Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
De HEERE bestuurt alle dingen |
1 DEa mens heeft schikkingen des harten, maar het antwoord der tong is van den HEERE. a vers 9. Spr. 19:21; 20:24. Jer. 10:23. |
a vers 9 Het hart des mensen overdenkt zijn weg, maar de HEERE stiert zijn gang. Spr. 19:21 In het hart des mans zijn vele gedachten, maar de raad des HEEREN, die zal bestaan. Spr. 20:24 De treden des mans zijn van den HEERE; hoe zou dan een mens zijn weg verstaan? Jer. 10:23 Ik weet, o HEERE, dat bij den mens zijn weg niet is; het is niet bij een man die wandelt, dat hij zijn gang richte. |
2 bAlle wegen des mans zijn zuiver in zijn ogen, maar de HEERE weegt de geesten. b Spr. 21:2. |
b Spr. 21:2 Alle weg des mensen is recht in zijn ogen, maar de HEERE weegt de harten. |
3 cWentel uw werken op den HEERE, en uw gedachten zullen bevestigd worden. c Ps. 37:5; 55:23. Matth. 6:25. Luk. 12:22. 1 Petr. 5:7. |
c Ps. 37:5 Gimel. Wentel uw weg op den HEERE, en vertrouw op Hem, Hij zal het maken; Ps. 55:23 Werp uw zorg op den HEERE, en Hij zal u onderhouden; Hij zal in eeuwigheid niet toelaten dat de rechtvaardige wankele. Matth. 6:25 Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten en wat gij drinken zult, noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding? Luk. 12:22 En Hij zeide tot Zijn discipelen: Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten zult, noch voor het lichaam, waarmede gij u kleden zult. 1 Petr. 5:7 Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u. |
4 De HEERE heeft alles gewrocht om Zijns Zelfs wil, dja, ook den goddeloze tot den dag des kwaads. d Job 21:30. |
d Job 21:30 Dat de boze onttrokken wordt ten dage des verderfs; dat zij ten dage der verbolgenheden ontvoerd worden. |
5 eAl wie hoog is van hart, is den HEERE een gruwel; fhand aan hand zal hij niet onschuldig zijn. e Spr. 6:17; 8:13. f Spr. 11:21. |
e Spr. 6:17 Hoge ogen, een valse tong, en handen die onschuldig bloed vergieten, Spr. 8:13 De vreze des HEEREN is te haten het kwade, de hovaardigheid, en den hoogmoed, en den kwaden weg; Ik haat ook den mond der verkeerdheden. f Spr. 11:21 Hand aan hand zal de boze niet onschuldig zijn, maar het zaad der rechtvaardigen zal ontkomen. |
6 Door goedertierenheid en trouw wordt de misdaad verzoend, en door de vreze des HEEREN wijkt men af van het kwade. |
7 Als iemands wegen den HEERE behagen, zo zal Hij ook zijn vijanden met hem bevredigen. |
8 gBeter is een weinig met gerechtigheid dan de veelheid der inkomsten zonder recht. g Ps. 37:16. Spr. 15:16. |
g Ps. 37:16 Teth. Het weinige dat de rechtvaardige heeft, is beter dan de overvloed veler goddelozen. Spr. 15:16 Beter is weinig met de vreze des HEEREN dan een grote schat en onrust daarbij. |
9 Het hart des mensen overdenkt zijn weg, maar de HEERE stiert zijn gang. |
10 Waarzegging is op de lippen des konings; zijn mond zal niet overtreden in het gericht. |
11 hEen rechte waag en weegschaal zijn des HEEREN; alle weegstenen des zaks zijn Zijn werk. h Lev. 19:36. Deut. 25:13, enz. Spr. 11:1; 20:10, 23. |
h Lev. 19:36 Gij zult een rechte waag hebben, rechte weegstenen, een rechte efa en een rechte hin; Ik ben de HEERE uw God, Die u uit Egypteland uitgevoerd heb. Deut. 25:13 Gij zult geen tweeërlei weegstenen in uw zak hebben, een groten en een kleinen. Spr. 11:1 EEN bedrieglijke weegschaal is den HEERE een gruwel, maar een volkomen weegsteen is Zijn welgevallen. Spr. 20:10 Tweeërlei weegsteen, tweeërlei efa is den HEERE een gruwel, ja, die beide. Spr. 20:23 Tweeërlei weegsteen is den HEERE een gruwel, en de bedrieglijke weegschaal is niet goed. |
12 Het is der koningen gruwel goddeloosheid te doen, want door gerechtigheid wordt de troon bevestigd. |
13 De lippen der gerechtigheid zijn het welgevallen der koningen, en elkeen van hen zal liefhebben dien die rechte dingen spreekt. |
14 iDe grimmigheid des konings is als de boden des doods, maar een wijs man zal die verzoenen. i Spr. 19:12; 20:2. |
i Spr. 19:12 Des konings gramschap is als het brullen eens jongen leeuws, maar zijn welgevallen is als dauw op het kruid. Spr. 20:2 De schrik eens konings is als het brullen eens jongen leeuws; die zich tegen hem vergramt, zondigt tegen zijn ziel. |
15 kIn het licht van des konings aangezicht is leven, en zijn welgevallen is als een wolk des spaden regens. k Spr. 19:12. |
k Spr. 19:12 Des konings gramschap is als het brullen eens jongen leeuws, maar zijn welgevallen is als dauw op het kruid. |
