Statenvertaling.nl

sample header image

Spreuken 1 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Spreuken 1

Dit hoofdstuk voorgelezen (v):

 

De strekking der spreuken
1 DE spreuken van Sálomo, den zoon van David, den koning Israëls,
2 Om wijsheid en tucht te weten, om te verstaan redenen des verstands,
3 Om aan te nemen onderwijs van goed verstand, gerechtigheid en recht en billijkheden,
4 Om den slechten kloekzinnigheid te geven, den jongeling wetenschap en bedachtzaamheid.
5 Die wijs is, zal horen en zal in leer toenemen; en die verstandig is, zal wijzen raad bekomen;
6 Om te verstaan een spreuk en de uitlegging, de woorden der wijzen en hun raadselen.
7 aDe vreze des HEEREN is het beginsel der wetenschap; de dwazen verachten wijsheid en tucht. a Job 28:28. Ps. 111:10. Spr. 9:10. Pred. 12:13. verwijsteksten
 
Waarschuwing tegen verleiding
8 Mijn zoon, hoor de tucht uws vaders, en verlaat de leer uwer moeder niet;
9 Want zij zullen uw hoofd een aangenaam toevoegsel zijn, en ketenen aan uw hals.
10 Mijn zoon, indien de zondaars u aanlokken, bbewillig niet; b Spr. 4:14. verwijsteksten
11 Indien zij zeggen: Ga met ons, laat ons loeren op bloed, ons versteken tegen den onschuldige, zonder oorzaak;
12 Laat ons hen levend verslinden, als het graf; ja, geheel en al, gelijk die in den kuil nederdalen;
13 Alle kostelijk goed zullen wij vinden, onze huizen zullen wij met roof vullen;
14 Gij zult uw lot midden onder ons werpen; wij zullen allen één buidel hebben.
15 Mijn zoon, wandel niet met hen op den weg; weer uw voet van hun pad.
16 Want hun cvoeten lopen ten boze, en zij haasten zich om bloed te storten. c Jes. 59:7. Rom. 3:15. verwijsteksten
17 Zekerlijk, het net wordt tevergeefs gespreid voor de ogen van allerlei gevogelte;
18 En dezen loeren op hun eigen bloed, en versteken zich tegen hun zielen.
19 Zo zijn de paden van een iegelijk die gierigheid pleegt; zij zal de ziel van haar meesters vangen.
 
De opperste Wijsheid
20 De opperste Wijsheid roept overluid daarbuiten, Zij verheft Haar stem op de straten.
21 Zij roept in het voorste der woelingen; aan de deuren der poorten spreekt Zij Haar redenen in de stad.
22 Gij slechten, hoelang zult gij de slechtigheid beminnen, en de spotters voor zich de spotternij begeren, en de zotten wetenschap haten?
23 Keert u tot Mijn bestraffing; zie, Ik zal Mijn Geest ulieden overvloediglijk uitstorten; Ik zal Mijn woorden u bekendmaken.
24 Dewijl Ik dgeroepen heb en gijlieden geweigerd hebt, Mijn hand uitgestrekt heb en er niemand was die opmerkte, d Jes. 65:12; 66:4. Jer. 13:10. verwijsteksten
25 En hebt al Mijn raad verworpen, en Mijn bestraffing niet gewild,
26 Zo zal Ik ook in ulieder verderf lachen; Ik zal spotten wanneer uw vreze komt.
27 Wanneer uw vreze ekomt gelijk een verwoesting, en uw verderf aankomt als een wervelwind, wanneer u benauwdheid en angst overkomt, e Job 27:9; 35:12. Jes. 1:15. Jer. 11:11; 14:12. Ez. 8:18. Micha 3:4. verwijsteksten
28 Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden; zij zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen Mij niet vinden;
29 Daarom dat zij de wetenschap gehaat hebben, en de vreze des HEEREN niet hebben verkoren.
30 Zij hebben in Mijn raad niet bewilligd, al Mijn bestraffing hebben zij versmaad.
31 Zo zullen zij eten van de vrucht huns wegs, en zich verzadigen met hun raadslagen.
32 Want de afkering der slechten zal hen doden, en de voorspoed der zotten zal hen verderven.
33 Maar die naar Mij hoort, zal zeker wonen, en hij zal gerust zijn van de vreze des kwaads.

Einde Spreuken 1