Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 145 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Psalm 145

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

David roemt God ten aanzien van Zijn grootheid, mogendheid, heerlijkheid en vreselijke daden; alsook van Zijn goedheid, gerechtigheid en barmhartigheid, ook van Zijn eeuwig Koninkrijk en Zijn goedgunstigheid en zorg over allen, maar inzonderheid over degenen die Hem vrezen en aanroepen.
 
Gods grootheid en goedheid
1 EEN 1lofzang van David.
2Aleph. O mijn God, 3Gij Koning, ik zal U verhogen, en Uw Naam loven in eeuwigheid en altoos.
1 Of: Een psalm. Deze psalm alleen wordt aldus geïntituleerd; nochtans heeft van dit woord het gehele boek der Psalmen zijn naam.
2 De verzen van dezen psalm zijn gesteld naar de orde van het Hebreeuwse ab. Alleen ontbreekt er de letter nun of N. Dusdanige kunst heeft David in nog verscheidene psalmen gebruikt. Zie de aant. Ps. 25 op vers 1. verwijsteksten
3 Gij, Die alleen de ware en almachtige Koning zijt.
 
2 Beth. Te allen dage zal ik U loven, en Uw Naam prijzen in eeuwigheid en altoos.
3 Gimel. aDe HEERE is groot en 4zeer te prijzen, en bZijn grootheid is ondoorgrondelijk.
a Ps. 18:4; 150:2. verwijsteksten
4 Zie de aant. Ps. 48 op vers 2. verwijsteksten
b Job 5:9. verwijsteksten
 
4 Daleth. 5cGeslacht aan geslacht zal Uw werken roemen, en 6zij zullen 7Uw mogendheden verkondigen.
5 Een geslacht is hier, en elders meer, zoveel te zeggen als de menigte der mensen die in een en dezelfde eeuw tezamen leven.
c Deut. 4:9; 6:7. verwijsteksten
6 Te weten de geslachten. Alzo vss. 6, 7. verwijsteksten
7 Dat is, Uw krachtige daden. Alzo ook vers 12. Matth. 13:58. verwijsteksten
 
5 He. 8Ik zal uitspreken de heerlijkheid der eer Uwer majesteit, en Uw wonderlijke daden.
8 Dit doet de profeet van vers 12 af tot het einde van dezen psalm. verwijsteksten
 
6 Vau. En zij zullen vermelden de kracht Uwer vreselijke daden; en Uw grootheid, die zal ik vertellen.
7 Zain. dZij zullen 9de gedachtenis der grootheid Uwer goedheid 10overvloediglijk uitstorten; en zij zullen Uw gerechtigheid met gejuich verkondigen.
d Ps. 119:171. verwijsteksten
9 Dat is, de grote weldaden die Gij te allen tijde aan onze vaderen en aan ons gedaan en bewezen hebt.
10 Hebr. als een springader voortbrengen of uitgieten, uitbobbelen, dat is, met vollen mond en keel prijzen en roemen. Zie Ps. 19 op vers 3; 45:2. verwijsteksten
 
8 Cheth. eGenadig en barmhartig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid.
e Ex. 34:6, 7. Num. 14:18. Ps. 86:15; 103:8. verwijsteksten
 
9 Teth. De HEERE is aan allen goed, en Zijn barmhartigheden zijn 11over al Zijn werken.
11 Te weten van zodanige die Zijn barmhartigheid kunnen deelachtig worden. Anders: boven.
 
10 Jod. Al Uw werken, HEERE, zullen U loven, en Uw gunstgenoten 12zullen U zegenen.
12 Dat is, loven en danken; doch op een andere manier dan de andere creaturen, hebbende een inwendig gevoelen en getuigenis dat Gij hun Vader en Weldoener zijt. Zie Gen. 14:20. verwijsteksten
 
11 Caph. Zij zullen de heerlijkheid Uws Koninkrijks vermelden, en Uw mogendheid zullen zij uitspreken;
12 Lamed. Om des mensen kinderen bekend te maken 13Zijn 14mogendheden, en de eer der heerlijkheid 15Zijns Koninkrijks.
13 Te weten van God.
14 Dat is, mogende daden, als vers 4. verwijsteksten
15 Te weten van God, vers 5. verwijsteksten
 
13 Mem. Uw Koninkrijk is een Koninkrijk van alle eeuwen, en Uw heerschappij 16is in alle geslacht en geslacht.
16 Dat is, het duurt van tijd tot tijd, of te allen tijde.
 
14 *Samech. De HEERE ondersteunt allen 17die vallen, en Hij richt op 18alle gebogenen.
* Hier ontbreekt de letter nun of N.
17 Dat is, allen die zwak zijn, zo aan het lichaam als aan den geest.
18 Dat is, allen die onder het zware kruis of het pak der zonden gedrukt en gebukt gaan.
 
15 Ain. 19Aller fogen wachten op U, en Gij geeft hun hun spijze 20te zijner tijd.
19 Te weten van alle dieren, of van alle schepselen die levende lichamen hebben.
f Ps. 104:27. verwijsteksten
20 Of: elk te zijner tijd. Anders: tot hun tijd; dat is, te bekwamer tijd, als Ps. 104:27. verwijsteksten
 
16 Pe. Gij doet Uw hand open, en verzadigt al wat er leeft 21naar Uw welbehagen.
21 Dat is, naar dat het U belieft, of waaraan zij een genoegen hebben. Anders: met welbehagen, dat is, met gaven en goederen van Uw goeden wil en welgevallen vlietende en herkomstig.
 
17 Tsade. De HEERE is rechtvaardig in al Zijn wegen, en goedertieren 22in al Zijn werken.
22 Dat is, in alles wat Hij doet.
 
18 Koph. De HEERE 23is nabij allen die Hem aanroepen, allen die Hem aanroepen 24in der waarheid.
23 Te weten om hen te helpen of te verlossen, naar Zijn goedertierenheid jegens hen.
24 Dat is, met vertrouwen, oprechtelijk, met ernst en zonder ophouden, uit den grond huns harten, zonder hypocrisie en zonder bijgeloof. Vgl. hiermede Deut. 4:7. Joh. 4:24. verwijsteksten
 
19 Resch. 25Hij doet het welbehagen dergenen die Hem vrezen, en Hij hoort hun geroep en verlost hen.
25 Alzo eert Hij degenen die Hem eren, 1 Sam. 2:30. Doch versta hier zulk een wil en begeerte, die uit een waar geloof spruit en zodanig is als het betaamt, 1 Joh. 3:22; 5:14. verwijsteksten
 
20 Schin. De HEERE bewaart al degenen die Hem liefhebben, maar Hij verdelgt alle goddelozen.
21 Thau. Mijn mond zal den prijs des HEEREN uitspreken; en 26alle vlees zal Zijn heiligen Naam loven in der eeuwigheid en altoos.
26 Dat is, alle natiën, alle mensen, als Jes. 44:3. Ez. 36:27. Joël 2:28. verwijsteksten

Einde Psalm 145