Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Waarschuwing tegen valse verdraagzaamheid |
1 WANNEER u de HEERE uw God zal gebracht hebben in het land waar gij naartoe gaat om dat te erven, en Hij avele volken voor uw aangezicht zal hebben uitgeworpen, de Hethieten en de Girgasieten en de Amorieten en de Kanaänieten en de Ferezieten en de Hevieten en de Jebusieten, zeven volken die meerder en machtiger zijn dan gij, a Deut. 31:3. |
a Deut. 31:3 De HEERE uw God, Die zal voor uw aangezicht overgaan; Die zal deze volken van voor uw aangezicht verdelgen, dat gij hen erfelijk bezit; Jozua, die zal voor uw aangezicht overgaan, gelijk als de HEERE gesproken heeft. |
2 En de HEERE uw God hen zal gegeven hebben voor uw aangezicht, bdat gij hen slaat, zo zult gij hen ganselijk verbannen; cgij zult geen verbond met hen maken, noch hun genadig zijn. b Num. 33:52. Joz. 11:11. c Ex. 23:32; 34:15. |
b Num. 33:52 Zo zult gij alle inwoners des lands voor uw aangezicht uit de bezitting verdrijven en al hun beeltenissen verderven; ook zult gij al hun gegoten beelden verderven en al hun hoogten verdelgen. Joz. 11:11 En zij sloegen alle ziel die daarin was met de scherpte des zwaards, die verbannende; er bleef niets over wat adem had; en Hazor verbrandde hij met het vuur. c Ex. 23:32 Gij zult met hen noch met hun goden een verbond maken. Ex. 34:15 Opdat gij misschien geen verbond maakt met den inwoner van hetzelve land; en zij hun goden niet nahoereren, noch hun goden offeranden doen, en hij u nodigende, gij van hun offerande eet, |
3 Gij zult u ook met hen niet dvermaagschappen; gij zult uw dochters niet geven aan hun zonen en hun dochters niet nemen voor uw zonen. d Ex. 34:16. 1 Kon. 11:2. |
d Ex. 34:16 En gij voor uw zonen vrouwen neemt van hun dochters; en hun dochters, haarlieder goden nahoererende, maken dat ook uw zonen haar goden nahoereren. 1 Kon. 11:2 Van die volken waarvan de HEERE gezegd had tot de kinderen Israëls: Gijlieden zult tot hen niet ingaan en zij zullen tot u niet inkomen; zij zouden zekerlijk uw hart achter hun goden neigen; aan dezen hing Sálomo met liefde. |
4 Want zij zouden uw zonen van Mij doen afwijken, dat zij andere goden zouden dienen; en de toorn des HEEREN zou tegen ulieden ontsteken en u haast verdelgen. |
5 Maar alzo zult gij hun doen: ehun altaren zult gij afwerpen en hun opgerichte beelden verbreken, en hun bossen zult gij afhouwen en hun gesneden beelden met vuur verbranden. e Ex. 23:24; 34:13. Deut. 12:2, 3. |
e Ex. 23:24 Gij zult u voor hun goden niet buigen, noch hen dienen, ook zult gij naar hun werken niet doen; maar gij zult ze geheel afbreken en hun opgerichte beelden gans vermorzelen. Ex. 34:13 Maar hun altaren zult gijlieden omwerpen en hun opgerichte beelden zult gij verbreken, en hun bossen zult gij afhouwen Deut. 12:2 Gij zult ganselijk vernielen al de plaatsen alwaar de volken die gij zult erven, hun goden gediend hebben, op de hoge bergen en op de heuvelen en onder allen groenen boom. Deut. 12:3 En gij zult hun altaren afwerpen en hun opgerichte beelden verbreken en hun bossen met vuur verbranden en de gesneden beelden hunner goden nederhouwen, en gij zult hun naam tenietdoen uit diezelve plaats. |
