Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
Het bloed des verbonds |
1 DAARNA zeide Hij tot Mozes: Klim op tot den HEERE, gij en Aäron, Nadab en Abíhu, en zeventig van de oudsten van Israël, en buigt u neder van verre. |
2 En dat Mozes alleen nadere tot den HEERE, maar dat zij niet naderen; en het volk klimme ook niet op met hem. |
3 Als Mozes kwam en verhaalde aan het volk al de woorden des HEEREN en al de rechten, atoen antwoordde al het volk met één stem en zij zeiden: Al deze woorden die de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen. a Ex. 19:8; 24:7. Deut. 5:27. |
a Ex. 19:8 Toen antwoordde al het volk gelijkelijk, en zij zeiden: Al wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen. En Mozes bracht de woorden des volks weder tot den HEERE. vers 7 En hij nam het boek des verbonds en hij las het voor de oren des volks; en zij zeiden: Al wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen en gehoorzamen. Deut. 5:27 Nader gij en hoor alles wat de HEERE onze God zeggen zal; en spreek gij tot ons al wat de HEERE onze God tot u spreken zal, en wij zullen het horen en doen. |
4 Mozes nu beschreef al de woorden des HEEREN, en hij maakte zich des morgens vroeg op en hij bouwde een altaar onder aan den berg, en twaalf kolommen, naar de twaalf stammen Israëls. |
5 En hij zond de jongelingen van de kinderen Israëls, die brandoffers offerden, en den HEERE dankoffers offerden van jonge ossen. |
6 En Mozes nam de helft van het bloed en zette het in bekkens; en de helft van het bloed sprengde hij op het altaar. |
7 En hij nam het boek des verbonds en hij las het voor de oren des volks; en zij zeiden: Al wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen en gehoorzamen. |
8 Toen nam Mozes dat bloed en sprengde het op het volk; en hij zeide: bZie, dit is het bloed des verbonds, hetwelk de HEERE met ulieden gemaakt heeft over al die woorden. b Hebr. 9:20. 1 Petr. 1:2. |
b Hebr. 9:20 Zeggende: Dit is het bloed des testaments, hetwelk God aan ulieden heeft geboden. 1 Petr. 1:2 De uitverkorenen naar de voorkennis van God den Vader, in de heiligmaking des Geestes, tot gehoorzaamheid en besprenging des bloeds van Jezus Christus: Genade en vrede zij u vermenigvuldigd. |
9 Mozes nu en Aäron klommen opwaarts, ook Nadab en Abíhu, en zeventig van de oudsten van Israël. |
10 En zij zagen den God van Israël, en onder Zijn voeten als een werk van saffierstenen en als de gestaltenis des hemels in zijn klaarheid. |
11 Doch Hij strekte Zijn hand niet tot de afgezonderden der kinderen Israëls; maar zij aten en dronken nadat zij God gezien hadden. |
Mozes op den berg |
12 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Kom tot Mij op den berg, en wees aldaar; en Ik zal u stenen tafelen geven, en de wet en de geboden, die Ik geschreven heb, om hen te onderwijzen. |
13 Toen maakte zich Mozes op met Jozua, zijn dienaar; en Mozes klom op den berg Gods. |
14 En hij zeide tot de oudsten: Blijft gij ons hier, totdat wij weder tot u komen; en zie, Aäron en Hur zijn bij u; wie enige zaken heeft, zal tot dezelve komen. |
15 Toen Mozes op den berg geklommen was, zo heeft een wolk den berg bedekt. |
16 En de heerlijkheid des HEEREN woonde op den berg Sinaï, en de wolk bedekte Hem zes dagen; en ten zevenden dage riep Hij Mozes uit het midden der wolk. |
17 En chet aanzien der heerlijkheid des HEEREN was als een verterend vuur op het opperste diens bergs in de ogen der kinderen Israëls. c Hebr. 12:29. |
c Hebr. 12:29 Want onze God is een verterend Vuur. |
18 En Mozes ging in het midden der wolk, nadat hij op den berg geklommen was; en Mozes was op dien berg veertig dagen en veertig nachten. |