16 lHoeveel beter is het wijsheid te bekomen dan uitgegraven goud, en uitnemender, verstand te bekomen dan zilver! l Job 28:15. Ps. 19:11; 119:72. Spr. 3:14, 15; 8:11, 19. |
l Job 28:15 Het gesloten goud kan voor haar niet gegeven worden, en met zilver kan haar prijs niet worden opgewogen. Ps. 19:11 Zij zijn begeerlijker dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honing en honingzeem. Ps. 119:72 De wet Uws monds is mij beter dan duizenden van goud of zilver. Spr. 3:14 Want haar koophandel is beter dan de koophandel van zilver, en haar inkomst dan het uitgegraven goud. Spr. 3:15 Zij is kostelijker dan robijnen; en al wat u lusten mag, is met haar niet te vergelijken. Spr. 8:11 Want wijsheid is beter dan robijnen; en al wat men begeren mag, is met haar niet te vergelijken. Spr. 8:19 Mijn vrucht is beter dan uitgegraven goud en dan dicht goud, en Mijn inkomen dan uitgelezen zilver. |
17 De baan der oprechten is van het kwaad af te wijken; hij behoedt zijn ziel, die zijn weg bewaart. |
18 mHovaardigheid is vóór de verbreking, en hoogheid des geestes vóór den val. m Spr. 11:2; 17:19. |
m Spr. 11:2 Als de hovaardigheid komt, zal de schande ook komen; maar met de ootmoedigen is wijsheid. Spr. 17:19 Die het gekijf liefheeft, heeft de overtreding lief; die zijn deur verhoogt, zoekt verbreking. |
19 Het is beter nederig van geest te zijn met de zachtmoedigen, dan roof te delen met de hovaardigen. |
20 Die op het Woord verstandiglijk let, zal het goede vinden, nen die op den HEERE vertrouwt, die is welgelukzalig. n Ps. 2:12; 34:9; 125:1. Jes. 30:18. Jer. 17:7. |
n Ps. 2:12 Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen die op Hem betrouwen. Ps. 34:9 Teth. Smaakt en ziet dat de HEERE goed is; welgelukzalig is de man die op Hem betrouwt. Ps. 125:1 EEN lied Hammaäloth. Die op den HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar blijft in eeuwigheid. Jes. 30:18 En daarom zal de HEERE wachten, opdat Hij u genadig zij, en daarom zal Hij verhoogd worden, opdat Hij Zich over ulieden ontferme, want de HEERE is een God des gerichts; welgelukzalig zijn die allen die Hem verwachten. Jer. 17:7 Gezegend daarentegen is de man die op den HEERE vertrouwt, en wiens Vertrouwen de HEERE is. |
21 De wijze van hart zal verstandig genoemd worden, en de zoetheid der lippen zal de lering vermeerderen. |
22 Het verstand dergenen die het bezitten, is oeen springader des levens; maar de tucht der dwazen is dwaasheid. o Spr. 13:14. |
o Spr. 13:14 Des wijzen leer is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods. |
23 Eens wijzen hart maakt zijn mond verstandig, en zal op zijn lippen de lering vermeerderen. |
24 Lieflijke redenen zijn een honingraat, zoet voor de ziel en medicijn voor het gebeente. |
25 pEr is een weg die iemand recht schijnt, maar het laatste van dien zijn wegen des doods. p Spr. 14:12. |
p Spr. 14:12 Er is een weg die iemand recht schijnt, maar het laatste van dien zijn wegen des doods. |
26 De ziel des arbeidzamen arbeidt voor hemzelven, want zijn mond buigt zich voor hem. |
27 Een Belialsman graaft kwaad, en qop zijn lippen is als brandend vuur. q Spr. 12:18. |
q Spr. 12:18 Daar is een die woorden als steken van een zwaard onbedachtelijk uitspreekt; maar de tong der wijzen is medicijn. |
28 rEen verkeerd man zal krakeel inwerpen, en een oorblazer scheidt den voornaamsten vriend. r Spr. 15:18; 26:21; 29:22. |
r Spr. 15:18 Een grimmig man zal gekijf verwekken, maar de lankmoedige zal den twist stillen. Spr. 26:21 De dove kool is om de vurige kool, en het hout om het vuur; alzo is een kijfachtig man om twist te ontsteken. Spr. 29:22 Een toornig man verwekt gekijf, en de grammoedige is veelvoudig in overtreding. |
29 Een man des gewelds verlokt zijn naaste, en hij leidt hem in een weg die niet goed is. |
30 sHij sluit zijn ogen om verkeerdheden te bedenken; zijn lippen bijtende, volbrengt hij het kwaad. s Spr. 6:13, 14. |
s Spr. 6:13 Wenkt met zijn ogen, spreekt met zijn voeten, leert met zijn vingers; Spr. 6:14 In zijn hart zijn verkeerdheden, hij smeedt te allen tijde kwaad, hij werpt twisten in. |
31 De grijsheid is een sierlijke kroon; zij wordt op den weg der gerechtigheid gevonden. |
32 De lankmoedige is beter dan de sterke, en die heerst over zijn geest, dan die een stad inneemt. |
33 Het lot wordt in den schoot geworpen, maar het gehele beleid daarvan is van den HEERE. |