Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 144 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Psalm 144

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

1 EEN psalm van David.
Gezegend zij de HEERE, mijn Rotssteen, Die mijn handen onderwijst ten strijde, mijn vingeren ten oorlog;
2 Mijn Goedertierenheid en mijn Burcht, mijn hoog Vertrek en mijn Bevrijder voor mij; mijn Schild, en op Wien ik mij betrouwe; Die mijn volk aan mij onderwerpt.
3 O HEERE, wat is de mens, dat Gij hem kent? Het kind des mensen, dat Gij het acht?
4 De mens is der ijdelheid gelijk; zijn dagen zijn als een voorbijgaande schaduw.
5 Neig Uw hemelen, HEERE, en daal neder; raak de bergen aan, dat zij roken.
6 Bliksem bliksem en verstrooi hen, zend Uw pijlen uit en verdoe hen.
7 Steek Uw handen van de hoogte uit; ontzet mij en ruk mij uit de grote wateren, uit de hand der vreemden;
8 Welker mond leugen spreekt; en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid.
9 O God, ik zal U een nieuw lied zingen; met de luit en het tiensnarig instrument zal ik U psalmzingen.
10 Gij Die den koningen overwinning geeft, Die Zijn knecht David ontzet van het boze zwaard;
11 Ontzet mij en red mij van de hand der vreemden, welker mond leugen spreekt; en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid;
12 Opdat onze zonen zijn als planten welke groot geworden zijn in hun jeugd; onze dochters als hoekstenen, uitgehouwen naar de gelijkenis van een paleis.
13 Dat onze winkels vol zijnde, den enen voorraad na den anderen uitgeven; dat onze kudden bij duizenden werpen, ja, bij tienduizenden op onze hoeven vermenigvuldigen.
14 Dat onze ossen welgeladen zijn; dat geen inbreuk, noch uitval, noch gekrijs zij op onze straten.
15 Welgelukzalig is het volk dien het alzo gaat; welgelukzalig is het volk welks God de HEERE is.

Einde Psalm 144