Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
1 EN wij als
medearbeidende, bidden u ook, dat gij de genade Gods niet tevergeefs moogt ontvangen hebben. |
2 Want Hij zegt: In den aangenamen tijd heb Ik U verhoord, en in den dag der zaligheid heb Ik U geholpen. Zie, nu is het de welaangename tijd, zie, nu is het de dag der zaligheid. |
3 Wij geven geen aanstoot in enig ding, opdat de bediening niet gelasterd worde; |
4 Maar wij als dienaars Gods, maken onszelven in alles aangenaam, in veel verdraagzaamheid, in verdrukkingen, in noden, in benauwdheden, |
5 In slagen, in gevangenissen, in beroerten, in arbeid, in waken, in vasten, |
6 In reinheid, in kennis, in lankmoedigheid, in goedertierenheid, in den Heiligen Geest, in ongeveinsde liefde, |
7 In het Woord der waarheid, in de kracht Gods, door de wapenen der gerechtigheid aan de rechter- en aan de linkerzijde, |
8 Door eer en oneer, door kwaad gerucht en goed gerucht; als verleiders en nochtans waarachtig; |
9 Als onbekend en nochtans bekend; als stervende, en zie, wij leven; als getuchtigd en niet gedood; |
10 Als droevig zijnde, doch altijd blijde; als arm, doch velen rijk makende; als niets hebbende en nochtans
alles bezittende. |
11 Onze mond is opengedaan tegen u, o Korinthiërs, ons hart is uitgebreid. |
12 Gij zijt niet nauw in ons, maar gij zijt nauw in uw ingewanden. |
13 Nu, om dezelfde vergelding te doen (ik spreek als tot mijn kinderen) zo wordt gij ook uitgebreid. |
14 Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? |
15 En wat samenstemming heeft Christus met Belial, of wat deel heeft de gelovige met den ongelovige? |
16 Of wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want gij zijt de tempel des levenden Gods, gelijkerwijs God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen en Ik zal onder hen wandelen, en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een volk zijn. |
17 Daarom, gaat uit het midden van hen en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen. |
18 En Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Heere, de Almachtige. |