Statenvertaling.nl

sample header image

Romeinen 12 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Romeinen 12

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

De Gode welbehaaglijke offerande
1 IK bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, adat gij uw lichamen bstelt tot een levende, heilige en Gode welbehaaglijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst. a 1 Petr. 2:5. b Rom. 6:13, 16. verwijsteksten
2 cEn wordt dezer wereld niet gelijkvormig, maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, dopdat gij moogt beproeven welke de goede en welbehagende en volmaakte wil van God is. c 1 Joh. 2:15. d Ef. 5:17. 1 Thess. 4:3. verwijsteksten
3 Want door de genade edie mij gegeven is, zeg ik een iegelijk die onder u is, fdat hij niet wijs zij boven hetgeen men behoort wijs te zijn, maar dat hij wijs zij tot matigheid, gelijk als gGod een iegelijk de mate des geloofs gedeeld heeft. e Rom. 1:5. f Ef. 4:7. g 1 Kor. 12:11. Ef. 4:7. verwijsteksten
4 Want hgelijk wij in één lichaam vele leden hebben, en de leden alle niet dezelfde werking hebben, h 1 Kor. 12:27. Ef. 1:23; 4:16; 5:23. Kol. 1:24. verwijsteksten
5 iAlzo zijn wij velen één lichaam in Christus, maar elkeen zijn wij elkanders leden. i 1 Kor. 12:4. 2 Kor. 10:13. 1 Petr. 4:10. verwijsteksten
6 Hebbende nu kverscheidene gaven, naar de genade die ons gegeven is, k 1 Kor. 12:4. verwijsteksten
7 Zo laat ons die gaven besteden, hetzij lprofetie, naar de mate des geloofs; mhetzij bediening, in het bedienen; hetzij die leert, in het leren; l 1 Kor. 12:10. m 1 Petr. 4:10, 11. verwijsteksten
8 Hetzij die vermaant, in het vermanen; die uitdeelt, nin eenvoudigheid; die een voorstander is, in naarstigheid; die barmhartigheid doet, oin blijmoedigheid. n Matth. 6:1, 2, 3. o Deut. 15:7. 2 Kor. 9:7. verwijsteksten
 
Opwekking tot liefde
9 De liefde zij ongeveinsd. pHebt een afkeer van het boze, en hangt het goede aan. p Ps. 97:10. Amos 5:15. verwijsteksten
10 qHebt elkander hartelijk lief met broederlijke liefde, rmet eer de een den ander voorgaande. q Ef. 4:2. Hebr. 13:1. 1 Petr. 1:22; 2:17. r Filipp. 2:3. 1 Petr. 5:5. verwijsteksten
11 Zijt niet traag in het benaarstigen. Zijt vurig van geest. Dient den Heere.
12 sVerblijdt u in de hoop. tZijt geduldig in de verdrukking. vVolhardt in het gebed. s Rom. 15:13. 1 Thess. 5:16. t Hebr. 10:36; 12:1. Jak. 5:7. v Luk. 18:1. Ef. 6:18. Kol. 4:2. 1 Thess. 5:17. verwijsteksten
13 xDeelt mede tot de behoeften der heiligen. yTracht naar herbergzaamheid. x 1 Kor. 16:1. y Hebr. 13:2. 1 Petr. 4:9. verwijsteksten
14 zZegent hen die u vervolgen; zegent, en vervloekt niet. z Matth. 5:44. 1 Kor. 4:12. verwijsteksten
15 Verblijdt u met de blijden, en weent met de wenenden.
16 aWeest eensgezind onder elkander. bTracht niet naar de hoge dingen, maar voegt u tot de nederige. Zijt niet wijs bij uzelven. a Rom. 15:5. 1 Kor. 1:10. Filipp. 2:2; 3:16. 1 Petr. 3:8. b Spr. 3:7. Jes. 5:21. verwijsteksten
17 cVergeldt niemand kwaad voor kwaad. dBezorgt hetgeen eerlijk is voor alle mensen. c Spr. 20:22. Matth. 5:39. 1 Kor. 6:7. 1 Thess. 5:15. d 2 Kor. 8:21. 1 Petr. 2:12. verwijsteksten
18 eIndien het mogelijk is, zoveel in u is, houdt vrede met alle mensen. e Mark. 9:50. Hebr. 12:14. verwijsteksten
19 fWreekt uzelven niet, beminden, maar geeft den toorn plaats; want er is geschreven: gMij komt de wrake toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heere. f Matth. 5:39. Luk. 6:29. g Deut. 32:35. Hebr. 10:30. verwijsteksten
20 hIndien dan uw vijand hongert, zo spijzig hem; indien hem dorst, zo geef hem te drinken; want dat doende zult gij kolen vuurs op zijn hoofd hopen. h Spr. 25:21. Matth. 5:44. verwijsteksten
21 Word van het kwade niet overwonnen, maar overwin het kwade door het goede.

Einde Romeinen 12