Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
De Man met het meetsnoer |
1 WEDEROM hief ik mijn ogen op en ik zag, en zie, er was een Man; en in Zijn hand was een meetsnoer. |
2 En ik zeide: Waar gaat Gij heen? En Hij zeide tot mij: Om Jeruzalem te meten, om te zien hoe groot haar breedte en hoe groot haar lengte wezen zal. |
3 En zie, de Engel Die met mij sprak, ging uit; en een andere engel ging uit Hem tegemoet. |
4 En Hij zeide tot hem: Loop, spreek dezen jongeling aan, zeggende: Jeruzalem zal dorpsgewijze bewoond worden vanwege de veelheid der mensen en der beesten, die in het midden derzelve wezen zal. |
5 En Ik zal haar wezen, spreekt de HEERE, een vurige Muur rondom; en Ik zal tot Heerlijkheid wezen in het midden van haar. |
6 Hui, hui, vliedt toch uit het noorderland, spreekt de HEERE; want Ik heb ulieden uitgebreid naar de vier winden des hemels, spreekt de HEERE. |
7 Hui, Sion, ontkom, gij die woont bij de dochter van Babel. |
8 Want zo zegt de HEERE der heirscharen: Na de heerlijkheid over u heeft Hij Mij gezonden tot die heidenen die ulieden beroofd hebben; want die ulieden aanraakt, die raakt Zijn oogappel aan. |
9 Want zie, Ik zal Mijn hand over henlieden bewegen, en zij zullen hun knechten een roof wezen; alzo zult gijlieden weten dat de HEERE der heirscharen Mij gezonden heeft. |
10 Juich en verblijd u, gij dochter Sions; want zie, Ik kom en aIk zal in het midden van u wonen, spreekt de HEERE. a Lev. 26:12. Ez. 37:27. 2 Kor. 6:16. |
a Lev. 26:12 En Ik zal in het midden van u wandelen en zal u tot een God zijn, en gij zult Mij tot een volk zijn. Ez. 37:27 En Mijn tabernakel zal bij hen zijn, en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. 2 Kor. 6:16 Of wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want gij zijt de tempel des levenden Gods, gelijkerwijs God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen en Ik zal onder hen wandelen, en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een volk zijn. |
11 En vele heidenen zullen te dien dage den HEERE toegevoegd worden, en zij zullen Mij tot een volk wezen; en Ik zal in het midden van u wonen, en gij zult weten dat de HEERE der heirscharen Mij tot u gezonden heeft. |
12 Dan zal de HEERE Juda erven voor Zijn deel in het heilige land, en Hij zal Jeruzalem nog verkiezen. |
13 Zwijg, alle vlees, voor het aangezicht des HEEREN; want Hij is ontwaakt uit Zijn heilige woning. |