Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Gods majesteit tegen Ninevé |
1 DE last van Ninevé. Het boek des gezichts van Nahum, den Elkosiet. |
2 Een aijverig God en een Wreker is de HEERE, een Wreker is de HEERE en zeer grimmig; een Wreker is de HEERE aan Zijn wederpartijders, en Hij behoudt den toorn aan Zijn vijanden. a Ex. 20:5.  |
a Ex. 20:5 Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde lid dergenen die Mij haten; |
3 De HEERE is lankmoedig, doch van grote kracht, en Hij houdt den schuldige geenszins onschuldig; des HEEREN weg is in wervelwind en in storm, en de wolken zijn het stof Zijner voeten. |
4 Hij scheldt de zee en maakt ze droog, en Hij verdroogt alle rivieren; Basan en Karmel kwelen, ook kweelt de bloem van Libanon. |
5 bDe bergen beven voor Hem en de heuvelen versmelten; en de aarde licht zich op voor Zijn aangezicht; en de wereld, en allen die daarin wonen. b Ex. 19:18. Ps. 18:8; 29:5, 6; 68:8; 97:4, 5; 114:4.  |
b Ex. 19:18 En de ganse berg Sinaï rookte, omdat de HEERE op denzelven nederkwam in vuur; en zijn rook ging op als de rook van een oven, en de ganse berg beefde zeer. Ps. 18:8 Toen daverde en beefde de aarde, en de gronden der bergen beroerden zich en daverden, omdat Hij ontstoken was. Ps. 29:5 De stem des HEEREN breekt de ceders; ja, de HEERE verbreekt de ceders van Libanon. Ps. 29:6 En Hij doet ze huppelen als een kalf, den Libanon en Sirjon als een jongen eenhoorn. Ps. 68:8 O God, toen Gij voor het aangezicht Uws volks uittoogt, toen Gij daarheen traadt in de woestijn, Sela, Ps. 97:4 Zijn bliksemen verlichten de wereld; het aardrijk ziet ze en het beeft. Ps. 97:5 De bergen smelten als was voor het aanschijn des HEEREN, voor het aanschijn des Heeren der ganse aarde. Ps. 114:4 De bergen sprongen als rammen, de heuvelen als lammeren. |
6 Wie zal voor Zijn gramschap staan, en wie zal voor de hittigheid Zijns toorns bestaan? Zijn grimmigheid is uitgestort als vuur, en de rotsstenen worden van Hem vermorzeld. |
7 De HEERE is goed, cHij is ter sterkte in den dag der benauwdheid, en Hij kent hen die op Hem betrouwen. c Joël 3:16.  |
c Joël 3:16 En de HEERE zal uit Sion brullen en uit Jeruzalem Zijn stem geven, dat hemel en aarde beven zullen; maar de HEERE zal de Toevlucht Zijns volks en de Sterkte der kinderen Israëls zijn. |
8 En met een doorgaanden vloed zal Hij haar plaats tenietmaken, en duisternis zal Zijn vijanden vervolgen. |
9 Wat denkt gijlieden tegen den HEERE? Hij zal Zelf een voleinding maken; de benauwdheid zal niet tweemaal oprijzen. |
10 Dewijl zij in elkander gevlochten zijn als doornen, en dronken zijn gelijk zij plegen dronken te zijn, zo worden zij volkomenlijk verteerd als een dorre stoppel. |
11 Van u is een uitgegaan die kwaad denkt tegen den HEERE, een Belialsraadsman. |
12 Alzo zegt de HEERE: Zijn zij voorspoedig en alzo velen, alzo zullen zij ook geschoren worden, en hij zal doorgaan; Ik heb u wel gedrukt, maar Ik zal u niet meer drukken; |
13 Maar nu zal Ik zijn juk van u breken, en zal uw banden verscheuren. |
14 Doch tegen u heeft de HEERE bevolen, dat er van uw naam niemand meer gezaaid zal worden; uit het huis uws gods zal Ik uitroeien de gesneden en gegoten beelden; Ik zal u daar een graf maken, als gij zult veracht zijn geworden. |
15 dZie op de bergen de voeten desgenen die het goede boodschapt, die vrede doet horen. Vier uw vierdagen, o Juda, betaal uw geloften; want de Belialsman zal voortaan niet meer door u doorgaan, hij is gans uitgeroeid. d Jes. 52:7. Rom. 10:15.  |
d Jes. 52:7 Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten desgenen die het goede boodschapt, die den vrede doet horen; desgenen die goede boodschap brengt van het goede, die heil doet horen; desgenen die tot Sion zegt: Uw God is Koning. Rom. 10:15 En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? Gelijk geschreven is: Hoe lieflijk zijn de voeten dergenen die vrede verkondigen, dergenen die het goede verkondigen! |