Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
De heerlijkheid der Kerk |
1 MAAK u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op. |
2 Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken en
donkerheid
de volken; doch over u zal de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. |
3 En de heidenen zullen tot uw licht gaan, en koningen tot den glans die u is opgegaan. |
4 Hef uw ogen rondom op en zie, die allen zijn vergaderd, zij komen tot u; uw zonen zullen van verre komen en uw dochters zullen aan uw zijde gevoedsterd worden. |
5 Dan zult gij het zien en samenvloeien, en uw hart zal vervaard zijn en verwijd worden; want de menigte der zee zal tot u gekeerd worden, het heir der heidenen zal tot u komen. |
6 Een hoop kemels zal u bedekken, de snelle kemels van Midian en Efa; zij allen uit Scheba zullen komen; goud en wierook zullen zij aanbrengen en zij zullen den overvloedigen lof des HEEREN boodschappen. |
7 Al de schapen van Kedar zullen tot u verzameld worden, de rammen van Nebajoth zullen u dienen; zij zullen met welgevallen komen op Mijn altaar, en Ik zal het huis Mijner heerlijkheid heerlijk maken. |
8 Wie zijn dezen, die
daar komen gevlogen als een wolk, en als duiven tot haar vensters? |
9 Want de eilanden zullen Mij verwachten, en de schepen van Tarsis vooreerst, om uw kinderen van verre te brengen, hun zilver en hun goud met hen, tot den Naam des HEEREN uws Gods, en
tot den Heilige Israëls, dewijl Hij u heerlijk gemaakt heeft. |
10 En de vreemden zullen uw muren bouwen en ahun koningen zullen u dienen; want in Mijn verbolgenheid heb Ik u geslagen, maar in Mijn welbehagen heb Ik Mij over u ontfermd. a Jes. 49:23.  |
a Jes. 49:23 En koningen zullen uw voedsterheren zijn, hun vorstinnen uw zoogvrouwen; zij zullen zich voor u buigen met het aangezicht ter aarde en zij zullen het stof uwer voeten lekken; en gij zult weten dat Ik de HEERE ben, dat zij niet beschaamd zullen worden die Mij verwachten. |
11 En uw poorten zullen steeds openstaan, zij zullen des daags noch des nachts toegesloten worden; opdat men tot u inbrenge het heir der heidenen, en hun koningen tot u geleid worden. |
12 Want het volk en het koninkrijk welke u niet zullen dienen, die zullen vergaan; en die volken zullen gans verwoest worden. |
13 De heerlijkheid van Libanon zal tot u komen, de dennenboom, de beuk en de busboom tegelijk, om te versieren de plaats Mijns heiligdoms, en Ik zal de plaats Mijner voeten heerlijk maken. |
14 Ook zullen, zich buigende, tot u komen de kinderen dergenen die u onderdrukt hebben, en allen die u gelasterd hebben, zullen zich nederbuigen aan de planten uwer voeten; en zij zullen u noemen de stad des HEEREN, het Sion van den Heilige Israëls. |
15 In plaats dat bgij verlaten en gehaat zijt geweest, zodat niemand door u heen ging, zo zal Ik u stellen tot een eeuwige heerlijkheid, tot een vreugde van geslacht tot geslacht. b Jes. 49:19; 54:1, 6, 7.  |
b Jes. 49:19 Want in uw woeste en uw eenzame plaatsen, en uw verstoord land, gewisselijk, nu zult gij benauwd worden van inwoners; en die u verslonden, zullen zich verre van u maken. Jes. 54:1 ZING vrolijk, gij onvruchtbare, die
niet gebaard hebt, maak geschal met vrolijk gezang, en juich, die geen barensnood gehad hebt, want de kinderen der eenzame zijn meer dan de kinderen der getrouwde, zegt de HEERE. Jes. 54:6 Want de HEERE heeft u geroepen als een verlaten vrouw en bedroefde van geest; nochtans zijt gij de huisvrouw der jeugd, hoewel gij versmaad zijt geweest, zegt uw God. Jes. 54:7 Voor een klein ogenblik heb Ik u verlaten, maar met grote ontfermingen zal Ik u vergaderen. |
16 En gij zult de melk der heidenen zuigen en gij zult de borsten der koningen zuigen; en gij zult weten dat Ik de HEERE ben, cuw Heiland en uw Verlosser, de Machtige Jakobs. c Jes. 43:3.  |
c Jes. 43:3 Want Ik ben de HEERE uw God, de Heilige Israëls, uw Heiland; Ik heb Egypte, Morenland en Seba gegeven tot uw losgeld, in uw plaats. |
17 Voor koper zal Ik goud brengen en voor ijzer zal Ik zilver brengen, en voor hout koper en voor stenen ijzer, en zal uw opzieners vreedzaam maken en uw drijvers rechtvaardigen. |
18 Er zal geen geweld meer gehoord worden in uw land, verstoring noch verbreking in uw landpalen; maar uw muren zult gij Heil heten en uw poorten Lof. |
19 De zon zal u niet meer wezen tot een licht des daags, en tot een glans zal u de maan niet lichten; maar de HEERE zal u wezen tot een eeuwig Licht, en uw God tot uw Sierlijkheid. |
20 Uw Zon zal niet meer ondergaan, en uw Maan zal Haar licht niet intrekken; want de HEERE zal u tot een eeuwig Licht wezen, en de dagen uwer treuring zullen een einde nemen. |
21 En uw volk zullen altezamen rechtvaardigen zijn, zij zullen in eeuwigheid de aarde erfelijk bezitten; zij zullen zijn een dspruit Mijner plantingen, eeen werk Mijner handen, opdat Ik verheerlijkt worde. d Matth. 15:13. e Jes. 29:23; 45:11.  |
d Matth. 15:13 Maar Hij antwoordende zeide: Alle plant die Mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgeroeid worden. e Jes. 29:23 Want als hij zijn kinderen, het werk Mijner handen, zien zal in het midden van hem, zullen zij Mijn Naam heiligen; en zij zullen den Heilige Jakobs heiligen, en den God Israëls vrezen. Jes. 45:11 Alzo zegt de HEERE, de Heilige Israëls en deszelfs Formeerder: Zij hebben Mij van toekomende dingen gevraagd; van Mijn kinderen, zoudt gij Mij van het werk Mijner handen bevel geven? |
22 De kleinste zal tot duizend worden en de minste tot een machtig volk; Ik, de HEERE, zal zulks te zijner tijd snellijk doen komen. |