Statenvertaling.nl

sample header image

Hosea 10 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Hosea 10

Dit hoofdstuk voorgelezen (v):

 

1 ISRAËL is een uitgeledigde wijnstok, hij brengt weder vrucht voor zich; maar naar de veelheid zijner vrucht heeft hij de altaren vermenigvuldigd; naar de goedheid zijns lands hebben zij de opgerichte beelden goed gemaakt.
2 Hij heeft hun hart verdeeld, nu zullen zij verwoest worden; Hij zal hun altaren doorhouwen, Hij zal hun opgerichte beelden verstoren.
3 Want nu zullen zij zeggen: Wij hebben geen koning; want wij hebben den HEERE niet gevreesd; wat zou ons dan een koning doen?
4 Zij hebben woorden gesproken, valselijk zwerende in het verbondmaken; daarom zal het oordeel als een vergiftig kruid groenen op de voren der velden.
5 De inwoners van Samaría zullen verschrikt zijn over het kalf van Beth-Aven; want zijn volk zal over hetzelve treuren, mitsgaders zijn Chemarim (die zich over hetzelve verheugden), over zijn heerlijkheid, omdat zij van hetzelve is weggevaren.
6 Ja, datzelve zal naar Assur gevoerd worden tot een geschenk voor den koning Jareb; Efraïm zal schaamte behalen en Israël zal beschaamd worden vanwege zijn raadslag.
7 De koning van Samaría is afgehouwen, als schuim op het water.
8 En de hoogten van Aven, Israëls zonde, zullen verdelgd worden; doornen en distelen zullen op hunlieder altaren opkomen; en zij zullen zeggen tot de bergen: Bedekt ons; en tot de heuvelen: Valt op ons.
9 Sinds de dagen van Gíbea hebt gij gezondigd, o Israël; daar zijn zij staande gebleven; de strijd te Gíbea, tegen de kinderen der verkeerdheid, zal hen niet aangrijpen.
10 Het is in Mijn lust dat Ik hen zal binden; en volken zullen tegen henlieden verzameld worden, als Ik hen binden zal in hun twee voren.
11 Dewijl Efraïm een vaars is, gewend gaarne te dorsen, zo ben Ik over de schoonheid van haar hals overgegaan; Ik zal Efraïm berijden, Juda zal ploegen, Jakob zal voor zich eggen.
12 Zaait u tot gerechtigheid, maait tot weldadigheid; braakt u een braakland; dewijl het tijd is den HEERE te zoeken, totdat Hij kome en over u de gerechtigheid regene.
13 Gij hebt goddeloosheid geploegd, verkeerdheid gemaaid en de vrucht der leugen gegeten; want gij hebt vertrouwd op uw weg, op de veelheid uwer helden.
14 Daarom zal er een groot gedruis ontstaan onder uw volken, en al uw vestingen zullen verstoord worden, gelijk Salman Beth-Arbel verstoorde ten dage des krijgs; de moeder werd er verpletterd met de zonen.
15 Alzo heeft Bethel ulieden gedaan, vanwege de boosheid uwer boosheid; Israëls koning is in den dageraad ten enenmale uitgeroeid.

Einde Hosea 10