6 Want fgij zijt een heilig volk den HEERE uw God; u heeft de HEERE uw God verkoren, dat gij Hem tot een volk des eigendoms zoudt zijn uit alle volken die op den aardbodem zijn. f Ex. 19:5. Deut. 4:20; 14:21; 26:18; 28:9. 1 Petr. 2:9. |
f Ex. 19:5 Nu dan, indien gij naarstiglijk Mijn stem zult gehoorzamen en Mijn verbond houden, zo zult gij Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de ganse aarde is Mijne. Deut. 4:20 Maar ulieden heeft de HEERE aangenomen en uit den ijzeroven, uit Egypte, uitgevoerd, opdat gij Hem tot een erfvolk zoudt zijn, gelijk het te dezen dage is. Deut. 14:21 Gij zult geen dood aas eten; den vreemdeling die in uw poorten is, zult gij het geven, dat hij het ete, of verkoopt het den vreemde; want gij zijt een heilig volk den HEERE uw God. Gij zult het bokje niet koken in de melk zijner moeder. Deut. 26:18 En de HEERE heeft u heden doen zeggen, dat gij Hem tot een volk des eigendoms zult zijn, gelijk als Hij u gesproken heeft, en dat gij al Zijn geboden zult houden; Deut. 28:9 De HEERE zal u Zichzelven tot een heilig volk bevestigen, gelijk als Hij u gezworen heeft, wanneer gij de geboden des HEEREN uws Gods zult houden en in Zijn wegen wandelen. 1 Petr. 2:9 Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk; opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht; |
7 De HEERE heeft geen lust tot u gehad noch u verkoren om uw veelheid boven alle andere volken; want gij waart het weinigste van alle volken. |
8 Maar omdat de HEERE ulieden gliefhad en opdat Hij hield den eed dien Hij uw vaderen gezworen had, heeft u de HEERE met een sterke hand uitgevoerd, en heeft u verlost uit het diensthuis, uit de hand van Farao, koning van Egypte. g Deut. 10:15. |
g Deut. 10:15 Alleenlijk heeft de HEERE lust gehad aan uw vaderen om die lief te hebben, en heeft hun zaad na hen, ulieden, uit al de volken verkoren, gelijk het te dezen dage is. |
9 Gij zult dan weten, dat de HEERE uw God hdie God is, die getrouwe God, Dewelke het verbond en de weldadigheid houdt dien die Hem liefhebben en Zijn geboden houden, tot in duizend geslachten. h Ex. 20:5. Deut. 5:9. |
h Ex. 20:5 Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde lid dergenen die Mij haten; Deut. 5:9 Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen en aan het derde en aan het vierde lid dergenen die Mij haten; |
10 En Hij vergeldt eenieder van hen die Hem haten, in zijn aangezicht, om hem te verderven; Hij zal het Zijn hater niet ivertrekken, in zijn aangezicht zal Hij het hem vergelden. i Nah. 1:2. |
i Nah. 1:2 Een ijverig God en een Wreker is de HEERE, een Wreker is de HEERE en zeer grimmig; een Wreker is de HEERE aan Zijn wederpartijders, en Hij behoudt den toorn aan Zijn vijanden. |
11 Houd dan de geboden en de inzettingen en de rechten, die ik u heden gebied, om die te doen. |
12 Zo zal het geschieden, komdat gij deze rechten zult horen en houden en dezelve doen, dat de HEERE uw God u het verbond en de weldadigheid zal houden, die Hij uw vaderen gezworen heeft. k Lev. 26:3. Deut. 28:1. |
k Lev. 26:3 Indien gij in Mijn inzettingen wandelen, en Mijn geboden houden en die doen zult, Deut. 28:1 EN het zal geschieden, indien gij der stem des HEEREN uws Gods vlijtiglijk zult gehoorzamen, waarnemende te doen al Zijn geboden die ik u heden gebied, zo zal de HEERE uw God u hoog zetten boven alle volken der aarde. |
