Statenvertaling.nl

sample header image

Deuteronomium 23 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Deuteronomium 23

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

Wie niet in de vergadering des HEEREN mogen komen
1 DIE door plettering verwond of uitgesneden is aan de mannelijkheid, zal in de vergadering des HEEREN niet komen.
2 Geen bastaard zal in de vergadering des HEEREN komen; zelfs zijn tiende geslacht zal in de vergadering des HEEREN niet komen.
3 Geen aAmmoniet noch Moabiet zal in de vergadering des HEEREN komen; zelfs hun tiende geslacht zal in de vergadering des HEEREN niet komen tot in eeuwigheid; a Neh. 13:1. verwijsteksten
4 Ter oorzake dat zij ulieden op den weg niet tegengekomen zijn met brood en met water, als gij uit Egypte uittoogt; en omdat hij tegen u gehuurd heeft bBíleam, den zoon van Beor, van Pethor uit Mesopotámië, om u te vloeken. b Num. 22:3, 4, 5, enz. verwijsteksten
5 Doch de HEERE uw God heeft naar Bíleam niet willen horen, maar de HEERE uw God heeft u den vloek in een zegen veranderd, omdat de HEERE uw God u liefhad.
6 Gij zult hun vrede en hun best niet zoeken, al uw dagen in eeuwigheid.
7 Den Edomiet zult gij voor geen gruwel houden, want hij is uw broeder; den Egyptenaar zult gij voor geen gruwel houden, want gij zijt een vreemdeling geweest in zijn land.
8 Aangaande de kinderen die hun zullen geboren worden in het derde geslacht, elk van die zal in de vergadering des HEEREN komen.
 
Reinheid van het veldleger
9 Wanneer het leger uittrekt tegen uw vijanden, zo zult gij u wachten voor alle kwade zaak.
10 Wanneer iemand onder u is die niet rein is, door enig toeval des nachts, die zal tot buiten het leger uitgaan; hij zal tot binnen het leger niet komen.
11 Maar het zal geschieden, dat hij zich tegen het naken van den avond met water zal baden; en als de zon ondergegaan is, zal hij tot binnen het leger komen.
12 Gij zult ook een plaats hebben buiten het leger, en daarheen zult gij uitgaan naar buiten.
13 En gij zult een schopje hebben nevens uw gereedschap; en het zal geschieden als gij buiten gezeten hebt, dan zult gij daarmede graven en u omkeren, en bedekken wat van u uitgegaan is.
14 Want de HEERE uw God wandelt in het midden van uw leger, om u te verlossen en om uw vijanden voor uw aangezicht te geven; daarom zal uw leger heilig zijn, opdat Hij niets schandelijks onder u zie en achterwaarts van u afkere.
 
Verschillende voorschriften
15 Gij zult een knecht aan zijn heer niet overleveren, die van zijn heer tot u ontkomen zal zijn.
16 Hij zal bij u blijven in het midden van u, in de plaats die hij zal verkiezen, in een van uw poorten waar het goed voor hem is; gij zult hem niet verdrukken.
17 Er zal geen hoer zijn onder de dochteren Israëls; en er zal geen schandjongen zijn onder de zonen Israëls.
18 Gij zult geen hoerenloon noch hondenprijs in het huis des HEEREN uws Gods brengen tot enige gelofte; want ook die beide zijn den HEERE uw God een gruwel.
19 Gij zult aan uw broeder niet cwoekeren met woeker van geld, met woeker van spijze, met woeker van enig ding waarmede men woekert. c Ex. 22:25. Lev. 25:36. Neh. 5:2, enz. Luk. 6:34, 35. verwijsteksten
20 Aan den vreemde zult gij woekeren, maar aan uw broeder zult gij niet woekeren; opdat u de HEERE uw God zegene in alles waaraan gij uw hand slaat, in het land waar gij naartoe gaat om dat te erven.
21 Wanneer gij den HEERE uw God deen gelofte zult beloofd hebben, gij zult niet vertrekken die te betalen; want de HEERE uw God zal ze zekerlijk van u eisen, en zonde zou in u zijn. d Num. 30:2. verwijsteksten
22 Maar als gij nalaat te beloven, zo zal het geen zonde in u zijn.
23 Wat uit uw lippen gaat, zult gij houden en doen; gelijk als gij den HEERE uw God een vrijwillig offer beloofd hebt, dat gij met uw mond gesproken hebt.
24 Wanneer gij gaan zult in uws naasten wijngaard, zo zult gij druiven eten naar uw lust tot uw verzadiging; maar in uw vat zult gij niets doen.
25 Wanneer gij zult gaan in uws naasten estaande koren, zo zult gij de aren met uw hand afplukken; maar de sikkel zult gij aan uws naasten staande koren niet bewegen. e Matth. 12:1. verwijsteksten

Einde Deuteronomium 23