Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Het eerste offer van Aäron |
1 EN het geschiedde ten achtsten dage, dat Mozes riep Aäron en zijn zonen, en de oudsten van Israël. |
2 En hij zeide tot Aäron: aNeem u een kalf, een jong rund, ten zondoffer, en een ram ten brandoffer, die volkomen zijn, en breng ze voor het aangezicht des HEEREN. a Ex. 29:1.  |
a Ex. 29:1 DIT nu is de zaak die gij hun doen zult om hen te heiligen, dat zij Mij het priesterambt bedienen: neem één var, het jong eens runds en twee volkomen rammen; |
3 Daarna spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: Neemt een geitenbok ten zondoffer, en een kalf en een lam, eenjarige, volkomene, ten brandoffer; |
4 Ook een os en ram ten dankoffer, om voor het aangezicht des HEEREN te offeren; en spijsoffer met olie gemengd; want heden zal de HEERE u verschijnen. |
5 Toen namen zij wat Mozes geboden had, brengende dat tot vóór aan de tent der samenkomst; en de gehele vergadering naderde en stond voor het aangezicht des HEEREN. |
6 En Mozes zeide: Deze zaak, die de HEERE geboden heeft, zult gij doen; en de heerlijkheid des HEEREN zal u verschijnen. |
7 En Mozes zeide tot Aäron: Nader tot het altaar en maak uw bzondoffer en uw brandoffer toe, en doe verzoening voor u en voor het volk; maak daarna de offerande des volks toe en doe de verzoening voor hen, gelijk als de HEERE geboden heeft. b Lev. 16:6. Hebr. 7:27.  |
b Lev. 16:6 Daarna zal Aäron den var des zondoffers die voor hem zal zijn, offeren, en zal voor zich en voor zijn huis verzoening doen. Hebr. 7:27 Dien het niet allen dag nodig was, gelijk den hogepriesters, eerst voor zijn eigen zonden slachtoffers op te offeren, daarna voor de zonden des volks; want dat heeft Hij eenmaal gedaan, als Hij Zichzelven opgeofferd heeft. |
8 Toen naderde Aäron tot het altaar, en slachtte het kalf des zondoffers dat voor hem was. |
9 En de zonen van Aäron brachten het bloed tot hem en hij doopte zijn vinger in dat bloed en deed het op de hoornen des altaars; daarna goot hij het bloed uit aan den bodem des altaars. |
10 Maar het vet en de nieren en het net van de lever van het zondoffer heeft hij op het altaar aangestoken, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. |
11 Doch het vlees en de huid verbrandde hij met vuur buiten het leger. |
12 Daarna slachtte hij het brandoffer; en de zonen van Aäron leverden aan hem het bloed; en hij sprengde dat rondom op het altaar. |
13 Ook leverden zij aan hem het brandoffer in zijn stukken, met het hoofd; en hij stak het aan op het altaar. |
14 En hij wies het ingewand en de schenkels, en hij stak ze aan op het brandoffer, op het altaar. |
15 Daarna deed hij de offerande cdes volks toebrengen; en nam den bok des zondoffers die voor het volk was, en slachtte hem en bereidde hem ten zondoffer, gelijk het eerste. c Lev. 4:13.  |
c Lev. 4:13 Indien nu de gehele vergadering Israëls afgedwaald zal zijn, en de zaak voor de ogen der gemeente verborgen is, en zij iets gedaan zullen hebben tegen
enige van alle geboden des HEEREN, dat niet zou gedaan worden, en zijn schuldig geworden; |
16 Verder deed hij het brandoffer toebrengen, en maakte dat toe naar het recht. |
17 En hij deed dhet spijsoffer toebrengen en vulde daarvan zijn hand en stak het aan op het altaar, behalve het emorgenbrandoffer. d Lev. 2:1. e Ex. 29:38, enz.  |
d Lev. 2:1 ALS nu een ziel een offerande van spijsoffer den HEERE zal offeren, zijn offerande zal meelbloem zijn; en hij zal olie daarop gieten en wierook daarop leggen. e Ex. 29:38 Dit nu is het wat gij op het altaar bereiden zult: twee lammeren, die eenjarig zijn, des daags, geduriglijk. |
18 Daarna slachtte hij den os en den ram ten dankoffer dat voor het volk was; en de zonen van Aäron leverden het bloed aan hem (hetwelk hij rondom op het altaar sprengde); |
19 En het vet van den os, en van den ram, den staart, en wat het ingewand bedekt, en de nieren en het net der lever. |
20 En zij legden het vet op de borsten; en hij stak dat vet aan op het altaar. |
21 Maar de borsten en fden rechterschouder bewoog Aäron ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN, gelijk als Mozes geboden had. f Lev. 7:32.  |
f Lev. 7:32 Gij zult ook den rechterschouder tot een hefoffer den priester geven, uit uw dankoffers. |
22 Daarna hief Aäron zijn handen op tot het volk en zegende hen; en hij kwam af, nadat hij het zondoffer en brandoffer en dankoffer gedaan had. |
23 Toen ging Mozes met Aäron in de tent der samenkomst; daarna kwamen zij uit en zegenden het volk; en de heerlijkheid des HEEREN verscheen al het volk. |
24 Want geen vuur ging uit van het aangezicht des HEEREN en verteerde op het altaar het brandoffer en het vet. Als het ganse volk dit zag, zo juichten zij, en vielen op hun aangezichten. g 1 Kon. 18:38. 2 Kron. 7:1.  |
g 1 Kon. 18:38 Toen viel het vuur des HEEREN en verteerde dat brandoffer, en dat hout, en die stenen, en dat stof, ja, lekte dat water op hetwelk in de groeve was. 2 Kron. 7:1 ALS nu Sálomo voleind had te bidden, zo daalde het vuur van den hemel en verteerde het brandoffer en de slachtoffers; en de heerlijkheid des HEEREN vervulde het huis. |