Statenvertaling.nl

sample header image

Lukas 21 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Lukas 21

Dit hoofdstuk voorgelezen (v):

 

De penningskens der weduwe
1 ENa opziende, zag Hij de rijken hun gaven in de schatkist werpen. a 2 Kon. 12:9. Mark. 12:41. verwijsteksten
2 En Hij zag ook een zekere arme weduwe twee kleine penningskens daarin werpen.
3 En Hij zeide: Waarlijk Ik zeg u, dat deze barme weduwe meer dan allen heeft ingeworpen. b 2 Kor. 8:12. verwijsteksten
4 Want die allen hebben van hun overvloed geworpen tot de gaven Gods; maar deze heeft van haar gebrek, al den leeftocht dien zij had, daarin geworpen.
 
De tekenen van het einde der wereld
5 cEn als sommigen zeiden van den tempel, dat hij met schone stenen en begiftigingen versierd was, zeide Hij: c Matth. 24:1. Mark. 13:1. verwijsteksten
6 Wat deze dingen aangaat, die gij aanschouwt, der zullen dagen komen in welke niet een steen op den anderen steen zal gelaten worden, die niet zal worden afgebroken. d 1 Kon. 9:7. Micha 3:12. Luk. 19:44. verwijsteksten
7 En zij vraagden Hem, zeggende: Meester, wanneer zullen dan deze dingen zijn? En welk is het teken wanneer deze dingen zullen geschieden?
8 eEn Hij zeide: Ziet dat gij niet verleid wordt; fwant velen zullen er komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus, en de tijd is nabijgekomen. Gaat dan hen niet na. e Jer. 29:8. Matth. 24:4. Ef. 5:6. Kol. 2:18. 2 Thess. 2:2. 1 Joh. 4:1. f Jer. 14:14; 23:21. verwijsteksten
9 En wanneer gij zult horen van oorlogen en beroerten, zo wordt niet verschrikt; want deze dingen moeten eerst geschieden, maar nog is terstond het einde niet.
10 Toen zeide Hij tot hen: gHet ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk. g Jes. 19:2. verwijsteksten
11 En er zullen grote aardbevingen wezen in verscheidene plaatsen, en hongersnoden, en pestilentiën; er zullen ook schrikkelijke dingen en grote tekenen van den hemel geschieden.
12 hMaar vóór dit alles zullen zij hun handen aan ulieden slaan, en u vervolgen, u overleverende in de synagogen en igevangenissen; en gij zult getrokken worden voor kkoningen en stadhouders om Mijns Naams wil. h Matth. 10:17; 24:9. Mark. 13:9. Joh. 16:2. Openb. 2:10. i Hand. 4:3; 5:18; 12:4; 16:24. k Hand. 25:23. verwijsteksten
13 En dit zal u overkomen tot een getuigenis.
14 lNeemt dan in uw harten voor, van tevoren niet te overdenken hoe gij u verantwoorden zult. l Matth. 10:19. Mark. 13:11. verwijsteksten
15 mWant Ik zal u mond en wijsheid geven, welke niet zullen kunnen tegenspreken noch wederstaan allen die zich tegen u zetten. m Ex. 4:12. Jes. 54:17. Matth. 10:19. Hand. 6:10. verwijsteksten
16 nEn gij zult overgeleverd worden ook van ouders en broeders en magen en vrienden; en zij zullen er sommigen uit u ododen; n Micha 7:6. o Hand. 7:59; 12:2. verwijsteksten
17 pEn gij zult van allen gehaat worden om Mijns Naams wil. p Matth. 10:22. Mark. 13:13. verwijsteksten
18 qDoch niet een haar uit uw hoofd zal verloren gaan. q 1 Sam. 14:45. 2 Sam. 14:11. 1 Kon. 1:52. Matth. 10:30. verwijsteksten
19 Bezit uw zielen in uw lijdzaamheid.
 
