Statenvertaling.nl

sample header image

Galaten 1 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Galaten 1

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

1 PAULUS, een apostel (geroepen niet van mensen, noch door een mens, maar door JEZUS CHRISTUS, en God den Vader, Die Hem uit de doden opgewekt heeft),
2 En al de broeders die met mij zijn, aan de gemeenten van Galátië:
3 Genade zij u en vrede van God den Vader en onzen Heere Jezus Christus;
4 Die Zichzelven gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige boze wereld, naar den wil van onzen God en Vader,
5 Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.
6 Ik verwonder mij dat gij zo haast wijkende van Dengene Die u in de genade van Christus geroepen heeft, overgebracht wordt tot een ander evangelie;
7 Daar er geen ander is; maar er zijn sommigen die u ontroeren en het Evangelie van Christus willen verkeren.
8 Doch al ware het ook dat wij, of een engel uit den hemel, u een evangelie verkondigde buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.
9 Gelijk wij tevoren gezegd hebben, zo zeg ik ook nu wederom: Indien u iemand een evangelie verkondigt buiten hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt.
10 Want predik ik nu de mensen of God? Of zoek ik mensen te behagen? Want indien ik nog mensen behaagde, zo ware ik geen dienstknecht van Christus.
11 Maar ik maak u bekend, broeders, dat het Evangelie hetwelk van mij verkondigd is, niet is naar den mens.
12 Want ik heb ook hetzelve niet van een mens ontvangen noch geleerd, maar door de openbaring van Jezus Christus.
13 Want gij hebt mijn omgang gehoord, die eertijds in het Jodendom was, dat ik uitnemend zeer de gemeente Gods vervolgde en dezelve verwoestte,
14 En dat ik in het Jodendom toenam boven velen van mijn ouderdom in mijn geslacht, zijnde overvloediglijk ijverig voor mijn vaderlijke inzettingen.
15 Maar wanneer het Gode behaagd heeft, Die mij van mijner moeders lijf aan afgezonderd heeft, en geroepen door Zijn genade,
16 Zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Denzelven door het Evangelie onder de heidenen zou verkondigen, zo ben ik terstond niet te rade gegaan met vlees en bloed,
17 En ben niet wederomgegaan naar Jeruzalem tot degenen die voor mij apostelen waren; maar ik ging heen naar Arabië, en keerde weder naar Damascus.
18 Daarna kwam ik na drie jaren weder te Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en ik bleef bij hem vijftien dagen;
19 En zag geen ander van de apostelen dan Jakobus, den broeder des Heeren.
20 Hetgeen nu ik u schrijf, zie, ik getuig voor God dat ik niet lieg.
21 Daarna ben ik gekomen in de gewesten van Syrië en van Cilícië.
22 En ik was van aangezicht onbekend aan de gemeenten in Judéa, die in Christus zijn.
23 Maar zij hadden alleenlijk gehoord dat men zeide: Degene die ons eertijds vervolgde, verkondigt nu het geloof, hetwelk hij eertijds verwoestte.
24 En zij verheerlijkten God in mij.

Einde Galaten 1