Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Gods leidende hand |
1 DES konings hart is in de hand des HEEREN, als waterbeken; Hij neigt het tot al wat Hij wil. |
2 aAlle weg des mensen is recht in zijn ogen, maar de HEERE weegt de harten. a Spr. 16:2. |
a Spr. 16:2 Alle wegen des mans zijn zuiver in zijn ogen, maar de HEERE weegt de geesten. |
3 bGerechtigheid en recht te doen is bij den HEERE uitgelezener dan offer. b 1 Sam. 15:22. Ps. 50:8, 14. Jes. 1:11, 16. Hos. 6:6. |
b 1 Sam. 15:22 Doch Samuël zeide: Heeft de HEERE lust aan brandoffers en slachtoffers, als aan het gehoorzamen van de stem des HEEREN? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerken dan het vette der rammen. Ps. 50:8 Om uw offeranden zal Ik u niet straffen, want uw brandoffers zijn steeds vóór Mij. Ps. 50:14 Offer Gode dank, en betaal den Allerhoogste uw geloften. Jes. 1:11 Waartoe zal Mij zijn de veelheid uwer slachtoffers? zegt de HEERE; Ik ben zat van de brandoffers der rammen en van het smeer der vette beesten, en heb geen lust aan het bloed der varren, noch der lammeren, noch der bokken. Jes. 1:16 Wast u, reinigt u, doet de boosheid uwer handelingen van voor Mijn ogen weg, laat af van kwaad te doen. Hos. 6:6 Want Ik heb lust tot weldadigheid en niet tot offer, en tot de kennis Gods meer dan tot brandoffers. |
4 Hoogheid der ogen en trotsheid des harten en de ploeging der goddelozen zijn zonde. |
5 cDe gedachten des vlijtigen zijn alleen tot overschot; maar van eenieder die haastig is, alleen tot gebrek. c Spr. 10:4; 13:4. |
c Spr. 10:4 Die met een bedrieglijke hand werkt, wordt arm, maar de hand der vlijtigen maakt rijk. Spr. 13:4 De ziel des luiaards is begerig, doch er is niets; maar de ziel der vlijtigen zal vet gemaakt worden. |
6 dTe arbeiden om schatten met een valse tong, is een voortgedreven ijdelheid dergenen die den dood zoeken. d Spr. 10:2, 4; 13:11. |
d Spr. 10:2 Schatten der goddeloosheid doen geen nut, maar de gerechtigheid redt van den dood. Spr. 10:4 Die met een bedrieglijke hand werkt, wordt arm, maar de hand der vlijtigen maakt rijk. Spr. 13:11 Goed van ijdelheid gekomen, zal verminderd worden; maar die met de hand vergadert, zal het vermeerderen. |
7 De verwoesting der goddelozen zal hen doorsnijden, omdat zij weigeren recht te doen. |
8 De weg des mensen is gans verkeerd en vreemd, maar het werk des zuiveren is recht. |
9 eHet is beter te wonen op een hoek van het dak dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap. e vers 19. Spr. 25:24; 27:15. |
e vers 19 Het is beter te wonen in een woest land dan bij een zeer kijfachtige en toornige huisvrouw. Spr. 25:24 Het is beter te wonen op een hoek van het dak dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap. Spr. 27:15 Een gedurige druiping ten dage des slagregens en een kijfachtige huisvrouw zijn evengelijk. |
10 De ziel des goddelozen begeert het kwaad; zijn naaste krijgt geen genade in zijn ogen. |
11 fAls men den spotter straft, wordt de slechte wijs; en als men den wijze onderricht, neemt hij wetenschap aan. f Spr. 19:25. |
f Spr. 19:25 Sla den spotter, zo zal de slechte kloekzinnig worden; en bestraf den verstandige, hij zal wetenschap begrijpen. |
12 De rechtvaardige let verstandiglijk op des goddelozen huis, als God de goddelozen in het kwaad stort. |
13 Die zijn oor stopt voor het geschrei des armen, die zal ook roepen en niet verhoord worden. |
14 gEen gift in het verborgen houdt den toorn onder, en een geschenk in den schoot de sterke grimmigheid. g Spr. 17:8; 18:16. |
