurlijk, duivels. h 1 Kor. 2:6, 7. |
h 1 Kor. 2:6 En wij spreken wijsheid onder de volmaakten; doch een wijsheid niet dezer wereld, noch der oversten dezer wereld, die tenietworden; 1 Kor. 2:7 Maar wij spreken de wijsheid Gods, bestaande
in verborgenheid, die bedekt was, welke God tevoren verordineerd heeft tot onze heerlijkheid, eer de wereld was; |
16 iWant waar nijd en twistgierigheid is, aldaar is verwarring en alle boze handel. i 1 Kor. 3:3. Gal. 5:20. |
i 1 Kor. 3:3 Want gij zijt nog vleselijk. Want dewijl onder u nijd is en twist en tweedracht, zijt gij niet vleselijk, en wandelt gij niet
naar den mens? Gal. 5:20 Afgoderij, venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen, |
17 Maar de wijsheid die van boven is, die is ten eerste zuiver, daarna vreedzaam, bescheiden, gezeggelijk, vol van barmhartigheid en van goede vruchten, niet partijdig oordelende, en ongeveinsd. |
18 En de vrucht der rechtvaardigheid wordt in vrede gezaaid voor degenen die vrede maken. |