Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
De dag van Gods toorn |
1 HET woord des HEEREN hetwelk geschied is tot Zefánja, den zoon van Cuschi, den zoon van Gedálja, den zoon van Amárja, den zoon van Hizkía, in de dagen van Josía, den zoon van Amon, den koning van Juda. |
2 Ik zal ganselijk alles wegrapen uit dit land, spreekt de HEERE. |
3 Ik zal wegrapen mensen en beesten, Ik zal wegrapen de vogelen des hemels en de vissen der zee, en de ergernissen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen uit dit land uitroeien, spreekt de HEERE. |
4 En Ik zal Mijn hand uitstrekken tegen Juda en tegen alle inwoners van Jeruzalem; en Ik zal uit deze plaats uitroeien het overblijfsel van Baäl, en den naam der Chemarim met de priesters; |
5 En die zich nederbuigen op de daken voor het heir des hemels, en die zich nederbuigende zweren bij den HEERE, en zweren bij Malcam; |
6 En adie terugkeren van achter den HEERE, en die den HEERE niet zoeken, en vragen naar Hem niet. a Jes. 1:4; 59:13. Jer. 15:6.  |
a Jes. 1:4 Wee het zondige volk, het volk van zware ongerechtigheid, het zaad der boosdoeners, de verdervende kinderen; zij hebben den HEERE verlaten, zij hebben den Heilige Israëls gelasterd, zij hebben zich vervreemd, wijkende achterwaarts. Jes. 59:13 Het overtreden en het liegen tegen den HEERE, en het achterwaarts wijken van onzen God; het spreken van onderdrukking en afval, het ontvangen en het dichten van valse woorden uit het hart. Jer. 15:6 Gij hebt Mij verlaten, spreekt de HEERE, gij zijt achterwaarts gegaan; daarom zal Ik Mijn hand tegen u uitstrekken en u verderven, Ik ben des berouwens moede geworden. |
7 Zwijg voor het aangezicht des Heeren HEEREN; want de dag des HEEREN is nabij, want de HEERE heeft een slachtoffer bereid, Hij heeft Zijn genoden geheiligd. |
8 En het zal geschieden in den dag van het slachtoffer des HEEREN, dat Ik bezoeking zal doen over de vorsten en over de kinderen des konings, en over allen die zich kleden met vreemde kleding. |
9 Ook zal Ik ten zelven dage bezoeking doen over al wie over den dorpel springt; die het huis hunner heren vervullen met geweld en bedrog. |
10 En er zal te dien dage, spreekt de HEERE, een stem des gekrijts zijn van de Vispoort af, en een gehuil van het tweede gedeelte, en een grote breuk van de heuvelen af. |
11 Huilt, gij inwoners der laagte; want al het volk van koophandel is uitgehouwen, al de gelddragers zijn uitgeroeid. |
12 En het zal geschieden te dien tijde, Ik zal Jeruzalem met lantaarnen doorzoeken; en Ik zal bezoeking doen over de mannen die stijf geworden zijn op hun droesem, die in hun hart zeggen: De HEERE doet geen goed en Hij doet geen kwaad. |
13 Daarom zal hun vermogen ten roof worden en hun huizen tot verwoesting; zij bouwen wel huizen, maar zij zullen ze niet bewonen; en zij planten wijngaarden, maar zij zullen derzelver wijn niet drinken. |
14 De grote dag des HEEREN is nabij, hij is nabij en zeer haastende; de stem van den dag des HEEREN; de held zal aldaar bitterlijk schreeuwen. |
15 Die dag zal een dag der verbolgenheid zijn; een dag der benauwdheid en des angstes, een dag der woestheid en verwoesting, been dag der duisternis en der donkerheid, een dag der wolk en der dikke donkerheid; b Joël 2:1, 2.  |
b Joël 2:1 BLAAST de bazuin te Sion, en roept luide op den berg Mijner heiligheid; laat alle inwoners des lands beroerd zijn; want de dag des HEEREN komt, want hij is nabij; Joël 2:2 Een dag van duisternis en donkerheid, een dag van wolken en dikke duisterheid, als de dageraad uitgespreid over de bergen; een groot en machtig volk, desgelijks vanouds niet geweest is, en na hetzelve niet meer zal zijn tot in jaren van vele geslachten. |
16 Een dag der bazuin en des geklanks, tegen de vaste steden en tegen de hoge hoeken. |
17 En Ik zal de mensen bang maken, dat zij zullen gaan als de blinden, want zij hebben tegen den HEERE gezondigd; en hun bloed zal vergoten worden als stof, en hun vlees zal worden als drek. |
18 Noch chun zilver, noch hun goud zal hen kunnen redden dten dage der verbolgenheid des HEEREN, maar door het vuur Zijns ijvers zal dit ganse land verteerd worden; want Hij zal een voleinding maken, gewisselijk een haastige, met al de inwoners dezes lands. c Spr. 11:4. Ez. 7:19. d vss. 14, 15, 16.  |
c Spr. 11:4 Goed doet geen nut ten dage der verbolgenheid, maar de gerechtigheid redt van den dood. Ez. 7:19 Zij zullen hun zilver op de straten werpen, en hun goud zal tot onreinheid zijn; hun zilver en hun goud zal hen niet kunnen uithelpen ten dage der verbolgenheid des HEEREN; hun ziel zullen zij niet verzadigen en hun ingewanden zullen zij niet vullen; want het zal de aanstoot hunner ongerechtigheid zijn. d vers 14 De grote dag des HEEREN is nabij, hij is nabij en zeer haastende; de stem van den dag des HEEREN; de held zal aldaar bitterlijk schreeuwen. vers 15 Die dag zal een dag der verbolgenheid zijn; een dag der benauwdheid en des angstes, een dag der woestheid en verwoesting, een dag der duisternis en der donkerheid, een dag der wolk en der dikke donkerheid; vers 16 Een dag der bazuin en des geklanks, tegen de vaste steden en tegen de hoge hoeken. |