Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Jozua gerechtvaardigd |
1 DAARNA toonde Hij mij Jozua, den hogepriester, staande voor het aangezicht van den Engel des HEEREN, en de satan stond aan zijn rechterhand om hem te wederstaan. |
2 Doch de HEERE zeide tot den satan: aDe HEERE schelde u, gij satan, ja, de HEERE schelde u, Die Jeruzalem verkiest; is deze niet een vuurbrand uit het vuur gerukt? a Jud. vs. 9. |
a Jud. vs. 9 Maar Michaël, de archangel, toen hij met den duivel twistte, en handelde van het lichaam van Mozes, durfde geen oordeel van lastering tegen hem voortbrengen, maar zeide: De Heere bestraffe u. |
3 Jozua nu was bekleed met vuile klederen, als hij voor het aangezicht des Engels stond. |
4 Toen antwoordde Hij en sprak tot degenen die voor Zijn aangezicht stonden, zeggende: Doet deze vuile klederen van hem weg. Daarna sprak Hij tot hem: bZie, Ik heb uw ongerechtigheid van u weggenomen en Ik zal u wisselklederen aandoen. b Micha 7:18. |
b Micha 7:18 Wie is een God gelijk Gij, Die de ongerechtigheid vergeeft en de overtreding van het overblijfsel Zijner erfenis voorbijgaat? Hij houdt Zijn toorn niet in eeuwigheid, want Hij heeft lust aan goedertierenheid. |
5 Dies zeg Ik: Laat hen een reinen hoed op zijn hoofd zetten. En zij zetten dien reinen hoed op zijn hoofd, en zij togen hem klederen aan, en de Engel des HEEREN stond daarbij. |
6 Toen betuigde de Engel des HEEREN Jozua, zeggende: |
7 Zo zegt de HEERE der heirscharen: Indien gij in Mijn wegen zult wandelen, en indien gij Mijn wacht zult waarnemen, zo zult gij ook Mijn huis richten en ook Mijn voorhoven bewaren; en Ik zal u wandelingen geven onder dezen die hier staan. |
8 Hoor nu toe, Jozua, gij hogepriester, gij en uw vrienden, die voor uw aangezicht zitten, want zij zijn een wonderteken; want zie, Ik zal Mijn Knecht, de cSPRUITE, doen komen. c Jes. 4:2; 11:1. Jer. 23:5; 33:15. Zach. 6:12. |
c Jes. 4:2 Te dien dage zal des HEEREN SPRUITE zijn tot sieraad en tot heerlijkheid, en de Vrucht der aarde tot voortreffelijkheid en tot versiering dengenen die het ontkomen zullen in Israël. Jes. 11:1 WANT
er zal een Rijsje voortkomen uit den afgehouwen tronk van Isaï, en een Scheut uit zijn wortelen zal vrucht voortbrengen. Jer. 23:5 Zie, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik den David een rechtvaardige SPRUITE zal verwekken; Die zal Koning zijnde regeren en voorspoedig zijn, en recht en gerechtigheid doen op de aarde. Jer. 33:15 In die dagen en te dien tijde zal Ik den David een SPRUITE der gerechtigheid doen uitspruiten, en Hij zal recht en gerechtigheid doen op aarde. Zach. 6:12 En spreek tot hem, zeggende: Alzo spreekt de HEERE der heirscharen, zeggende: Zie, een Man, Wiens Naam is SPRUITE, Die zal uit Zijn plaats spruiten, en Hij zal des HEEREN tempel bouwen. |
9 Want zie, aangaande dien Steen, Welken Ik gelegd heb voor het aangezicht van Jozua, op dien enen Steen zullen zeven ogen wezen; zie, Ik zal Zijn graveersel graveren, spreekt de HEERE der heirscharen, en Ik zal de ongerechtigheid dezes lands op één dag wegnemen. |
10 Te dien dage, spreekt de HEERE der heirscharen, zult gijlieden een iegelijk zijn naaste nodigen, tot onder den wijnstok en tot onder den vijgenboom. |