Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Rust en twist |
1 EENa droge bete en rust daarbij is beter dan een huis vol van geslachte beesten met twist. a Spr. 15:17. |
a Spr. 15:17 Beter is een gerecht van groen moes waar ook liefde is, dan een gemeste os en haat daarbij. |
2 Een verstandig knecht zal heersen over een zoon die beschaamd maakt, en in het midden der broederen zal hij erfenis delen. |
3 bDe smeltkroes is voor het zilver en de oven voor het goud, cmaar de HEERE proeft de harten. b Spr. 27:21. c Jer. 17:10. |
b Spr. 27:21 De smeltkroes is voor het zilver en de oven voor het goud; alzo is een man naar zijn lof te proeven. c Jer. 17:10 Ik, de HEERE, doorgrond het hart en
proef de nieren, en dat om een iegelijk te geven naar zijn wegen, naar de vrucht zijner handelingen. |
4 De boosdoener merkt op de ongerechtige lip, een leugenaar neigt het oor tot de verkeerde tong. |
5 dDie den arme bespot, smaadt deszelfs Maker; die zich verblijdt in het verderf, zal niet onschuldig zijn. d Spr. 14:31. |
d Spr. 14:31 Die den arme verdrukt, smaadt deszelfs Maker; maar die zich des nooddruftigen ontfermt, die eert Hem. |
6 De kroon der ouden zijn de kindskinderen, en der kinderen sieraad zijn hun vaderen. |
7 Een voortreffelijke lip past een dwaas niet, veelmin een prins een leugenachtige lip. |
8 Het geschenk is in de ogen zijner heren een aangenaam gesteente; waarheen het zich zal wenden, zal het wel gedijen. |
9 Die de overtreding toedekt, zoekt liefde; maar die de zaak weder ophaalt, scheidt den voornaamsten vriend. |
10 De bestraffing gaat dieper in den verstandige, dan den zot honderdmaal te slaan. |
11 Zekerlijk, de wederspannige zoekt het kwaad, maar een wrede bode zal tegen hem gezonden worden. |
12 Dat een beer die van jongen beroofd is, een man tegemoetkome, maar niet een zot in zijn dwaasheid. |
13 eDie kwaad voor goed vergeldt, het kwaad zal van zijn huis niet wijken. e Deut. 32:35. Spr. 20:22; 24:29. Rom. 12:17. 1 Thess. 5:15. 1 Petr. 3:9. |
e Deut. 32:35 Mijne is de wrake en de vergelding, ten tijde als hunlieder voet zal wankelen; want de dag huns ondergangs is nabij, en de dingen die hun zullen gebeuren, haasten. Spr. 20:22 Zeg niet: Ik zal het kwaad vergelden. Wacht op den HEERE, en Hij zal u verlossen. Spr. 24:29 Zeg niet: Gelijk als hij mij gedaan heeft, zo zal ik hem doen; ik zal eenieder vergelden naar zijn werk. Rom. 12:17 Vergeldt niemand kwaad voor kwaad. Bezorgt hetgeen eerlijk is voor alle mensen. 1 Thess. 5:15 Ziet dat niemand kwaad voor kwaad iemand vergelde, maar jaagt allen tijd het goede na, zo jegens elkander als jegens allen. 1 Petr. 3:9 Vergeldt niet kwaad voor kwaad, of schelden voor schelden, maar zegent daarentegen; wetende dat gij daartoe geroepen zijt, opdat gij zegening zoudt beërven. |
14 fHet begin des krakeels is gelijk een die het water opening geeft; daarom, verlaat den twist, eer hij zich vermengt. f Spr. 20:3. |
f Spr. 20:3 Het is eer voor een man, van twist af te blijven; maar een ieder dwaas zal er zich in mengen. |
15 gWie den goddeloze rechtvaardigt en den rechtvaardige verdoemt, zijn den HEERE een gruwel, ja, die beiden. g Ex. 23:7. Spr. 24:24. Jes. 5:23. |
g Ex. 23:7 Zijt verre van valse zaken; en den onschuldige en gerechtige zult gij niet doden; want Ik zal den goddeloze niet rechtvaardigen. Spr. 24:24 Die tot den goddeloze zegt: Gij zijt rechtvaardig; dien zullen de volken vervloeken, de natiën zullen hem gram zijn; Jes. 5:23 Die den goddeloze rechtvaardigen om een geschenk, en de gerechtigheid der rechtvaardigen van dezelve afwenden. |
16 Waarom toch zou in de hand des zots het koopgeld zijn, om wijsheid te kopen, dewijl hij geen verstand heeft? |
17 Een vriend heeft te allen tijde lief, en een broeder wordt in de benauwdheid geboren. |
18 Een verstandeloos mens klapt in de hand, zich borg stellende bij zijn naaste. |
19 Die het gekijf liefheeft, heeft de overtreding lief; hdie zijn deur verhoogt, zoekt verbreking. h Spr. 16:18. |
h Spr. 16:18 Hovaardigheid is vóór de verbreking, en hoogheid des geestes vóór den val. |
20 Wie verdraaid is van hart, zal het goede niet vinden; en die verkeerd is met zijn tong, zal in het kwaad vallen. |
21 Wie een zot genereert, die zal hem tot droefheid zijn; en de vader des dwazen zal zich niet verblijden. |
22 iEen blij hart zal een medicijn goed maken, maar een verslagen geest zal het gebeente verdrogen. i Spr. 15:13. |
i Spr. 15:13 Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken, maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. |
23 De goddeloze zal het geschenk uit den schoot nemen, om de paden des rechts te buigen. |
24 kIn het aangezicht des verstandigen is wijsheid, maar de ogen des zots zijn in het einde der aarde. k Pred. 2:14; 8:1. |
k Pred. 2:14 De ogen des wijzen zijn in zijn hoofd, maar de zot wandelt in de duisternis. Toen bemerkte ik ook dat enerlei geval hun allen bejegent. Pred. 8:1 WIE is gelijk de wijze? En wie weet de uitlegging der dingen? De wijsheid des mensen verlicht zijn aangezicht en de stuursheid zijns aangezichts wordt daardoor veranderd. |
25 lEen zotte zoon is een verdriet voor zijn vader, en bittere droefheid voor degene die hem gebaard heeft. l Spr. 10:1; 15:20; 19:13. |
l Spr. 10:1 DE spreuken van Sálomo. Een wijs zoon verblijdt den vader, maar een zot zoon is zijner moeder droefheid. Spr. 15:20 Een wijs zoon zal den vader verblijden, maar een zot mens veracht zijn moeder. Spr. 19:13 Een zotte zoon is zijn vader grote ellende, en de kijverijen ener vrouw als een gestadig druipen. |
26 Het is niet goed den rechtvaardige ook te doen boeten; dat de prinsen iemand slaan zouden om hetgeen dat recht is. |
27 Wie wetenschap weet, houdt zijn woorden in; en een man van verstand is kostelijk van geest. |
28 Een dwaas zelfs die zwijgt, zal wijs geacht worden, en die zijn lippen toesluit, verstandig. |