Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
De behartiging der wijsheid |
1 MIJN zoon, zo gij mijn redenen aanneemt, en mijn geboden bij u weglegt, |
2 Om uw oren naar wijsheid te doen opmerken, zo gij uw hart tot verstandigheid neigt, |
3 Ja, zo gij tot het verstand roept, uw stem verheft tot de verstandigheid, |
4 aZo gij haar zoekt als zilver, en naspeurt als verborgen schatten, a Matth. 13:44. |
a Matth. 13:44 Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk een schat, in den akker verborgen, welken een mens gevonden hebbende, verborg dien, en van blijdschap over denzelven gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft, en koopt dienzelven akker. |
5 Dan zult gij de vreze des HEEREN verstaan, en zult de kennis Gods vinden. |
6 bWant de HEERE geeft wijsheid; uit Zijn mond komt kennis en verstand. b 1 Kon. 3:9, 12. Jak. 1:5. |
b 1 Kon. 3:9 Geef dan Uw knecht een verstandig hart om Uw volk te richten, verstandiglijk onderscheidende tussen goed en kwaad; want wie zou dit Uw zwaar volk kunnen richten? 1 Kon. 3:12 Zie, Ik heb gedaan naar uw woorden; zie, Ik heb u een wijs en verstandig hart gegeven, dat uws gelijke vóór u niet geweest is, en uws gelijke na u niet opstaan zal. Jak. 1:5 En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere, Die een iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden. |
7 Hij legt weg voor de oprechten een bestendig wezen; Hij is een Schild dengenen die oprechtelijk wandelen, |
8 Opdat zij de paden des rechts houden; en Hij zal den weg Zijner gunstgenoten bewaren. |
9 Dan zult gij verstaan gerechtigheid en recht, en billijkheden, en alle goed pad. |
10 Als de wijsheid in uw hart zal gekomen zijn, en de wetenschap voor uw ziel zal lieflijk zijn, |
11 Zo zal de bedachtzaamheid over u de wacht houden, de verstandigheid zal u behoeden; |
12 Om u te redden van den kwaden weg, van den man die verkeerdheden spreekt; |
13 Van degenen die de paden der oprechtheid verlaten, om te gaan in de wegen der duisternis; |
14 Die blijde zijn in het kwaaddoen, zich verheugen in de verkeerdheden des kwaden, |
15 Welker paden verkeerd zijn, en afwijkende in hun sporen; |
16 Om u te redden van de vreemde vrouw, cvan de onbekende, die met haar redenen vleit, c Spr. 5:3; 6:24; 7:5. |
c Spr. 5:3 Want de lippen der vreemde vrouw druppen honingzeem, en haar gehemelte is gladder dan olie; Spr. 6:24 Om u te bewaren voor de kwade vrouw, voor de vleiing der vreemde tong. Spr. 7:5 Opdat zij u bewaren voor de vreemde vrouw, voor de onbekende, die met haar redenen vleit. |
17 Die den leidsman harer jonkheid verlaat, en het verbond haars Gods vergeet. |
18 Want haar huis helt naar den dood, en haar paden naar de overledenen. |
19 Allen die tot haar ingaan, zullen niet wederkomen, en zullen de paden des levens niet aantreffen. |
20 Opdat gij wandelt op den weg der goeden, en houdt de paden der rechtvaardigen. |
21 dWant de vromen zullen de aarde bewonen, en de oprechten zullen daarin overblijven. d Ps. 37:29. |
d Ps. 37:29 De rechtvaardigen zullen de aarde erfelijk bezitten, en in eeuwigheid daarop wonen. |
22 eMaar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen ervan uitgerukt worden. e Job 18:17. Ps. 104:35. |
e Job 18:17 Zijn gedachtenis zal vergaan van de aarde, en hij zal geen naam hebben op de straat. Ps. 104:35 De zondaars zullen van de aarde verdaan worden, en de goddelozen zullen niet meer zijn. Loof den HEERE, mijn ziel. Hallelujah. |