13 En Hij zal u liefhebben en zal u zegenen en u doen vermenigvuldigen; en Hij zal zegenen de vrucht uws buiks en de vrucht uws lands, uw koren en uw most en uw olie, de voortzetting uwer koeien en de kudden van uw kleinvee, in het land dat Hij uw vaderen gezworen heeft u te geven. |
14 Gezegend zult gij zijn boven alle volken; er zal onder u lnoch man noch vrouw onvruchtbaar zijn, ook niet onder uw beesten. l Ex. 23:26. |
l Ex. 23:26 Er zal geen misdrachtige noch onvruchtbare in uw land zijn; Ik zal het getal uwer dagen vervullen. |
15 En de HEERE zal alle krankheid van u afweren, en Hij zal u geen van de kwade ziekten der Egyptenaars, die gij kent, opleggen, maar zal ze leggen op allen die u haten. |
16 Gij zult dan al die volken verteren, die de HEERE uw God u geven zal, uw oog zal hen niet verschonen; en gij zult hun goden niet dienen, want dat zou u een strik zijn. |
17 Zo gij in uw hart zeidet: Deze volken zijn meerder dan ik; hoe zou ik hen uit de bezitting kunnen verdrijven? |
18 Vrees niet voor hen; gedenk steeds wat de HEERE uw God aan Farao en aan alle Egyptenaars gedaan heeft; |
19 mDe grote verzoekingen, die uw ogen gezien hebben, en de tekenen en de wonderen en de sterke hand en den uitgestrekten arm, door welken u de HEERE uw God heeft uitgevoerd: alzo zal de HEERE uw God doen aan alle volken voor welker aangezicht gij vreest. m Deut. 4:34; 29:3. |
m Deut. 4:34 Of: of God verzocht heeft te gaan om Zich een volk uit het midden eens volks aan te nemen door verzoekingen, door tekenen en door wonderen en door strijd en door een sterke hand en door een uitgestrekten arm en met grote verschrikkingen, naar al hetgeen dat de HEERE uw God ulieden voor uw ogen in Egypte gedaan heeft? Deut. 29:3 De grote verzoekingen die uw ogen gezien hebben, diezelve tekenen en grote wonderen. |
20 Daartoe zal de HEERE uw God ook nhorzels onder hen zenden, totdat zij omkomen die overgebleven en voor uw aangezicht verborgen zijn. n Ex. 23:28. Joz. 24:12. |
n Ex. 23:28 Ik zal ook horzels voor uw aangezicht zenden; die zullen van voor uw aangezicht uitstoten de Hevieten, de Kanaänieten en de Hethieten. Joz. 24:12 En Ik zond horzels voor u heen; die dreven hen weg van ulieder aangezicht, gelijk
de beide koningen der Amorieten, niet door uw zwaard, noch door uw boog. |
21 Ontzet u niet voor hunlieder aangezicht; want de HEERE uw God is in het midden van u, een groot en vreselijk God. |
22 En de HEERE uw God zal deze volken voor uw aangezicht allengskens uitwerpen; haastelijk zult gij hen niet mogen tenietdoen, opdat het wild des velds niet tegen u vermenigvuldige. |
23 En de HEERE zal hen geven voor uw aangezicht; en Hij zal hen verschrikken met grote verschrikking, totdat zij verdelgd worden. |
24 Ook zal Hij hun koningen in uw hand geven, dat gij hun naam van onder den hemel tenietdoet; geen man zal voor uw aangezicht bestaan, totdat gij hen zult hebben verdelgd. |
25 De gesneden beelden van hun goden zult gij met vuur verbranden; het zilver en goud dat daaraan is, zult gij niet begeren, noch voor u nemen, opdat gij daardoor niet verstrikt wordt; want dat is den HEERE uw God een gruwel. |
26 Gij zult dan den gruwel in uw huis niet brengen, dat gij een ban zoudt worden, gelijk datzelve is; gij zult het ganselijk verfoeien en ten enenmale een gruwel daarvan hebben, want het is een ban. |