Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
De HEERE beschermt de Zijnen |
1 EEN psalm van David, aals hij zijn gelaat veranderd had voor het aangezicht van Abimélech, die hem wegjoeg, dat hij doorging. a 1 Sam. 21:13, enz. |
a 1 Sam. 21:13 Daarom veranderde hij zijn gelaat voor hun ogen en hij maakte zichzelven gek onder hun handen; en hij bekrabbelde de deuren der poort en hij liet zijn zever in zijn baard aflopen. |
2 Aleph. Ik zal den HEERE loven te allen tijde; Zijn lof zal geduriglijk in mijn mond zijn. |
3 Beth. Mijn ziel zal zich roemen in den HEERE; de zachtmoedigen zullen het horen en verblijd zijn. |
4 Gimel. Maakt den HEERE met mij groot, en laat ons Zijn Naam tezamen verhogen. |
5 Daleth. Ik heb den HEERE gezocht, en Hij heeft mij geantwoord, en mij uit al mijn vrezen gered. |
6 He. Vau. Zij hebben op Hem gezien, ja, Hem als een waterstroom aangelopen; en hun aangezichten zijn niet schaamrood geworden. |
7 Zain. Deze ellendige riep, en de HEERE hoorde; en Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden. |
8 Cheth. De engel des HEEREN legert zich rondom degenen die Hem vrezen, en rukt hen uit. |
9 Teth. Smaakt en ziet dat de HEERE goed is; welgelukzalig is de man die op Hem betrouwt. |
10 Jod. Vreest den HEERE, gij Zijn heiligen; want die Hem vrezen, hebben geen gebrek. |
11 Caph. bDe jonge leeuwen lijden armoede en hongeren, maar die den HEERE zoeken, hebben geen gebrek van enig goed. b Job 4:11. |
b Job 4:11 De oude leeuw vergaat, omdat er geen roof is, en de jongen eens oudachtigen leeuws worden verstrooid. |
12 Lamed. Komt, gij kinderen, hoort naar mij; ik zal u des HEEREN vreze leren. |
13 Mem. cWie is de man die lust heeft ten leven, die dagen liefheeft om het goede te zien? c 1 Petr. 3:10. |
c 1 Petr. 3:10 Want wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, die stille zijn tong van het kwaad, en zijn lippen dat zij geen bedrog spreken; |
14 Nun. Bewaar uw tong van het kwade, en uw lippen van bedrog te spreken. |
15 Samech. Wijk af van het kwade en doe het goede; zoek den vrede en djaag hem na. d Hebr. 12:14. |
d Hebr. 12:14 Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder welke niemand den Heere zien zal; |
16 Ain. eDe ogen des HEEREN zijn op de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun geroep. e Job 36:7. Ps. 33:18. 1 Petr. 3:12. |
e Job 36:7 Hij onttrekt Zijn ogen niet van den rechtvaardige, maar met de koningen zijn zij in den troon; daar zet Hij hen voor altoos, en zij worden verheven. Ps. 33:18 Zie, des HEEREN oog is over degenen die Hem vrezen, op degenen die op Zijn goedertierenheid hopen; 1 Petr. 3:12 Want de ogen des Heeren zijn over de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun gebed; maar het aangezicht des Heeren is tegen degenen die kwaad doen. |
17 Pe. Het aangezicht des HEEREN is tegen degenen die kwaad doen, om hun gedachtenis van de aarde uit te roeien. |
18 Tsade. Zij roepen, en de HEERE hoort; en Hij redt hen uit al hun benauwdheden. |
19 Koph. fDe HEERE is nabij de gebrokenen van hart, en Hij behoudt de verslagenen van geest. f 2 Tim. 3:11. |
f 2 Tim. 3:11 Mijn
vervolgingen, mijn lijden, zulks als mij overkomen is in Antiochíë, in Ikónium en in Lystre; hoedanige vervolgingen ik geleden heb, en de Heere heeft mij uit alle verlost. |
20 Resch. gVele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen, maar uit die alle redt hem de HEERE. g 2 Tim. 3:12. |
g 2 Tim. 3:12 En ook allen die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden. |
21 Schin. Hij bewaart al zijn beenderen; hniet één van die wordt gebroken. h Joh. 19:36. |
h Joh. 19:36 Want deze dingen zijn geschied, opdat de Schrift vervuld worde: Geen been van Hem zal verbroken worden. |
22 Thau. De boosheid zal den goddeloze doden; en die den rechtvaardige haten, zullen schuldig verklaard worden. |
23 De HEERE verlost de ziel Zijner knechten; en allen die op Hem betrouwen, zullen niet schuldig verklaard worden. |