Statenvertaling.nl

sample header image

Hebreeën 9 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Hebreeën 9

Dit hoofdstuk voorgelezen (v):

 

De onvolmaaktheid van de offers van het oude verbond
1 ZO had dan wel ook het eerste verbond rechten van den godsdienst, en het wereldlijk heiligdom.
2 aWant de tabernakel was toebereid, namelijk de eerste, in welken was de kandelaar en de tafel en bde toonbroden, welke genaamd wordt het heilige; a Ex. 26:1; 36:1. b Lev. 24:5. verwijsteksten
3 Maar achter het tweede voorhangsel was de tabernakel, genaamd het heilige der heiligen,
4 Hebbende een gouden wierookvat, en cde ark des verbonds, alom met goud overdekt, in welke was dde gouden kruik, waar het manna in was, en ede staf van Aäron, die gebloeid had, en fde tafelen des verbonds. c Ex. 25:10. d Ex. 16:33. e Num. 17:10. f Ex. 34:29. 1 Kon. 8:9. 2 Kron. 5:10. verwijsteksten
5 gEn boven over deze ark waren de cherubijnen der heerlijkheid, die het verzoendeksel beschaduwden; van welke dingen wij nu van stuk tot stuk niet zullen zeggen. g Ex. 25:22. verwijsteksten
6 Deze dingen nu aldus toebereid zijnde, hzo gingen wel de priesters in den eersten tabernakel te allen tijde, om de godsdiensten te volbrengen; h Num. 28:3. verwijsteksten
7 iMaar in den tweeden tabernakel ging alleen de hogepriester eenmaal des jaars, niet zonder bloed, hetwelk hij offerde voor zichzelven en voor des volks misdaden; i vers 25. Ex. 30:10. Lev. 16:2, 34. verwijsteksten
8 Waarmede de Heilige Geest dit beduidde, kdat de weg des heiligdoms nog niet openbaar gemaakt was, zolang de eerste tabernakel nog stand had; k Joh. 14:6. verwijsteksten
9 Welke was een afbeelding voor dien tegenwoordigen tijd, in welken gaven en slachtoffers geofferd werden, die dengene die den dienst pleegde, niet konden heiligen naar de consciëntie;
10 Bestaande alleen lin spijzen en dranken men verscheidene wassingen en rechtvaardigmakingen des vleses, tot op den tijd der verbetering opgelegd. l Lev. 11:2. m Num. 19:7, enz. verwijsteksten
 
De volmaaktheid van Christus’ offer
11 Maar Christus, nde Hogepriester der toekomende goederen, gekomen zijnde, is door den meerderen en volmaakteren tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is niet van dit maaksel, n Hebr. 3:1; 4:14; 6:20; 8:1. verwijsteksten
12 Noch door het bloed der bokken en kalveren, omaar door Zijn eigen bloed, eenmaal ingegaan in het heiligdom, een eeuwige verlossing teweeggebracht hebbende. o Hand. 20:28. Ef. 1:7. Kol. 1:14. Hebr. 10:10. 1 Petr. 1:19. Openb. 1:5; 5:9. verwijsteksten
13 pWant indien het bloed der stieren en bokken en de as der jonge koe, besprengende de onreinen, hen heiligt tot de reinheid des vleses, p Lev. 16:14. Num. 19:4. Hebr. 10:4. verwijsteksten
14 Hoeveel te meer zal qhet bloed van Christus, rDie door den eeuwigen Geest Zichzelven Gode onstraffelijk opgeofferd heeft, uw consciëntie reinigen van dode werken, som den levenden God te dienen! q 1 Joh. 1:7. Openb. 1:5. r Gal. 1:4. Ef. 5:2. Tit. 2:14. s Luk. 1:74. Rom. 6:13. Gal. 2:20. 1 Petr. 4:2. verwijsteksten
15 En daarom is Hij de Middelaar des Nieuwen Testaments, topdat, de dood daartussen gekomen zijnde tot verzoening der overtredingen die onder het eerste Testament waren, degenen die geroepen zijn, de beloftenis der eeuwige erve ontvangen zouden. t Rom. 5:6. 1 Petr. 3:18. verwijsteksten
16 Want waar een testament is, daar is het noodzaak dat de dood des testamentmakers tussenkome;
17 vWant een testament is vast in de doden, dewijl het nog geen kracht heeft wanneer de testamentmaker leeft; v Gal. 3:15. verwijsteksten
18 Waarom ook het eerste niet zonder bloed is ingewijd.
19 Want als al de geboden naar de wet van Mozes tot al het volk uitgesproken waren, nam hij het bloed der kalveren en bokken, met water en purperen wol en hysop, en besprengde beide het boek zelf en al het volk,
20 Zeggende: xDit is het bloed des testaments, hetwelk God aan ulieden heeft geboden. x Ex. 24:8. Matth. 26:28. verwijsteksten
21 En hij besprengde desgelijks ook den tabernakel en al de vaten van den dienst met het bloed.
22 En alle dingen worden bijna door bloed gereinigd naar de wet, en zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving.
23 Zo was het dan noodzaak dat wel de voorbeeldingen der dingen die in de hemelen zijn, door deze dingen gereinigd werden, maar de hemelse dingen zelve door betere offeranden dan deze.
24 Want Christus is niet ingegaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is, hetwelk is een tegenbeeld van het ware, maar in den hemel zelven, om nu te verschijnen voor het aangezicht Gods voor ons;
25 Noch ook opdat Hij Zichzelven dikmaals zou opofferen, ygelijk de hogepriester alle jaar in het heiligdom ingaat met vreemd bloed y vers 7. Ex. 30:10. Lev. 16:2, 34. verwijsteksten
26 (Anders had Hij dikmaals moeten lijden van de grondlegging der wereld af); maar nu is Hij eenmaal in de voleinding der eeuwen geopenbaard, om de zonde teniet te doen door Zijns Zelfs offerande.
27 En gelijk het den mensen gezet is éénmaal te sterven, en daarna het oordeel,
28 zAlzo ook Christus, éénmaal geofferd zijnde om veler zonden weg te nemen, zal ten anderen male zonder zonde gezien worden van degenen die Hem verwachten tot zaligheid. z Rom. 5:6, 8. 1 Petr. 3:18. verwijsteksten

Einde Hebreeën 9