Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
De profeet leert allen mensen God loven vanwege Zijn grote werken, en vanwege Zijn rechtvaardigheid over de bozen en Zijn goedertierenheid over de godzaligen. |
Een sabbatslied |
1 EEN1 psalm, een lied, 2op den sabbatdag. | | 1 Zie Ps. 48:1. Ps. 48:1 EEN lied, een psalm, voor de kinderen van Korach. |
2 Of: voor den sabbat; dat is, gemaakt of beschreven om op den sabbatdag gezongen te worden. |
2 Het is goed dat men den HEERE love, en Uw Naam psalmzinge, o Allerhoogste; | | |
3 Dat men in den morgenstond Uw goedertierenheid verkondige, en Uw 3getrouwheid 4in de nachten, | | 3 Of: waarheid. |
4 Dat is, allen nacht, of nacht op nacht, verstaande bij den nacht den laten avond, die tegen den morgenstond wordt gesteld. Want naar Gods wet zijn in Zijn tabernakel of tempel gedaan geweest vroege en spade offeranden, met lofzangen en gebeden. |
4 Op het tiensnarig instrument en op de luit, 5met een voorbedacht lied op de harp. | | 5 Anders: op higgajon. Zie de aant. Ps. 9 op vers 17. Ps. 9:17 (kt.) De HEERE is bekend geworden, Hij heeft recht gedaan; de goddeloze is verstrikt in het werk zijner handen. Higgajon, Sela. |
5 Want Gij hebt mij verblijd, HEERE, met Uw daden; ik zal juichen over de werken Uwer handen. | | |
6 O HEERE, hoe groot zijn Uw werken! 6Zeer diep zijn Uw gedachten. | | 6 Dat is, de redenen Uws heimelijken raads zijn verborgen en onbegrijpelijk voor ons verstand. |
7 Een 7onvernuftig man weet er niet van; en een dwaas verstaat 8ditzelve niet, | | 7 Dat is, een die in Gods Woord niet is onderwezen, noch van den Heiligen Geest verlicht. Zie Ps. 49 op vers 11. Ps. 49:11 (kt.) Want hij ziet dat de wijzen sterven, dat tezamen een dwaas en onvernuftige omkomen, en hun goed anderen nalaten. |
8 Te weten dat hier nu straks volgt, vers 8. vers 8 Dat de goddelozen groeien als het kruid, en al de werkers der ongerechtigheid bloeien, opdat zij tot in der eeuwigheid verdelgd worden. |
8 Dat de goddelozen groeien als het kruid, en al de werkers der ongerechtigheid bloeien, opdat zij tot in der eeuwigheid verdelgd worden. | | |
9 9Maar Gij zijt de Allerhoogste, in eeuwigheid de HEERE. | | 9 Anders: Maar Gij zijt hoogverheven, Gij zijt de HEERE in eeuwigheid. Zie Ps. 56 op vers 3. Ps. 56:3 (kt.) Mijn verspieders zoeken mij den gansen dag op te slokken; want ik heb vele bestrijders, o Allerhoogste! |
10 Want zie, Uw vijanden, o HEERE, want zie, Uw vijanden zullen vergaan; al de werkers der ongerechtigheid zullen verstrooid worden. | | |
11 Maar Gij zult mijn 10hoorn verhogen, gelijk 11eens eenhoorns; 12ik ben met 13verse olie overgoten. | | 10 Van het woord hoorn zie de aant. Deut. 33 op vers 17. Deut. 33:17 (kt.) Hij heeft de heerlijkheid des eerstgeborenen van zijn os, en zijn hoornen zijn hoornen des eenhoorns; met dezelve zal hij de volken tezamen stoten tot aan de einden des lands. Dezen nu zijn de tienduizenden van Efraïm en dezen zijn de duizenden van Manasse. |
11 Zie Num. 23:22. Num. 23:22 God heeft hen uit Egypte uitgevoerd; zijn krachten zijn als van een eenhoorn. |
12 Dat is, ik ben opnieuw gesterkt geworden. Anders: als ik zal oud geworden zijn, zult Gij mij zalven met verse olie. |
13 Hebr. groene. |
12 En 14mijn oog zal mijn verspieders aanschouwen, 15mijn oren zullen het horen aangaande de boosdoeners die tegen mij opstaan. | | 14 Zie dergelijke manier van spreken Ps. 22:18 en de aant. aldaar. Ps. 22:18 Al Mijn beenderen zou Ik kunnen tellen; zij schouwen het aan, zij zien op Mij. |
