Statenvertaling.nl

sample header image

Jeremia 16 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Jeremia 16

Dit hoofdstuk voorgelezen (v):

 

Israëls ballingschap
1 EN des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende:
2 Gij zult u geen vrouw nemen, en gij zult geen zonen noch dochters hebben in deze plaats.
3 Want zo zegt de HEERE van de zonen en van de dochters die in deze plaats geboren worden; daartoe van hun moeders die hen baren, en van hun vaders die hen gewinnen in dit land:
4 Zij zullen pijnlijke adoden sterven, zij zullen niet bbeklaagd, noch cbegraven worden, zij zullen tot dmest op den aardbodem zijn; en zij zullen door het zwaard en door den honger verteerd worden, en hun edode lichamen zullen het gevogelte des hemels en het gedierte der aarde tot spijze zijn. a Jer. 15:2. b Jer. 25:33. c Jer. 14:16. d Jer. 9:22. e Jer. 7:33; 15:3; 34:20. verwijsteksten
5 Want zo zegt de HEERE: Ga niet in het huis desgenen die een rouwmaaltijd houdt, en ga niet heen om te rouwklagen en heb geen medelijden met hen; want Ik heb van dit volk (spreekt de HEERE) weggenomen Mijn vrede, goedertierenheid en barmhartigheden;
6 Zodat groten en kleinen in dit land zullen sterven, zij zullen niet begraven worden; en men zal hen niet beklagen, noch zichzelven finsnijden, noch kaal maken om hunnentwil. f Lev. 19:28. Deut. 14:1. verwijsteksten
7 Ook zal men hun niets uitdelen over den rouw, om iemand te troosten over een dode; noch hun te drinken geven uit den troostbeker, over iemands vader of over iemands moeder.
8 Ga ook niet in een huis des maaltijds, om bij hen te zitten, om te eten en te drinken.
9 Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israëls: Zie, gIk zal van deze plaats voor ulieder ogen en in ulieder dagen doen ophouden de stem der vreugde en de stem der blijdschap, de stem des bruidegoms en de stem der bruid. g Jes. 24:7, 8. Jer. 7:34; 25:10. Ez. 26:13. verwijsteksten
10 En het zal geschieden hals gij dit volk al deze woorden zult aanzeggen, en zij tot u zeggen: Waarom spreekt de HEERE al dit groot kwaad over ons, en welke is onze misdaad, en welke is onze zonde die wij tegen den HEERE onzen God gezondigd hebben? h Jer. 5:19. verwijsteksten
11 Dat gij tot hen zult zeggen: Omdat uw vaders Mij verlaten hebben, spreekt de HEERE, en hebben andere goden nagewandeld en die gediend en zich voor die nedergebogen, maar Mij verlaten en Mijn wet niet gehouden hebben;
12 En gijlieden ierger gedaan hebt dan uw vaders; want zie, gijlieden wandelt een iegelijk naar het kgoeddunken van zijn boos hart, om naar Mij niet te lhoren. i Jer. 7:26. k Jer. 3:17; 9:14; 13:10. l Jer. 11:10; 13:10; 17:23. verwijsteksten
13 Daarom zal Ik ulieden muit dit land werpen in een land dat gij niet gekend hebt, gij noch uw vaders; en aldaar zult gij andere goden dienen, dag en nacht, omdat Ik u geen genade zal geven. m Deut. 4:27; 28:64, 65. verwijsteksten
 
Verlossing uit gevangenschap
14 Daarom, nzie, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat er niet meer zal gezegd worden: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israëls uit Egypteland heeft opgevoerd; n Jer. 23:7, 8. verwijsteksten
15 Maar: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israëls heeft opgevoerd uit het land van het noorden en uit al de landen waarheen Hij hen gedreven had. Want Ik zal hen wederbrengen in hun land, dat Ik hun vaderen gegeven heb.
16 Zie, Ik zal zenden tot vele vissers, spreekt de HEERE, die zullen hen vissen; en daarna zal Ik zenden tot vele jagers, die zullen hen jagen van op allen berg en van op allen heuvel, ja, uit de kloven der steenrotsen.
17 Want Mijn oogen zijn op al hun wegen; zij zijn voor Mijn aangezicht niet verborgen, noch hun ongerechtigheid verholen van voor Mijn ogen. o Job 34:21. Spr. 5:21. Jer. 32:19. verwijsteksten
18 Dies zal Ik eerst hun ongerechtigheid en hun zonde dubbel vergelden, omdat zij Mijn land pontheiligd hebben; zij hebben Mijn erfenis met de qdode lichamen hunner verfoeiselen en hunner gruwelen vervuld. p Jer. 3:2. q Ez. 43:7. verwijsteksten
19 O HEERE, Gij zijt mijn Sterkte en mijn Sterkheid, en mijn Toevlucht ten dage der benauwdheid; tot U zullen de heidenen komen van de einden der aarde, en zeggen: Immers hebben onze vaders leugen erfelijk bezeten, en ijdelheid, waarin toch niets was dat nut deed.
20 Zal een mens zich goden maken? Zij zijn toch geen goden.
21 Daarom, zie, Ik zal hun bekendmaken op ditmaal, Ik zal hun bekendmaken Mijn hand en Mijn macht; en zij zullen weten dat Mijn rNaam is HEERE. r Jer. 33:2. verwijsteksten

Einde Jeremia 16