Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
1 ALS nu een ziel een offerande van spijsoffer den HEERE zal offeren, zijn offerande zal meelbloem zijn; en hij zal olie daarop gieten en wierook daarop leggen. |
2 En hij zal het brengen tot de zonen van Aäron, de priesters, een van welke daarvan zijn hand vol grijpen zal uit deszelfs meelbloem en uit deszelfs olie, met al deszelfs wierook; en de priester zal deszelfs gedenkoffer aansteken op het altaar; het is een vuuroffer tot een lieflijken reuk den HEERE. |
3 Wat nu overblijft van het spijsoffer zal van Aäron en zijn zonen zijn; het is een heiligheid der heiligheden van de vuuroffers des HEEREN. |
4 En als gij offeren zult een offerande van spijsoffer, een gebak des ovens, het zullen zijn ongezuurde koeken, van meelbloem met olie gemengd, en ongezuurde vladen met olie bestreken. |
5 En indien uw offerande spijsoffer is in de pan gekookt, zij zal zijn van ongezuurde meelbloem met olie gemengd. |
6 Breek ze in stukken en giet olie daarop; het is een spijsoffer. |
7 En zo uw offerande een spijsoffer des ketels is, het zal van meelbloem met olie gemaakt worden. |
8 Dan zult gij dat spijsoffer hetwelk daarvan zal gemaakt worden, den HEERE toebrengen; en men zal het tot den priester doen naderen, die dat tot het altaar dragen zal. |
9 En de priester zal van dat spijsoffer deszelfs gedenkoffer opnemen en op het altaar aansteken; het is een vuuroffer tot een lieflijken reuk den HEERE. |
10 En wat overblijft van het spijsoffer zal van Aäron en zijn zonen zijn; het is een heiligheid der heiligheden van de vuuroffers des HEEREN. |
11 Geen spijsoffer dat gij den HEERE zult offeren, zal met desem gemaakt worden; want van geen zuurdesem en van geen honing zult gijlieden den HEERE vuuroffer aansteken. |
12 De offerande der eerstelingen, die zult gij den HEERE offeren; maar op het altaar zullen zij niet komen tot een lieflijken reuk. |
13 En alle offerande uws spijsoffers zult gij met zout zouten, en het zout van het verbond uws Gods van uw spijsoffer niet laten afblijven; met al uw offerande zult gij zout offeren. |
14 En zo gij den HEERE een spijsoffer der eerste vruchten offert, zult gij het spijsoffer uwer eerste vruchten van groene aren bij het vuur gedord, dat is het kleingebroken graan van volle groene aren, offeren. |
15 En gij zult olie daarop doen en wierook daarop leggen; het is een spijsoffer. |
16 Zo zal de priester deszelfs gedenkoffer aansteken van zijn kleingebroken graan en van zijn olie, met al den wierook; het is een vuuroffer den HEERE. |