15 Te weten, als God hen tot de welverdiende straf trekken en hun vergelden zal het kwaad dat zij mij gedaan hebben. Zie Ps. 91:8. Ps. 91:8 Alleenlijk zult gij het met uw ogen aanschouwen; en gij zult de vergelding der goddelozen zien. |
13 De arechtvaardige zal groeien als 16een palmboom, hij zal wassen bals een cederboom op Libanon. | | a Hos. 14:6. Hos. 14:6 Ik zal Israël zijn als de dauw, hij zal bloeien als de lelie; en hij zal zijn wortelen uitslaan als de Libanon. |
16 Deze boom wast hoog en recht op, met schone groene takken. Ofschoon hij met gewicht of zwaarte nedergebogen wordt, zo groeit en bloeit hij evenwel; daarom is hij een teken of figuur van victorie, Openb. 7:9. Vgl. hiermede Ps. 52:10. Jer. 11:16. Openb. 7:9 Na dezen zag ik, en zie, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natie en geslachten en volken en talen, staande voor den troon en voor het Lam, bekleed zijnde met lange witte klederen, en palm takken waren in hun handen. Ps. 52:10 Maar ik zal zijn als een groene olijfboom in Gods huis; ik vertrouw op Gods goedertierenheid, eeuwiglijk en altoos. Jer. 11:16 De HEERE had uw naam genoemd een groenen olijfboom, schoon van lieflijke vruchten; maar nu heeft Hij met een geluid van een groot geroep een vuur om denzelven aangestoken, en zijn takken zullen verbroken worden. |
b Richt. 9:15. Richt. 9:15 En het doornbos zeide tot de bomen: Indien gij mij in der waarheid tot een koning over u zalft, zo komt, vertrouwt u onder mijn schaduw; maar indien niet, zo ga vuur uit het doornbos en vertere de ceders van den Libanon. |
14 17Die in het huis des HEEREN geplant zijn, 18dien zal gegeven worden te groeien in de voorhoven onzes Gods. | | 17 Dat is, die Christus door het ware geloof ingelijfd en ware lidmaten Zijner kerk zijn. Zie Rom. 6:5; 11:17. Rom. 6:5 Want indien wij met Hem één plant geworden zijn in de gelijkmaking Zijns doods, zo zullen wij het ook zijn in de gelijkmaking Zijner opstanding; Rom. 11:17 En zo enige der takken afgebroken zijn, en gij, een wilde olijfboom zijnde, in derzelver plaats
zijt ingeënt, en des wortels en der vettigheid des olijfbooms mededeelachtig zijt geworden, |
18 Hebr. die zullen zij doen groeien; dat is, van den Heere zal hun gegeven worden dat zij groeien en hoe langer hoe meer in het goede toenemen in Zijn gemeente, tot dewelke zij waarachtig behoren. Het is een manier van spreken genomen van de bloemen en kruiden, die men zorgvuldiglijk plant en koestert. Zie Ps. 1:3; 52:10. Ps. 1:3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd en welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken. Ps. 52:10 Maar ik zal zijn als een groene olijfboom in Gods huis; ik vertrouw op Gods goedertierenheid, eeuwiglijk en altoos. |
15 In 19den grijzen ouderdom zullen zij nog vruchten dragen; zij zullen vet en groen zijn, | | 19 Te weten als natuurlijk de krachten afnemen en verminderen, Ps. 71:9. Hebr. 11:11, 12. Hebr. In de grijsheid. Ps. 71:9 Verwerp mij niet in den tijd des ouderdoms; verlaat mij niet, terwijl mijn kracht vergaat. Hebr. 11:11 Door het geloof heeft ook Sara zelve kracht ontvangen om zaad te geven, en boven den tijd haars ouderdoms heeft zij gebaard; overmits zij Hem getrouw heeft geacht Die het beloofd had. Hebr. 11:12 Daarom zijn ook van één, en dat een verstorvene, zovelen in menigte geboren als de sterren des hemels, en als het zand dat aan den oever der zee is, hetwelk ontelbaar is. |
16 Om te verkondigen dat de HEERE recht is; Hij is mijn Rotssteen, en in Hem is geen onrecht. | | |