Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
God zal Israël verlossen |
1 BEGEERT van den HEERE regen ten tijde des spaden regens; de HEERE maakt de weerlichten; en Hij zal hun regen genoeg geven voor ieder kruid op het veld. |
2 Want de terafim spreken ijdelheid, en de waarzeggers zien valsheid, en zij spreken aijdele dromen, zij troosten met ijdelheid; daarom zijn zij heengetogen als schapen, zij zijn onderdrukt geworden, want er was geen herder. a Pred. 5:6. |
a Pred. 5:6 Want gelijk in de veelheid der dromen ijdelheden zijn, alzo in vele woorden; maar vrees gij God. |
3 Tegen de herders was Mijn toorn ontstoken, en over de bokken heb Ik bezoeking gedaan; maar de HEERE der heirscharen zal Zijn kudde bezoeken, het huis van Juda, en Hij zal hen stellen gelijk het paard Zijner majesteit in den strijd. |
4 Van hetzelve zal de hoeksteen, van hetzelve zal de nagel, van hetzelve zal de strijdboog, tezamen zullen van hetzelve alle drijvers voortkomen. |
5 En zij zullen zijn als de helden, die in het slijk der straten treden in den strijd, en zij zullen strijden, want de HEERE zal met hen wezen; en zij zullen die beschamen die op paarden rijden. |
6 En Ik zal het huis van Juda versterken, en het huis van Jozef zal Ik behouden en Ik zal hen weder inzetten; want Ik heb Mij hunner ontfermd, en zij zullen wezen alsof Ik hen niet verstoten had; want Ik ben de HEERE hun God, en Ik zal hen verhoren. |
7 En zij zullen zijn als een held van Efraïm, en hun hart zal zich verblijden als van den wijn; en hun kinderen zullen het zien en zich verblijden, hun hart zal zich verheugen in den HEERE. |
8 Ik zal hen toesissen en zal hen vergaderen, want Ik zal hen verlossen; en zij zullen vermenigvuldigd worden, gelijk zij tevoren vermenigvuldigd waren. |
9 En Ik zal hen onder de volken zaaien en zij zullen Mijner gedenken in verre plaatsen; en zij zullen leven met hun kinderen en wederkeren. |
10 Want Ik zal hen wederbrengen uit Egypteland, en Ik zal hen vergaderen uit Assyrië; en Ik zal hen in het land Gilead en Libanon brengen, maar het zal hun niet genoeg wezen. |
11 En Hij zal door de zee gaan, die benauwende, en Hij zal de golven in de zee slaan en al de diepten der rivier zullen verdrogen; dan zal de hoogmoed van Assur nedergeworpen worden, en de scepter van Egypte zal wegwijken. |
12 En Ik zal hen sterken in den HEERE, en in Zijn Naam zullen zij wandelen, spreekt de HEERE. |