Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Sions verlossing |
1 WAAK op, waak op, trek uw sterkte aan, o Sion, trek uw sierlijke klederen aan, o Jeruzalem, gij heilige stad, want in u zal voortaan geen onbesnedene noch onreine meer komen. |
2 Schud u uit het stof, maak u op, zit neder, o Jeruzalem; maak u los van de banden van uw hals, gij gevangen dochter Sions. |
3 Want zo zegt de HEERE: Gijlieden zijt om niet verkocht, gij zult ook zonder geld gelost worden. |
4 Want zo zegt de Heere HEERE: In vorige tijden atrok Mijn volk af in Egypte om als vreemdeling aldaar te verkeren; en Assur heeft hetzelve om niet onderdrukt. a Gen. 46:6. |
a Gen. 46:6 En zij namen hun vee en hun have, die zij in het land Kanaän verworven hadden, en zij kwamen in Egypte: Jakob en al zijn zaad met hem; |
5 En nu, wat heb Ik hier te doen? spreekt de HEERE, dewijl Mijn volk om niet weggenomen is, en
degenen die over hetzelve heersen, het doen huilen, spreekt de HEERE, en Mijn Naam geduriglijk den gansen dag bgelasterd wordt; b Ez. 36:20, 23. Rom. 2:24. |
b Ez. 36:20 Als zij nu tot de heidenen kwamen waarheen zij getogen waren, ontheiligden zij Mijn heiligen Naam, omdat men van hen zeide: Dezen zijn het volk des HEEREN, en zijn uit Zijn land uitgegaan. Ez. 36:23 Want Ik zal Mijn groten Naam heiligen, die onder de heidenen ontheiligd is, dien gij in het midden van hen ontheiligd hebt; en de heidenen zullen weten dat Ik de HEERE ben, spreekt de Heere HEERE, als Ik aan u voor hun ogen zal geheiligd zijn. Rom. 2:24 Want de Naam Gods wordt om uwentwil gelasterd onder de heidenen, gelijk geschreven is. |
6 Daarom zal Mijn volk, daarom zal het Mijn Naam in dien dag kennen, dat Ik het Zelf ben, Die spreek: Zie, hier ben Ik. |
7 cHoe lieflijk zijn op de bergen de voeten desgenen die het goede boodschapt, die den vrede doet horen; desgenen die goede boodschap brengt van het goede, die heil doet horen; desgenen die tot Sion zegt: Uw God is Koning. c Nah. 1:15. Rom. 10:15. |
c Nah. 1:15 Zie op de bergen de voeten desgenen die het goede boodschapt, die vrede doet horen. Vier uw vierdagen, o Juda, betaal uw geloften; want de Belialsman zal voortaan niet meer door u doorgaan, hij is gans uitgeroeid. Rom. 10:15 En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? Gelijk geschreven is: Hoe lieflijk zijn de voeten dergenen die vrede verkondigen, dergenen die het goede verkondigen! |
8 Er is een stem uwer wachters; zij verheffen de stem, zij juichen tezamen; want zij zullen oog aan oog zien, als de HEERE Sion wederbrengen zal. |
9 Maakt een geschal, juicht tezamen, gij woeste plaatsen van Jeruzalem; want de HEERE heeft Zijn volk getroost, Hij heeft Jeruzalem verlost. |
10 De HEERE heeft Zijn heiligen arm ontbloot voor de ogen aller heidenen; den al de einden der aarde zullen zien het heil onzes Gods. d Ps. 98:2. Luk. 3:6. |
d Ps. 98:2 De HEERE heeft Zijn heil bekendgemaakt, Hij heeft Zijn gerechtigheid geopenbaard voor de ogen der heidenen. Luk. 3:6 En alle vlees zal de Zaligheid Gods zien. |
11 Vertrekt, vertrekt, gaat uit vandaar, eraakt het onreine niet aan; gaat uit het midden van haar, reinigt u, gij die de vaten des HEEREN draagt. e 2 Kor. 6:17. Openb. 18:4. |
e 2 Kor. 6:17 Daarom, gaat uit het midden van hen en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen. Openb. 18:4 En ik hoorde een andere stem uit den hemel, zeggende: Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap hebt, en opdat gij van haar plagen niet ontvangt. |
12 Want gijlieden zult niet met haast uitgaan, noch met der vlucht heengaan; want de HEERE zal voor ulieder aangezicht heen trekken, en de God Israëls zal uw Achtertocht wezen. |
De Knecht lijdt borgtochtelijk |
13 Zie, Mijn Knecht zal verstandiglijk handelen; Hij zal verhoogd en verheven, ja, zeer hoog worden. |
14 Gelijk als velen zich over U ontzet hebben, alzo fverdorven was Zijn gelaat, meer dan van iemand, en Zijn gedaante, meer dan van andere mensenkinderen; f Jes. 53:3. |
f Jes. 53:3 Hij was veracht en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten en verzocht in krankheid; en een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht. |
15 Alzo zal Hij vele heidenen besprengen, ja, de koningen zullen hun mond over Hem toehouden; want denwelken het gniet verkondigd was, die zullen het zien, en welke het niet gehoord hebben, die zullen het verstaan. g Rom. 15:21. |
g Rom. 15:21 Maar gelijk geschreven is: Denwelken van Hem niet was geboodschapt, die zullen het zien; en dewelke het niet gehoord hebben, die zullen het verstaan. |