Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Het dagelijks offer |
1 VERDER sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: |
2 Gebied den kinderen Israëls en zeg tot hen: Mijn offerande, Mijn spijze voor Mijn vuuroffers, Mijn lieflijken reuk, zult gij waarnemen om Mij te offeren op zijn gezetten tijd. |
3 En gij zult tot hen zeggen: Dit is het vuuroffer hetwelk gij den HEERE offeren zult: atwee volkomen eenjarige lammeren des daags, tot een gedurig brandoffer. a Ex. 29:38. |
a Ex. 29:38 Dit nu is het wat gij op het altaar bereiden zult: twee lammeren, die eenjarig zijn, des daags, geduriglijk. |
4 Het ene lam zult gij bereiden des morgens, en het andere lam zult gij bereiden tussen de twee avonden; |
5 bEn een tiende deel ener efa meelbloem ten cspijsoffer, gemengd met het vierendeel van een dhin van gestoten olie. b Ex. 16:36. c Lev. 2:1. d Ex. 29:40. |
b Ex. 16:36 Een gomer nu is het tiende deel van een efa. c Lev. 2:1 ALS nu een ziel een offerande van spijsoffer den HEERE zal offeren, zijn offerande zal meelbloem zijn; en hij zal olie daarop gieten en wierook daarop leggen. d Ex. 29:40 Met een tiende deel meelbloem, gemengd met een vierendeel van een hin gestoten olie; en tot drankoffer een vierde deel van een hin wijn, tot het ene lam. |
6 Het is het gedurig brandoffer, hetwelk op den berg Sinaï ingesteld was tot een lieflijken reuk, een vuuroffer den HEERE. |
7 En zijn drankoffer zal zijn het vierendeel van een hin voor het ene lam; in het heiligdom zult gij het drankoffer des sterken dranks den HEERE offeren. |
8 En het andere lam zult gij bereiden tussen de twee avonden; gelijk het spijsoffer des morgens en gelijk zijn drankoffer zult gij het bereiden, ten vuuroffer des lieflijken reuks den HEERE. |
Het sabbats- en het maandoffer |
9 Maar op den sabbatdag twee volkomen eenjarige lammeren, en twee tienden meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, mitsgaders zijn drankoffer. |
10 Het is het brandoffer des sabbats op elken sabbat, boven het gedurig brandoffer en zijn drankoffer. |
11 En in de beginselen uwer maanden zult gij een brandoffer den HEERE offeren: twee jonge varren en één ram, zeven volkomen eenjarige lammeren; |
12 En drie tienden meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, tot den enen var; en twee tienden meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, tot den enen ram; |
13 En telkens een tiende deel meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, tot het ene lam; het is een brandoffer tot een lieflijken reuk, een vuuroffer den HEERE. |
14 En hun drankoffers zullen zijn de helft van een hin tot een var, en een derde deel van een hin tot een ram, en een vierendeel van een hin van wijn tot een lam. Dat is het brandoffer der nieuwe maan in elke maand, naar de maanden des jaars. |
15 Daartoe zal één geitenbok ten zondoffer den HEERE, boven het gedurig brandoffer, bereid worden, met zijn drankoffer. |
De paas- en de pinksteroffers |
16 eEn in de eerste maand, op den veertienden dag der maand, is het pascha den HEERE. e Ex. 12:18; 23:15. Lev. 23:5. |
e Ex. 12:18 In de eerste maand, aan den veertienden dag der maand, in den avond, zult gij ongezuurde broden eten, tot den een en twintigsten dag der maand, in den avond. Ex. 23:15 Het feest van de ongezuurde broden zult gij houden; zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten (gelijk Ik u geboden heb) te bestemder tijd in de maand Abib, want in dezelve zijt gij uit Egypte getogen; doch men zal niet ledig voor Mijn aangezicht verschijnen. Lev. 23:5 In de eerste maand, op den veertiende der maand, tussen twee avonden, is des HEEREN pascha. |
17 En op den vijftienden dag derzelver maand is het feest; zeven dagen zullen ongezuurde broden gegeten worden. |
18 Op den feersten dag zal een heilige samenroeping zijn; geen dienstwerk zult gijlieden doen; f Lev. 23:7. |
f Lev. 23:7 Op den eersten dag zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen. |
19 Maar gij zult een vuuroffer ten brandoffer den HEERE offeren: twee jonge varren en één ram; daartoe zeven eenjarige lammeren, volkomen zullen zij u zijn. |
20 En hun spijsoffer zal zijn meelbloem, met olie gemengd; drie tienden tot een var en twee tienden tot een ram zult gij bereiden. |
21 Telkens zult gij een tiende deel bereiden tot één lam, tot die zeven lammeren toe. |
22 Daarna één bok ten zondoffer, om over ulieden verzoening te doen. |
23 Behalve het morgenbrandoffer, hetwelk tot een gedurig brandoffer is, zult gij deze dingen bereiden. |
24 Achtervolgens deze dingen zult gij des daags, zeven dagen lang, de spijze des vuuroffers bereiden tot een lieflijken reuk den HEERE; boven dat gedurig brandoffer zal het bereid worden, met zijn drankoffer. |
25 En op den zevenden dag zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen. |
26 Insgelijks op den dag der eerstelingen, als gij een nieuw spijsoffer den HEERE zult offeren na uw weken, zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen. |
27 Dan zult gij den HEERE een brandoffer ten lieflijken reuk offeren: twee jonge varren, één ram, zeven eenjarige lammeren; |
28 En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden tot één var, twee tienden tot één ram; |
29 Telkens een tiende tot één lam, tot die zeven lammeren toe; |
30 Eén geitenbok, om voor u verzoening te doen. |
31 Behalve het gedurig brandoffer en zijn spijsoffer zult gij ze bereiden; zij zullen u volkomen zijn, met hun drankoffers. |