De grote verdrukking
20 rMaar wanneer gij zien zult dat Jeruzalem van heirlegers omsingeld wordt, zo weet alsdan dat haar verwoesting nabijgekomen is. r Dan. 9:27. Matth. 24:15. Mark. 13:14. verwijsteksten
21 Alsdan die in Judéa zijn, dat zij vlieden naar de bergen; en die in het midden van dezelve zijn, dat zij daar uittrekken; en die op de velden zijn, dat zij in dezelve niet komen.
22 Want deze zijn dagen der wrake, sopdat alles vervuld worde dat geschreven is. s Dan. 9:26, 27. Matth. 24:15. Mark. 13:14. verwijsteksten
23 Doch wee den bevruchten en den zogenden vrouwen in die dagen; want er zal grote nood zijn in het land, en toorn over dit volk.
24 En zij zullen vallen door de scherpte des zwaards, en gevankelijk weggevoerd worden onder alle volken; en Jeruzalem zal van de heidenen vertreden worden, ttotdat de tijden der heidenen vervuld zullen zijn. t Rom. 11:25. verwijsteksten
 
Christus’ wederkomst
25 vEn er zullen tekenen zijn in de zon en maan en sterren, en op de aarde benauwdheid der volken met twijfelmoedigheid, als de zee en watergolven groot geluid zullen geven, v Jes. 13:10. Ez. 32:7. Joël 2:31; 3:15. Matth. 24:29. Mark. 13:24. Openb. 6:12. verwijsteksten
26 En den mensen het hart zal bezwijken van vrees en verwachting der dingen die het aardrijk zullen overkomen; want de krachten der hemelen zullen bewogen worden.
27 xEn alsdan zullen zij den Zoon des mensen zien komen in een wolk met grote kracht en heerlijkheid. x Dan. 7:10. Matth. 16:27; 24:30; 25:31; 26:64. Mark. 13:26; 14:62. Hand. 1:11. 2 Thess. 1:10. Openb. 1:7. verwijsteksten
 
De uitspruitende vijgenboom
28 Als nu deze dingen beginnen te geschieden, zo ziet omhoog en heft uw hoofden opwaarts, yomdat uw verlossing nabij is. y Rom. 8:23. verwijsteksten
29 zEn Hij zeide tot hen een gelijkenis: Ziet den vijgenboom en al de bomen. z Matth. 24:32. Mark. 13:28. verwijsteksten
30 Wanneer zij nu uitspruiten en gij dat ziet, zo weet gij uit uzelven dat de zomer nu nabij is.
31 Alzo ook gij, wanneer gij deze dingen zult zien geschieden, zo weet dat het Koninkrijk Gods nabij is.
32 Voorwaar Ik zeg u, dat dit geslacht geenszins zal voorbijgaan, totdat alles zal geschied zijn.
33 aDe hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. a Ps. 102:27. Jes. 51:6. Matth. 24:35. Hebr. 1:11. verwijsteksten
 
Aansporing tot waakzaamheid
34 bEn wacht uzelven, dat uw harten niet te eniger tijd bezwaard worden met brasserij en dronkenschap en zorgvuldigheden dezes levens, en dat u die dag niet onvoorziens overkome. b Rom. 13:13. 1 Thess. 5:6. 1 Petr. 4:7. verwijsteksten
35 cWant gelijk een strik zal hij komen over al degenen die op den gansen aardbodem gezeten zijn. c 1 Thess. 5:2. 2 Petr. 3:10. Openb. 3:3; 16:15. verwijsteksten
36 dWaakt dan te allen tijde, biddende dat gij moogt waardig geacht worden te ontvlieden al deze dingen die geschieden zullen, en te staan voor den Zoon des mensen. d Matth. 24:42; 25:13. Mark. 13:33. Luk. 12:40. 1 Thess. 5:6. verwijsteksten
37 eDes daags nu was Hij lerende in den tempel; maar des nachts ging Hij uit, en vernachtte op den berg genaamd den Olijfberg. e Joh. 8:2. verwijsteksten
38 En al het volk kwam des morgens vroeg tot Hem in den tempel om Hem te horen.

Einde Lukas 21