Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Bezaleël maakt de ark van sittimhout, vs. 1, enz. En het verzoendeksel van louter goud, 6. Ook twee cherubs van goud, 7. De tafel, met het gereedschap daartoe, 10. Den kandelaar, met de lampen, en ander gereedschap, 17. Het reukaltaar, 25. De zalfolie, enz., en het reukwerk, 29. |
De ark, de tafel der toonbroden, de kandelaar en het reukaltaar |
1 ALZO amaakte Bezáleël de ark van sittimhout; twee ellen en een halve was haar lengte, en anderhalve el haar breedte, en anderhalve el haar hoogte. |
| a Ex. 25:10. |
| Ex. 25:10 Zo zullen zij een ark van sittimhout maken: twee ellen en een halve zal haar lengte zijn, en anderhalve el haar breedte en anderhalve el haar hoogte. |
|
2 En hij overtrok ze met louter goud, vanbinnen en vanbuiten; en hij maakte ze een gouden krans rondom. |
3 En hij goot voor dezelve vier gouden ringen, aan haar vier hoeken, alzo dat twee ringen op derzelver ene zijde waren en twee ringen op haar andere zijde. |
4 En hij maakte handbomen van sittimhout, en hij overtrok ze met goud. |
5 En hij stak de handbomen in de ringen aan de zijden der ark, om de ark te dragen. |
6 Hij maakte ook een verzoendeksel van louter goud; twee ellen en een halve was deszelfs lengte en anderhalve el deszelfs breedte. |
7 Ook maakte hij twee cherubs van goud; van dicht werk maakte hij ze, uit de beide einden des verzoendeksels. |
8 bEen cherub uit het ene einde aan deze zijde en den anderen cherub uit het andere einde aan gene zijde; uit het verzoendeksel maakte hij de cherubs uit deszelfs beide einden. |
| b Ex. 25:19. |
| Ex. 25:19 En maak u een cherub uit het ene einde aan deze zijde, en den anderen cherub uit het andere einde aan gene zijde; uit het verzoendeksel zult gijlieden de cherubs maken, uit deszelfs beide einden. |
|
9 cEn de cherubs waren de beide vleugelen omhoog uitbreidende, bedekkende met hun vleugelen het verzoendeksel, en hun aangezichten waren tegenover elkander; de aangezichten der cherubs waren naar het verzoendeksel. |
| c Ex. 25:20. |
| Ex. 25:20 En de cherubs zullen hun beide vleugelen omhoog uitbreiden, bedekkende met hun vleugelen het verzoendeksel; en hun aangezichten zullen tegenover elkander zijn; de aangezichten der cherubs zullen naar het verzoendeksel zijn. |
|
10 dHij maakte ook een tafel van sittimhout; twee ellen was haar lengte, en een el haar breedte, en een el en een halve haar hoogte. |
| d Ex. 25:23. |
| Ex. 25:23 Gij zult ook een tafel maken van sittimhout; twee ellen zal haar lengte zijn, en een el haar breedte, en een el en een halve zal haar hoogte zijn. |
|
11 eEn hij overtrok ze met louter goud; en hij maakte een gouden krans daaraan rondom. |
| e Ex. 25:24. |
| Ex. 25:24 En gij zult ze met louter goud overtrekken; gij zult ook een gouden krans daaraan maken, rondom heen. |
|
12 fHij maakte daaraan ook een lijst rondom, een handbreed; en hij maakte een gouden krans rondom derzelver lijst. |
| f Ex. 25:25. |
| Ex. 25:25 Gij zult ook een lijst rondom daaraan maken, een handbreed; en gij zult een gouden krans rondom derzelver lijst maken. |
|
13 gHij goot ook vier gouden ringen daaraan; en hij zette de ringen aan de vier hoeken, die aan derzelver vier voeten waren. |
| g Ex. 25:26. |
| Ex. 25:26 Ook zult gij vier gouden ringen daaraan maken; en gij zult de ringen zetten aan de vier hoeken, die aan derzelver vier voeten zijn zullen. |
|
14 hTegenover de lijst waren de ringen, tot 1plaatsen voor de handbomen, om de tafel te dragen. |
| h Ex. 25:27. |
| Ex. 25:27 Tegenover de lijst zullen de ringen zijn, tot plaatsen voor de handbomen, om de tafel te dragen. |
| 1 Dat is, waarin men de handbomen stak. |
|
15 Hij maakte ook de handbomen van sittimhout en hij overtrok ze met goud, om de tafel te dragen. |
16 iEn hij maakte het gereedschap dat op de tafel zijn zou, haar schotels en haar reukschalen en haar kroezen en haar platelen (met dewelke zij bedekt zou worden), van louter goud. |
| i Ex. 25:29. |
| Ex. 25:29 Gij zult ook maken haar schotels en haar rookschalen en haar platelen en haar kroezen (met dewelke zij bedekt zal worden); van louter goud zult gij ze maken. |
|
17 kHij maakte ook een kandelaar van louter goud; van dicht werk maakte hij dezen kandelaar, zijn schacht en zijn rieten; zijn schaaltjes, zijn knopen en zijn bloemen waren uit hem. |
| k Ex. 25:31. |