g Spr. 17:8 Het geschenk is in de ogen zijner heren een aangenaam gesteente; waarheen het zich zal wenden, zal het wel gedijen. Spr. 18:16 De gift des mensen maakt hem ruimte, en zij geleidt hem voor het aangezicht der groten. |
15 Het is den rechtvaardige een blijdschap recht te doen, maar voor de werkers der ongerechtigheid is het verschrikking. |
16 Een mens die van den weg des verstands afdwaalt, zal in de gemeente der doden rusten. |
17 Die blijdschap liefheeft, die zal gebrek lijden; die wijn en olie liefheeft, zal niet rijk worden. |
18 hDe goddeloze is een rantsoen voor den rechtvaardige, en de trouweloze voor de oprechten. h Spr. 11:8. |
h Spr. 11:8 De rechtvaardige wordt uit benauwdheid bevrijd, en de goddeloze komt in zijn plaats. |
19 iHet is beter te wonen in een woest land dan bij een zeer kijfachtige en toornige huisvrouw. i vers 9. Spr. 25:24. |
i vers 9 Het is beter te wonen op een hoek van het dak dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap. Spr. 25:24 Het is beter te wonen op een hoek van het dak dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap. |
20 In des wijzen woning is een gewenste schat en olie, maar een zot mens verslindt zulks. |
21 Die rechtvaardigheid en weldadigheid najaagt, zal het leven, rechtvaardigheid en eer vinden. |
22 De wijze beklimt de stad der geweldigen, en werpt de sterkte haars vertrouwens neder. |
23 kDie zijn mond en zijn tong bewaart, bewaart zijn ziel van benauwdheden. k Spr. 18:21. |
k Spr. 18:21 Dood en leven zijn in het geweld der tong; en eenieder die haar liefheeft, zal haar vrucht eten. |
24 Die een hovaardig pocher is, zijn naam is spotter; hij gaat met hovaardige verbolgenheid te werk. |
25 De begeerte des luiaards zal hem doden, want zijn handen weigeren te werken. |
26 Den gansen dag begeert hij begeerlijke dingen, maar lde rechtvaardige zal geven en niet inhouden. l Ps. 37:26. |
l Ps. 37:26 Den gansen dag ontfermt hij zich en leent, en zijn zaad is tot zegening. |
27 mHet offer der goddelozen is een gruwel; hoeveel te meer als zij het met een schandelijk voornemen brengen! m Spr. 15:8. Jes. 1:13. Jer. 6:20. Amos 5:21. |
m Spr. 15:8 Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel, maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen. Jes. 1:13 Brengt niet meer vergeefs offer, het reukwerk is Mij een gruwel; de nieuwe maanden en sabbatten en
het bijeenroepen der vergaderingen vermag Ik niet, het is ongerechtigheid, zelfs de verbodsdagen. Jer. 6:20 Waartoe zal dan de wierook voor Mij uit Scheba komen, en de beste kalmoes uit verren lande? Uw brandoffers zijn Mij niet behaaglijk en uw slachtoffers zijn Mij niet zoet. Amos 5:21 Ik haat, Ik versmaad uw feesten, en Ik mag uw verbodsdagen niet rieken. |
28 nEen leugenachtig getuige zal vergaan, en een man die hoort, zal spreken tot overwinning. n Spr. 19:5, 9. |
n Spr. 19:5 Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugens blaast, zal niet ontkomen. Spr. 19:9 Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugens blaast, zal vergaan. |
29 Een goddeloos man sterkt zich in zijn aangezicht; maar de oprechte, die maakt zijn weg vast. |
30 Er is geen wijsheid en er is geen verstand en er is geen raad tegen den HEERE. |
31 oHet paard wordt bereid tegen den dag des strijds, maar de overwinning is des HEEREN. o Ps. 33:17. |
o Ps. 33:17 Het paard feilt ter overwinning, en bevrijdt niet door zijn grote sterkheid. |