Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).
God zorgt voor Zijn volk |
1 LOOFT den HEERE, want onzen God te psalmzingen is goed, dewijl Hij lieflijk is; ade lof is betamelijk. a Ps. 33:1. |
a Ps. 33:1 GIJ rechtvaardigen, zingt vrolijk in den HEERE; lof betaamt den oprechten. |
2 De HEERE bouwt Jeruzalem; Hij vergadert Israëls verdrevenen. |
3 Hij geneest de gebrokenen van hart, en Hij bverbindt hen in hun smarten. b Ex. 15:26. Job 5:18. |
b Ex. 15:26 En zeide: Is het dat gij met ernst naar de stem des HEEREN uws Gods horen zult, en doen wat recht is in Zijn ogen, en uw oren neigt tot Zijn geboden en houdt al Zijn inzettingen, zo zal Ik geen van de krankheden op u leggen, die Ik op Egypteland gelegd heb; want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester. Job 5:18 Want Hij doet smart aan en Hij verbindt; Hij doorwondt en Zijn handen helen. |
4 cHij telt het getal der sterren; Hij noemt ze alle bij namen. c Jes. 40:26. |
c Jes. 40:26 Heft uw ogen op omhoog en ziet Wie deze dingen geschapen heeft; Die in getal hun heir voortbrengt; Die ze alle bij name roept, vanwege de grootheid Zijner krachten en omdat Hij sterk van vermogen is; er wordt er niet één gemist. |
5 Onze Heere is groot en van veel kracht; Zijns verstands is geen getal. |
6 De HEERE houdt de zachtmoedigen staande; de goddelozen vernedert Hij tot de aarde toe. |
7 Zingt den HEERE bij beurten met dankzegging, psalmzingt onzen God op de harp. |
8 dDie de hemelen met wolken bedekt, Die voor de aarde regen bereidt; eDie het gras op de bergen doet uitspruiten; d Hos. 2:20, 21. e Job 38:26, 27. Ps. 104:14. |
d Hos. 2:20 En het zal te dien dage geschieden dat Ik verhoren zal, spreekt de HEERE; Ik zal den hemel verhoren, en die zal de aarde verhoren. Hos. 2:21 En de aarde zal het koren verhoren, mitsgaders den most en de olie; en die zullen Jizreël verhoren. e Job 38:26 Om te regenen op het land waar
niemand is, op de woestijn waarin geen mens is; Job 38:27 Om het woeste en het verwoeste te verzadigen, en om het uitspruitsel der grasscheutjes te doen wassen. Ps. 104:14 Hij doet het gras uitspruiten voor de beesten, en het kruid tot dienst des mensen, doende het brood uit de aarde voortkomen, |
9 Die het vee zijn voeder geeft, aan de jonge raven als zij roepen. |
10 Hij heeft geen lust aan de sterkte des paards, Hij heeft geen welgevallen
aan de benen des mans. |
11 De HEERE heeft een welgevallen aan hen die Hem vrezen, die op Zijn goedertierenheid hopen. |
12 O Jeruzalem, roem den HEERE; o
Sion, loof uw God. |
13 Want Hij maakt de grendelen uwer poorten sterk; Hij zegent uw kinderen binnen in u. |
14 Die uw landpalen in vrede stelt; Hij verzadigt u met het vette der tarwe. |
15 Hij zendt Zijn bevel op aarde; Zijn fwoord loopt zeer snel. f Ps. 33:9. |
f Ps. 33:9 Want Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er. |
16 Hij geeft sneeuw als wol, Hij strooit den rijm als as. |
17 Hij werpt Zijn ijs heen als stukken; wie zou bestaan voor Zijn koude? |
18 Hij zendt Zijn woord, en doet ze smelten; Hij doet Zijn wind waaien, de wateren vloeien heen. |
19 Hij maakt Jakob Zijn woorden bekend,
Israël Zijn inzettingen en Zijn rechten. |
20 Alzo gheeft Hij geen volk gedaan; en Zijn rechten, die kennen zij niet. Hallelujah. g Hand. 14:16. |
g Hand. 14:16 Welke in de verleden tijden al de heidenen heeft laten wandelen in hun wegen; |