| Ex. 25:31 Gij zult ook een kandelaar van louter goud maken. Van dicht werk zal deze kandelaar gemaakt worden, zijn schacht en zijn rieten; zijn schaaltjes, zijn knopen en zijn bloemen zullen uit hem zijn. |
|
18 lZes rieten nu gingen uit zijn zijden; drie rieten des kandelaars uit zijn ene zijde en drie rieten des kandelaars uit zijn andere zijde. |
| l Ex. 25:32. |
| Ex. 25:32 En zes rieten zullen uit zijn zijden uitgaan: drie rieten des kandelaars uit zijn ene zijde, en drie rieten des kandelaars uit zijn andere zijde. |
|
19 mIn het ene riet waren drie schaaltjes gelijk amandelnoten, een knoop en een bloem; en drie schaaltjes gelijk amandelnoten in een ander riet, een knoop en een bloem; alzo waren die zes rieten, die uit den kandelaar gingen. |
| m Ex. 25:33. |
| Ex. 25:33 In het ene riet zullen drie schaaltjes zijn gelijk amandelnoten, een knoop en een bloem; en drie schaaltjes gelijk amandelnoten in een ander riet, een knoop en een bloem; alzo zullen die zes rieten zijn, die uit den kandelaar gaan. |
|
20 nMaar aan den kandelaar zelven waren vier schaaltjes, gelijk amandelnoten, met zijn knopen en met zijn bloemen. |
| n Ex. 25:34. |
| Ex. 25:34 Maar aan den kandelaar zelven zullen vier schaaltjes zijn gelijk amandelnoten, met zijn knopen en met zijn bloemen. |
|
21 En daar was een knoop onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; ook een knoop onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; nog een knoop onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; alzo was het met de zes rieten, die uit 2denzelven uitgingen. |
| 2 Te weten kandelaar, gelijk er staat Ex. 25:35. |
| Ex. 25:35 En daar zal een knoop zijn onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; ook een knoop onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; nog een knoop onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; alzo zal het zijn met de zes rieten, die uit den kandelaar uitgaan. |
|
22 oHun knopen en hun rieten waren uit hem; het was altemaal een enig dicht werk van louter goud. |
| o Ex. 25:36. |
| Ex. 25:36 Hun knopen en hun rieten zullen uit hem zijn; het zal altemaal een enig dicht werk van louter goud zijn. |
|
23 pEn hij maakte hem zeven lampen; zijn snuiters en zijn blusvaten waren van louter goud. |
| p Ex. 25:37, 38. |
| Ex. 25:37 Gij zult hem ook zeven lampen maken, en men zal zijn lampen aansteken en doen lichten aan zijn zijden. Ex. 25:38 Zijn snuiters en zijn blusvaten zullen louter goud zijn. |
|
24 qHij maakte denzelven uit een talent louter goud, met al zijn vaten. |
| q Ex. 25:39. |
| Ex. 25:39 Uit een talent louter goud zal men dat maken, met al dit gereedschap. |
|
25 rEn hij maakte het reukaltaar van sittimhout; een el was zijn lengte en een el zijn breedte, vierkant, maar twee ellen zijn hoogte; uit hetzelve waren zijn hoornen. |
| r Ex. 30:1, 2. |
| Ex. 30:1 GIJ zult ook een reukaltaar des reukwerks maken; van sittimhout zult gij het maken. Ex. 30:2 Een el zal zijn lengte zijn en een el zijn breedte (vierkant zal het zijn), maar twee ellen deszelfs hoogte; uit hetzelve zullen zijn hoornen zijn. |
|
26 sEn hij overtrok het met louter goud, zijn dak en zijn wanden rondom, alsook zijn hoornen; en hij maakte het een gouden krans rondom. |
| s Ex. 30:3. |
| Ex. 30:3 En gij zult het met louter goud overtrekken, zijn dak en deszelfs wanden rondom, alsook zijn hoornen; en gij zult het een gouden krans rondom maken. |
|
27 tHij maakte ook twee gouden ringen daaraan, onder zijn krans, aan zijn twee hoeken, aan zijn beide zijden, tot plaatsen voor de handbomen, dat men het daarmede droeg. |
| t Ex. 30:4. |
| Ex. 30:4 Gij zult ook twee gouden ringen daaraan maken onder zijn krans; aan zijn twee zijden zult gij dezelve maken, aan zijn beide zijden; en zij zullen zijn tot plaatsen voor de handbomen, dat men het daarmede drage. |
|
28 vEn hij maakte de handbomen van sittimhout, en hij overtrok ze met goud. |
| v Ex. 30:5. |
| Ex. 30:5 De draagbomen nu zult gij van sittimhout maken, en gij zult ze met goud overtrekken. |
|
29 xHij maakte ook de heilige zalfolie en het reukwerk der zuiverste welriekende specerijen, apothekerswerk. |
| x Ex. 30:22, 34. |
| Ex. 30:22 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: Ex. 30:34 Verder zeide de HEERE tot Mozes: Neem tot u welriekende specerijen, mirresap en onyx en galban, deze welriekende specerijen en zuiveren wierook; dat elk bijzonder zij. |