Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Israël beschermd |
1 TE dien dage zal de HEERE met Zijn hard en groot en sterk zwaard bezoeken den leviathan, de langwemelende slang, ja, den leviathan, de kromme slomme slang; en Hij zal den draak die in de zee is, doden. |
2 Te dien dage zal er een wijngaard van roden wijn zijn; zingt van denzelven bij beurten. |
3 Ik, de HEERE, behoed dien, alle ogenblik zal Ik hem bevochtigen; opdat de vijand
hem niet bezoeke, zal Ik hem bewaren nacht en dag. |
4 Grimmigheid is bij Mij niet; wie zou Mij als een doorn en distel in oorlog stellen, dat Ik tegen hem zou aanvallen en hem tegelijk verbranden zou? |
5 Of hij moest Mijn sterkte aangrijpen, hij zal vrede met Mij maken; vrede zal hij met Mij maken. |
6 In het toekomende zal Jakob wortelen schieten, aIsraël zal bloeien en groeien; en zij zullen de wereld met inkomsten vervullen. a Ps. 72:16. |
a Ps. 72:16 Is er een handvol koren in het land op de hoogte der bergen, de vrucht daarvan zal ruisen als de Libanon; en die van de stad zullen bloeien als het kruid der aarde. |
7 Heeft Hij hem geslagen, gelijk Hij dien geslagen heeft die hem sloeg? Is hij gedood, gelijk zijn gedoden gedood zijn geworden? |
8 bMet mate hebt Gij met hem getwist, wanneer Gij hem wegstiet; als
Hij hem wegnam door Zijn harden wind, in den dag des oostenwinds. b Jer. 30:11; 46:28. |
b Jer. 30:11 Want Ik ben met u, spreekt de HEERE, om u te verlossen; want Ik zal een voleinding maken met al de heidenen waarheen Ik u verstrooid heb, maar met u zal Ik geen voleinding maken; maar Ik zal u kastijden met mate en u niet gans onschuldig houden. Jer. 46:28 Gij dan, Mijn knecht Jakob, vrees niet, spreekt de HEERE; want Ik ben met u; want Ik zal een voleinding maken met al de heidenen waar Ik u heen gedreven zal hebben, doch met u zal Ik geen voleinding maken, maar u kastijden met mate en u niet gans onschuldig houden. |
9 Daarom zal daardoor de ongerechtigheid van Jakob verzoend worden, en dit is de ganse vrucht, dat Hij deszelfs zonde zal wegdoen, wanneer Hij al de stenen des altaars maken zal als verstrooide kalkstenen; de bossen en de zonnebeelden zullen niet bestaan. |
10 Want de vaste stad zal eenzaam, de woonstede zal verstoten en verlaten worden gelijk een woestijn; daar zullen de kalveren weiden, en daar zullen zij nederliggen en zullen haar takken verslinden. |
11 Als haar takken verdord zullen zijn, zullen zij afgebroken worden, en de vrouwen, komende, zullen ze aansteken; want het is geen volk van enig verstand; daarom zal Hij Die het gemaakt heeft, Zich deszelven niet ontfermen; en Die het geformeerd heeft, zal aan hetzelve geen genade bewijzen. |
12 En het zal te dien dage geschieden dat de HEERE dorsen zal van den stroom der rivier af tot aan de rivier van Egypte; doch gijlieden czult opgelezen worden, een bij een, o gij kinderen Israëls. c Jes. 17:5. |
c Jes. 17:5 Want hij zal zijn gelijk wanneer een maaier het staande koren verzamelt, en zijn arm aren afmaait, ja, hij zal zijn gelijk wanneer iemand aren leest in het dal Refaïm. |
13 En het zal te dien dage geschieden dat er met een grote bazuin geblazen zal worden; dan zullen die komen die in het land van Assur verloren zijn, en de heengedrevenen in het land van Egypte; en zij zullen den HEERE aanbidden op den heiligen berg te Jeruzalem. |