Statenvertaling.nl

sample header image

Psalm 142 – Statenvertaling

Op deze pagina kunt u de Statenvertaling met kanttekeningen online raadplegen in de editie van de GBS (Gereformeerde Bijbelstichting).

Bijbelboek:    

Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Inleiding Bijbelboek
Weergave: Met kanttekeningenParallelZonder kanttekeningenAlleen Bijbeltekst

Psalm 142

Dit hoofdstuk voorgelezen (m):

 

David zijnde voor Saul gevlucht en zich in een spelonk verborgen hebbende, als zijn geest in hem overstelpt was, zo riep hij den Heere om hulp aan.
 
Gebed in de spelonk
1 EEN1 onderwijzing van David, een gebed, 2als hij in de spelonk was.
1 Zie Ps. 32:1. verwijsteksten
2 David verhaalt hier hoe hij zich gehouden heeft in de spelonk te Engedi of Adullam, waarheen hij gevlucht was vanwege Sauls wrede vervolging, 1 Sam. 22:1; 24:4. verwijsteksten
 
2 Ik riep met mijn stem tot den HEERE, ik smeekte tot den HEERE met mijn stem.
3 Ik stortte mijn klacht uit voor Zijn aangezicht, ik gaf te kennen voor Zijn aangezicht mijn benauwdheid.
4 aAls mijn geest in mij 3overstelpt was, zo hebt 4Gij mijn pad gekend. 5Zij hebben mij een strik 6verborgen op den weg dien ik gaan zou.
a Ps. 77:4. verwijsteksten
3 Zie Ps. 102, de aant. op vers 1. verwijsteksten
4 Gij, o Heere. De zin is: Ofschoon ik niet wist waarheen ik mij zou keren of wenden, zo hebt Gij het wel geweten, mij wijzende een weg en middel om Sauls bloeddorstige handen te ontkomen.
5 Te weten Saul met zijn bijhebbende volk.
6 Dat is, in het verborgen gelegd.
 
5 Ik zag uit ter rechterhand, en zie, zo was er niemand 7die mij kende, 8er was geen ontvlieden voor mij; niemand 9zorgde 10voor mijn ziel.
7 Te weten om mij hulp en bijstand te doen.
8 Hebr. te ontvlieden was van mij verloren of vergaan, dat is, ik wist niet waarheen ik zou vlieden. Vgl. Job 11:20. verwijsteksten
9 Hebr. zocht of vraagde naar mijn ziel. Alzo Spr. 29:10. Zie de aant. Deut. 11 op vers 12. Vgl. 2 Sam. 4 op vers 8. verwijsteksten
10 Dat is, voor mij, of: voor mijn leven.
 
6 11Tot U riep ik, o HEERE; ik zeide: Gij zijt mijn Toevlucht, 12mijn bDeel in het land der levenden.
11 Te weten toen ik in zulken nood en benauwdheid was.
12 Mijn Erfdeel, waarop ik mij verlaat, zolang als ik in deze wereld leef. Zie Ps. 27:13. Jes. 38:11; 53:8. verwijsteksten
b Ps. 16:5. verwijsteksten
 
7 Let op mijn geschrei, want ik ben zeer 13uitgeteerd; cred mij van mijn vervolgers, want zij zijn machtiger dan ik.
13 Hebr. dun geworden.
c Ps. 41:2; 79:8; 116:6. verwijsteksten
 
8 Voer 14mijn ziel 15uit de gevangenis, om Uw Naam te loven; 16de rechtvaardigen zullen 17mij omringen, 18wanneer Gij wel bij mij zult gedaan hebben.
14 Dat is, mij, mijn persoon.
15 Hebr. uit de besluiting, te weten, in dewelke ik met mijn volk als in een gevangenis besloten ben, zijnde van mijn vijanden rondom omsingeld.
16 De godzaligen onder het volk Gods.
17 Of: kroonswijze mij omsingelen, namelijk om mij met verwondering aan te zien, en om U, o Heere, met mij te loven en te danken voor de wonderbaarlijke verlossing en genade aan mij bewezen.
18 Dat is, als Gij mij tot rust en tot een gelukkigen stand zult gebracht hebben.

Einde Psalm 142