Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
1 MAAR van de tijden en de gelegenheden, broeders, hebt gij niet van node dat men u schrijft. |
2 Want gij weet zelven zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal komen gelijk een dief in den nacht. |
3 Want wanneer zij zullen zeggen: Het is vrede en zonder gevaar, dan zal een haastig verderf hun overkomen, gelijk de barensnood een bevruchte vrouw, en zij zullen het geenszins ontvlieden. |
4 Maar gij, broeders, gij zijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zou bevangen. |
5 Gij zijt allen kinderen des lichts en kinderen des dags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis. |
6 Zo laat ons dan niet slapen, gelijk als de anderen, maar laat ons waken en nuchter zijn. |
7 Want die slapen, slapen des nachts, en die dronken zijn, zijn des nachts dronken. |
8 Maar wij die des dags zijn, laat ons nuchter zijn, aangedaan hebbende het borstwapen des geloofs en der liefde, en tot een helm de hoop der zaligheid. |
9 Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid door onzen Heere Jezus Christus, |
10 Die voor ons gestorven is, opdat wij, hetzij dat wij waken, hetzij dat wij slapen, tezamen met Hem leven zouden. |
11 Daarom, vermaant elkander, en sticht de een den ander, gelijk gij ook doet. |
12 En wij bidden u, broeders, erkent degenen die onder u arbeiden en uw voorstanders zijn in den Heere en u vermanen, |
13 En acht hen zeer veel in liefde, om huns werks wil. Zijt vreedzaam onder elkander. |
14 En wij bidden u, broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig jegens allen. |
15 Ziet dat niemand kwaad voor kwaad iemand vergelde, maar jaagt allen tijd het goede na, zo jegens elkander als jegens allen. |
16 Verblijdt u allen tijd. |
17 Bidt zonder ophouden. |
18 Dankt God
in alles; want dit is de wil Gods in Christus Jezus over u. |
19 Blust den Geest niet uit; |
20 Veracht de profetieën niet; |
21 Beproeft alle dingen; behoudt het goede. |
22 Onthoudt u van allen schijn des kwaads. |
23 En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest en ziel en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus. |
24 Hij Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal. |
25 Broeders, bidt voor ons. |
26 Groet al de broeders met een heiligen kus. |
27 Ik bezweer ulieden bij den Heere, dat deze zendbrief al den heiligen broederen gelezen worde. |
28 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen. |