Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 5 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Psalm 5

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

Gebed om hulp en zegen
1 EEN psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Nechilôth.
2 O HEERE, neem mijn redenen ter ore, versta mijn overdenking.
3 Merk op de stem mijns geroeps, o mijn Koning en mijn God; want tot U zal ik bidden.
4 Des morgens, HEERE, zult Gij mijn stem horen; des morgens zal ik mij tot U schikken en wachthouden.
5 Want Gij zijt geen God Die lust heeft aan goddeloosheid; de boze zal bij U niet verkeren.
6 De onzinnigen zullen voor Uw ogen niet bestaan; Gij haat alle werkers der ongerechtigheid.
7 Gij zult de leugensprekers verdoen; van den man des bloeds en bedrogs heeft de HEERE een gruwel.
8 Maar ik zal door de grootheid Uwer goedertierenheid in Uw huis ingaan; ik zal mij buigen naar het paleis Uwer heiligheid, in Uw vreze.
9 HEERE, leid mij in Uw gerechtigheid, om mijner verspieders wil; richt Uw weg voor mijn aangezicht.
10 Want in hun mond is niets rechts, hun binnenste is enkel verderving, ahun keel is een open graf, met hun tong vleien zij. a Ps. 34:17; 94:20. Rom. 3:13. verwijsteksten
11 Verklaar hen schuldig, o God, laat hen vervallen van hun raadslagen; drijf hen heen om de veelheid hunner overtredingen, want zij zijn wederspannig tegen U.
12 Maar laat verblijd zijn allen die op U betrouwen; laat hen tot in eeuwigheid juichen, omdat Gij hen overdekt; en laat in U van vreugde opspringen die Uw Naam liefhebben.
13 Want Gij, HEERE, zult den rechtvaardige zegenen; Gij zult hem met goedgunstigheid kronen als met een rondas.

Einde Psalm 5