Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 80 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Psalm 80

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

1 VOOR den opperzangmeester, op Schóschannim; een getuigenis, een psalm van Asaf.
2 O Herder Israëls, neem ter ore, Die Jozef als schapen leidt; Die tussen de cherubs zit, verschijn blinkende.
3 Wek Uw macht op voor het aangezicht van Efraïm en Benjamin en Manasse, en kom tot onze verlossing.
4 O God, breng ons weder, en laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden.
5 O HEERE, God der heirscharen, hoelang zult Gij roken tegen het gebed Uws volks?
6 Gij spijst hen met tranenbrood, en drenkt hen met tranen uit een drieling.
7 Gij hebt ons onzen naburen tot een twist gesteld, en onze vijanden spotten onder elkander.
8 O God der heirscharen, breng ons weder, en laat Uw aangezicht lichten, zo zullen wij verlost worden.
9 Gij hebt een wijnstok uit Egypte overgebracht, hebt de heidenen verdreven en hebt denzelven geplant.
10 Gij hebt de plaats voor hem bereid, en zijn wortelen doen inwortelen, zodat hij het land vervuld heeft.
11 De bergen zijn met zijn schaduw bedekt geweest, en zijn ranken waren als cederbomen Gods.
12 Hij schoot zijn ranken uit tot aan de zee, en zijn scheuten tot aan de rivier.
13 Waarom hebt Gij zijn muren doorgebroken, zodat allen die den weg voorbijgaan, hem plukken?
14 Het zwijn uit het woud heeft hem uitgewroet, en het wild des velds heeft hem afgeweid.
15 O God der heirscharen, keer toch weder; aanschouw uit den hemel, en zie, en bezoek dezen wijnstok,
16 En den stam dien Uw rechterhand geplant heeft, en dat om den Zoon, Dien Gij U gesterkt hebt.
17 Hij is met vuur verbrand, hij is afgehouwen; zij komen om van het schelden Uws aangezichts.
18 Uw hand zij over den Man Uwer rechterhand, over des mensen Zoon, Dien Gij U gesterkt hebt.
19 Zo zullen wij van U niet terugkeren; behoud ons in het leven, zo zullen wij Uw Naam aanroepen.
20 O HEERE, God der heirscharen, breng ons weder; laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden.

Einde Psalm 80